- 12 - het college namens de raad de brief schrijft. Uiteraard krijgen de commissieleden daar een afschrift van. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder. Punt 15 (bijlage nr. 61). De Voorzitter: Aan de orde is De gesubsidieerde woningbouw en woningverbetering in 1989. Mevrouw VIsscher-BouwerMijnheer de voorzitter, voor ons ligt het voorstel De gesubsidi eerde woningbouw en woningverbetering in 1989. Opvallend in deze raadsbrief is de zeer grote verslechtering van het aandeel particuliere huurwoningen. Hoewel er landelijk en ook provinci aal procentsgewljs een grote stijging is - landelijk 60en Friesland 48? - moeten wij consta teren dat Leeuwarden met een percentage van 49 achteruit is gegaan. Concreet houdt dat in dat ons dit jaar 38 woningen zijn toegewezen tegen 75 woningen in 1988. Nu de verbetering van Juist die particuliere huurwoningen goed op gang komt en er veel aanvragen zijn, is het heel spijtig dat het contingent aan Leeuwarden zo verminderd is. Dat is een slechte zaak en ook heel teleurstellend voor de mensen die een aanvraag doen. Een en ander zal de animo niet verbeteren. Ik zou er bij het college op aan willen dringen om hier heel hard achteraan te gaan en te proberen toch nog een aantal woningen uit het vuur te slepen. Misschien zijn er net als vorige jaren contingenten van andere gemeenten te krijgen. Verder viel mij laatst een kop op in de krant waarbij gedeputeerde Van der Til suggereerde dat de gemeente Leeuwarden maar een contingent had van 150 woningen gesubsidieerde woningwetwo ningen en dat dat eigenlijk aan haar zelf te wijten was. Ik dacht dat wij plannen zat hadden. Kan de wethouder enige opheldering geven? Misschien weet hij hoe dit in elkaar steekt. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de constatering van mevrouw Visscher dat Leeuwaï den dit jaar geconfronteerd is met een aanzienlijke daling van het aantal contingenten particu liere huurwoningen is correct. Dat staat ook in de raadsbrief. Ondanks het feit dat de provin cie in totaliteit ten opzichte van vorig jaar een aanzienlijk groter aantal contingenten heeft gekregen is voor de gemeente Leeuwarden in tegenstelling tot alle andere gemeenten een verla ging doorgevoerd. Wij hebben begrepen dat het volgende argument daarvoor is gebruikt: Leeuwar den, vorig jaar had u een contingent van 75 en hebt u via een herverdeling bijna een verdubbe ling daarvan gehad; u hebt uw portie voor dit jaar gehad en u moet het dit jaar maar met wat minder doen. Dat is de wereld op z'n kop zetten, voorzitter. Wij hebben vorig jaar het Friese contingent gered om het zo maar te zeggen, omdat men het elders nergens kon verwerken. Dat is een goede zaak in het belang van de stadsvernieuwing, maar blijkbaar krijg je als je dat doet straf, want het volgende jaar krijg je dan een korting. Wij hebben de onjuistheid van die stellingname onderkend en wij zullen dat ook een- en andermaal onder de aandacht van zowel het provinciaal bestuur/de provinciale commissie volkshuisvesting als de HID brengen. In de richting van de laatste instantie is dat overigens al gebeurd. Ik heb evenwel goede hoop dat de schade zich wat zal gaan beperken gelet ook op de ervaring van vorig j aar Dan de uitspraak van de heer Van der Til dat Leeuwarden, als het zijn status als stedelijk knooppunt wil waarmaken, toch wel meer dan 150 woningen in de sociale sector moet willen bouwen. Die uitspraak heeft ons verbaasd en eigenlijk ook wat teleurgesteld. Wat is er aan de hand? De provincie verwijt de gemeente Iets niet te doen wat diezelfde provincie ons in feite onmogelijk heeft gemaakt. Wij krijgen eigenlijk een koekje van eigen deeg aangereikt. De situatie is de volgende. Het rijk is van mening dat Leeuwarden en dan met name het stadsgewest Leeuwarden, in het - 13 - kader van de meerjarenplanningen stadsvernieuwing en ook het woningbouwbeleid, meer dan 16? van het totaal van het Friese contingent zou moeten realiseren. De provincie is die mening niet toegedaan en vindt dat dat een mooie afspraak vanuit het verteden is. Wat het rijk en wat de gemeente ervan vinden is blijkbaar van minder belang. 16? is een totale norm. Men was aanvanke lijk bereid om die 16? wel op de sociale huursector van toepassing te verklaren. Nu moet deze 16? over het totale contingent gelden. En als je dan in de ene sector meer krijgt dan zul je In de andere sector, in dit geval de koopsector, minder krijgen. In een voorstel van het secreta riaat van de desbetreffende verdelingscommissie zouden wij wel die 150 woningwetwoningen of iets meer krijgen, maar tengevolge daarvan aanzienlijk minder koopwoningen. Er ontstaat dan wel een rare situatie. Jaar In jaar uit worden wij nameNjk door het pro vinciaal bestuur gekappiteld dat onze gemeente ten aanzien van de suburbanisatie te weinig doet, in die zin dat wij te weinig koopwoningen realiseren. Juist vanwege die stellingname die de provincie altijd in verwijtende zin in onze richting heeft gehanteerd, hebben wij over be doeld voorstel gezegd: Nee provincie, wij willen best meer contingent maar dan wel in verhou ding. Het aantal sociale huurwoningen moet gelijk zijn aan het aantal koopwoningen, omdat dat in het woningbouwbeleid van de gemeente Leeuwarden, zoals u zelf ook in uw Streekplan en ander zins hebt aangegeven, het beste past. (De heer Ten Hoeve: U zegt het heel netjes, maar eigenlijk is zo'n uitspraak als ik het zo mag vertalen demagogie.) In iedere geval een halve waarheid van het verhaal. Wij hebben geconstateerd dat wij op zijn minst gelijke aandelen willen hebben voor zowel de sociale huursector als de koopsector. Wij vinden gelet op de positie van Leeuwarden en de uitspraak van het rijk dat het aantal meer dan 16? moet zijn. De provincie vindt echter dat 16? voor Leeuwarden voldoende is. (De heer Ten Hoeve: De kop van de krant plaatst Leeuwarden in een licht waarin het niet behoort te staan.) Het teleurstellende van zo'n verhaal is dat het maar een half verhaal is, terwijl als de zaak zorgvuldig zou zijn...(De heer Koopmans: Is de desbe treffende gedeputeerde wel Juist geciteerd door de krant?) (De heer Ten Hoeve: Dan is het zijn verantwoordelijkheid om daar op te reageren.) (De heer Koopmans: Dat weet ik niet, er worden hier zaken voor waar aangenomen op dit moment.) Voorzitter, u kunt zich voorstelten dat ik heb laten controleren of deze uitspraak ook inderdaad gedaan is. De stellingname vanuit het provin ciaal apparaat was dat hier sprake was van een brainwave die beleidsmatig ambtetijk niet was onderbouwd. (De heer Koopmans: Vanuit het apparaat begrijp ik.) Voorzitter, ik kom dan nu op de feitelijke constatering dat er binnen Leeuwarden alleszins aanleiding is om, maar dan evenredig in zowel de koopsector als de huursector, meer te bouwen dan die 16?. Wij hebben dat ook een- en andermaal in de richting van het provinciaal bestuur geformuleerd. Ik nodig overigens de gedeputeerde uit om ons toch ter wille te zijn, al is het alleen maar om de status van het stedelijk knooppunt beter te onderbouwen. Wij hebben tot 1992 plannen in de sociale huursector op de plank liggen. Dus als de provincie ons 350 contingenten wil aanreiken vanwege het belang van de stad voor de provincie dan is ons dat zeer welkom. De Voorzitter: Is er behoefte aan een tweede termijn? Als dat niet zo dan is de stemming aan de orde. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 16 tot en met 20 (bijlagen nrs. 65, 50, 3, 59 en 66). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 21. De Voorzitter: Aan de orde is thans de interpellatie aangevraagd door mevrouw De Haan. De interpellatie zal worden gehouden door de heer E.M. Janssen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 7