- 10 - Ik zou het college het volgende willen vragen. Is het mogelijk om die overzichtelijkheid nog Iets te vergroten door de nog werkende parkeermeters zoveel mogelijk bij elkaar te con centreren in straten - en dan met name in straten die het dichtst bij het centrum liggen - om op die manier dit soort toch wat dwaze situaties te vermijden? De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, ik denk dat u haarfijn hebt aangegeven hoe onbil lijkheden kunnen ontstaan. Ik kan niet zeggen dat de tranen mij in de ogen sprongen bij het aanhoren van het betoog van de heer Ybema. Van de andere kant kun je natuurl ijk wel constateren dat er zo langzamerhand een gekke situatie aan de gang is. Daar hoeft geen misverstand over te bestaan. De vraag Is alleen of de oplossing die de heer Ybema suggereert inderdaad praktisch uitvoerbaar is. Het zou namelijk best eens zo kunnen zijn dat de kosten die voortvloeien uit het voorstel van de heer Ybema veel groter zijn dan het rechtsgevoel dat aangetast wordt door het individu dat het aangaat. Daarnaast hebben wij hoop ik te maken met een korte overgangssi tuatie van de individuele parkeermeters naar centrale parkeermeters. Ik stel voor dat wij de vraag van de heer Ybema nog een keer in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu aan de orde stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college met Inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 14 (bijlage nr. 54). De Voorzitter: Dit punt luidt: Tweede Struktuurschema Verkeer en Vervoer. De heer Heins: In de commissie hebben wij de reactie van de gemeente op het Tweede Struk tuurschema Verkeer en Vervoer al besproken. Van onze zijde is toen aangedrongen op het gemeen schappelijk belang van de Afsluitdijk van gemeenten in Friesland en Noord-Holland. Dit is in de reactie opgenomen. Bij nadere bestudering van de rijksnota en de gemeentelijke reactie is ons nog iets opge vallen - ik wil dat hier toch wel kwijt -, namelijk het belang van het fietsverkeerHet woord "fiets" kom je in de rijksnota nauwelijks tegen. In de gemeentelijke reactie al helemaal niet. Het milieuvriendelijkste vervoermiddel komt er wel zeer bekaaid af en dat terwijl meer dan 40? van de verplaatsingen met de fiets wordt gedaan. En als je dan weet dat bijna de helft van de autoritten korter is dan 5 kilometer, dan zie je dat het fietsverkeer meer kan en moet groei en. Al jaren tracht de gemeente een progressief beleid ten gunste van de fietser en de voet ganger te voeren. Maar vaak ontbreken de financiële middelen om extra voorzieningen ten behoeve van het fietsverkeer aan te leggen. En maar al te vaak worden de stadsvernieuwingsgel den daarop aangesproken. Wij zouden er bij het rijk sterker op aan moeten dringen dat er meer geld komt voor de aanleg van fietspaden en fietsvoorzieningen. Een tweede belangrijk punt In dit kader is de noodzaak van integratie van fiets en open baar vervoerEr moet veel meer geld komen om de fiets mee te kunnen nemen in de bus en de trein. Als stedelijk knooppunt kan Leeuwarden een belangrijke rol spelen voor dagrecreanten vanuit de Randstad die de fiets meenemen In de trein om vanuit Leeuwarden een dagje frisse Friese lucht te snuiven. (De heer Ten Hoeve: Je gaat Wiegel achterna!) Soms vinden rechts en links elkaar, nietwaar? Nu is dat alleen voor mensen met geld en veel spierkracht weggelegd. Denk maar eens aan de roltrappen en andere obstakels die je tegenkomt als je met de fiets op soimlge stations komt. Het lijkt ons een goede zaak om ook dit soort opmerkingen, waarbij meer aandacht voor het fietsverkeer wordt gevraagd, aan de reactie toe te voegen. - 11 - De heer Ybema: Voorzitter, ik wil nog een omissie mijnerzijds vanuit de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting goedmaken. Ik had de opmerking daar moeten maken maar ik was die toen even kwijt. Het gaat over het onderdeel openbaar vervoer. Er wordt terecht ge wezen op de onaantrekkelijkheid van het openbaar vervoer voor de route Leeuwarden-Amsterdam v.v* Het openbaar vervoer moet duidelijk concurrerend zijn ten opzichte van het particulier vervoer, want anders werkt dat niet. De logische consequentie van die redenering is dat wij ook In onze reactie op moeten nemen dat, zij het dan op de lange termijn, toch ook de Zuiderzee- spoorlijn in beeld blijft, want die noemen wij helemaal niet meer. Ik denk dat het ook voor Leeuwarden van belang is dat die Zuiderzeespoor lijn niet helemaal achter de kim verdwijnt. Wat dat betreft graag nog een toevoeging met een pleidooi voor het op de fange termijn realiseren van de Zuiderzeespoor I ijn. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de constatering van de heer Heins is juist. In het Tweede Struktuurschema Verkeer en Vervoer wordt nauwelijks aandacht gegeven aan een zeer be langrijk onderdeel van de vervoersproblematiek, namelijk het fietsverkeer. De heer Heins heeft terecht geconstateerd dat wij In onze gemeente proberen vla gericht beleid daar invulling aan te geven, maar dat wij door het gebrek aan financiële middelen niet af te voortvarend in de uitvoering daarvan zijn. Het is natuurlijk wet zo dat wij de laatste jaren nogal wat fietspaden hebben aangelegd. Of die kosten uit het stadsvernieuwingsfonds of uit andere fondsen komen vind ik op dit moment iets minder interessant, want soms kun je dingen combineren waardoor het toch uiteindelijk voordeliger is. In de raadsbrief - dit is gelijk een opmerking in de richting van de heer Ybema - is sprake van een optelsom van een aantal belangrijke punten. Ik zeg er direct bij dat er grote en kleine punten achter elkaar staan zonder dat wat mij betreft daarbij de prioriteitsstelling scherp is verwoord. Het is de bedoeling om een specifieke brief, met als grondslag deze raads brief, in de richting van het centrale inspraakbureau te sturen. De toonzetting zal voor wat betreft de prioriteitsstefling toch iets scherper zijn dan in deze raadsbrief staat verwoord. Ik denk dat de raad er geen bezwaar tegen heeft - anders hoor ik dat straks wel - dat wij aandacht vragen voor de fietsvoorzleningen mede in relatie tot het openbaar vervoer. Een en ander past ook in de gemeentelijke lijn die wij op dit terrein volgen. Ik stel dus voor om in onze brief richting departement een passage in die zin op te nemen, want het rijk onthoudt zich van enige subsidiesuggestie in dat verband. De heer Ybema constateert terecht dat, wil het openbaar vervoer ook feitelijk concurrerend zijn ten opzichte van het autovervoer, de reistijd naast het comfort een belangrijk aspect is. Wij zitten nu eenmaal met een spoorwegnet dat in dat opzicht voor Leeuwarden niet echt concur rerend is. De ZuiderzeespoorIijn als zodanig wordt door het college zeker als wenselijk onder schreven. Ik wil er wel aan toevoegen dat wat ons betreft dan ook eens duidelijk moet worden - wij hebben dat ook al eens in de richting van de provincie gezegd - dat de ZuiderzeespoorI ijn niet een spoorlijn Is voor uitsluitend het traject Groningen-Drachten-Heerenveen-Flevopolder- Amsterdam. Er moet, zoals wij dat ook bepleiten voor het Eurocity-Intercitynet, sprake zijn van een Zuiderzeespoorlijn die voor wat betreft de verbinding Leeuwarden-Heerenveen identiek in kwaMteit is als het gedeefte Heerenveen naar Groningen. Dan is voor ons een Zuiderzeespoorfljn van belang. Deze opmerking kunnen wij zeker in de brief in de richting van het departement meenemen, voorzitter. De heer Heins: Ik heb vernomen dat de reactie voor 1 april binnen moet zijn. Komt de nieuwe reactie nog een keer aan de orde in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuis- vest i ng? De heer Timmermans (weth.): Ik constateer, voorzitter, dat de gehele raad instemt met de opmerkingen die op dit moment over de desbetreffende onderwerpen gemaakt zijn. Ik stel voor dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 6