- 24 - De heer Meerdink: Op zich kunnen wij de gedachtegang van de meerderheid van het college met betrekking tot dit voorstel wel volgen. Wij vinden inderdaad ook dat in principe een basis gezondheidsdienst, als je daarover beschikt, de voorlichtingsactiviteiten zal moeten verrichten en in ieder geval zal moeten coördineren. Daarnaast is altijd nog de vraag wanneer incidenteel ook andere voorlichtingsavonden ge subsidieerd gaan worden tot welk bedrag je dat dan wilt doen. In dit geval gaat het om f 1.275, maar wanneer er f 10.000,subsidie gevraagd zou zijn voor een avond waar ook heel veel voorlichting gegeven was maar niet die doelgroep gekomen was, dan denk ik dat die vraag toch anders geweest zou zijn. Wij hebben in onze fractie de vraag afgewogen in hoeverre je naast het principe dat de DGGD de voorlichtingsactiviteiten verzorgt ook incidenteel andere informatie-avonden die In een ander jasje zijn gestoken zou kunnen subsidiëren. Uiteindelijk hebben wij gezegd dat gezien de doelstellingen van het LAL, de opzet van de avond en ook de kosten die de bijeenkomst met zich meebrengt, er nu wel gesubsidieerd kan worden. Ik zeg met nadruk: nu wel Voor dit soort incidentele bijeenkomsten zou een subsidie van f 1.500,— het maximum moeten zijn. Bovendien moeten dergelijke bijeenkomsten ook zeer incidenteel plaatsvinden, dat wil zeggen niet jaarlijks. In principe moet er toch naar gestreefd worden dat de DGGD met andere organisaties bekijkt in hoeverre de vorm van informatie-avonden aan de verschillende doelgroepen aangepast kan worden. Wij zijn in principe dan ook voor de motie zoals die door de heer Schade is toegelicht en ingediend. Alleen wij zouden graag willen dat er aan het besluit van de motie wordt toegevoegd dat het gaat om een incidenteel subsidie van f 1.275,om zo nadrukkelijk kenbaar te maken dat het om een incident gaat en dat het geen beleid is. Als de PvdA-fractie daarmee akkoord kan gaan, dan kunnen wij de motie ondersteunen. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik kan na de vorige sprekers vrij kort zijn. Ook wij hebben gediscussieerd over de vraag of subsidiëring in dit geval wel zou moeten. De lijn die b. en w. volgen dat in principe de DGGD voor dit soort zaken ingeschakeld moet worden onderschrijven wij. Wij hebben ook bekeken welke doelgroepen hier bereikt moeten en kunnen wor den. Ondanks het feit dat niet In de statuten van het LAL staat om dit soort activiteiten te ondernemen, vinden wij het toch een goede zaak. Wij zijn er ook voor om eenmalig subsidie te geven. Ik wil nog wel een suggestie doen aan de mensen van het LAL. Om in de toekomst dit soort activiteiten meer mogelijk te maken zouden de statuten moeten worden gewijzigd. Daardoor is men in staat om voor dit soort activiteiten, indien dat nodig zou moeten of kunnen zijn, subsidie aan te vragen. De heer Schade: Voorzitter, ik heb geen bezwaar tegen toevoeging van het woord "incidenteel". Uit mijn toelichting op de motie bleek dat ook a1Ik heb toen onder andere gesproken over de Wereld Aids Dag van 3 december en over de primaire taak in dit kader van de DGGD. De Voorzitter: Het besluit van de motie luidt dus nu als volgt: "besluit de Stichting Les bisch Archief Leeuwarden een incidenteel subsidie te verstrekken...". Wij gaan eerst koffiedrinken. De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.15 uur, de vergadering. De Voorzitter: ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling van punt 19. Wethouder Kessler heeft het woord. - 25 - De heer Kessler (weth.): Wij hebben over deze materie uitgebreid gediscussieerd in de Com missie voor Welzijnsaangelegenheden. Daar zijn ook alle argumenten voor en tegen aan de orde geweest. Uit de reacties van de verschillende fracties vanavond blijkt ook wel dat die argumen ten genoegzaam bekend zijn. Ik kan nu namens het college ook niet echt nieuwe argumenten aan dragen. De kern van de discussie Is in feite of je op de uitspraak dat de DGGD een primaire vei antwoordelijkheid heeft voor de aidsvoorlichting al dan niet een uitzondering wilt maken in be paalde situaties. De meerderheid van het college zegt dat dat niet moet gebeuren, omdat aids voorl ichting heel nadrukkelijk - dat is dan een heel helder beleid om met de heer Bilker te spreken - uitsluitend bij de DGGD moet worden ondergebracht. Het is een specialistische vorm van voorlichting en het is ook belangrijk dat je daar op een uniforme manier voorlichting in geeft. Op het moment dat je deze taak bij een organisatie legt, kan je die organisatie daarop ook aanspreken. Vandaar dat de meerderheid van het college de raad voorstelt, ondanks het feit dat in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden een meerderheid daar tegen was, toch te blijven koersen op de 11jn die ook het college in eerste instantie al had besloten te volgen, namelijk geen subsidie - ook geen uitzonderingssubsidie - voor het Lesbisch Archief, maar alles via de 1 ijn van de DGDD. Wat dat betreft zal de motie namens het college ook niet worden overgenomen. Wij ontraden de motie derhalve. De heer Schade: Voorzitter, een korte reactie op de woorden van de heer Bilker namens het CDA. Wij hebben in eerste instantie niet gezegd dat deze voorlichting primair tot de taak van het Lesbisch Archief behoort. Ik heb gezegd dat ook wij vinden dat dit werk tot de primaire taak van de DGGD behoort. Dus daarover geen misverstand. Maar als je zegt dat het Lesbisch Archief een primaire taak heeft, dan denk ik dat je kunt stellen dat het dan ook secundaire taken heeft. Wij vinden dat deze informatie-avond over aids- preventie incidenteel gekoppeld aan de Wereld Aids Dag op 3 december daarbinnen paste. Het verbaast mij wat dat de heer Bilker een vergadering van de Commissie voor Welzijnsaan gelegenheden aanhaalt waarin wij over de aidsproblematiek in het Noorden hebben gesproken. Ik wil erop wijzen - ook dat heb ik in eerste Instantie gezegd - dat in de aanvullende informatie die wij toen kregen onder andere staat: "In het preventie-overleg zijn de organisaties verte genwoordigd die op beleids- en uitvoerend niveau preventietaken hebben met betrekking tot aids." Er wordt vervolgens een tiental organisaties genoemd. Ook dat wijst er al op dat er een veel breder kader nodig is om de ernst van de situatie goed te kunnen bestrijden en met name goed in de Informatiesfeer wat betreft de aidspreventie te kunnen om gaan. Ik ben ook nieuwsgierig of de toevoeging aan de motie van "een incidenteel subsidie" het CDA wellicht over de streep haalt om deze motie alsnog te ondersteunen. De hear Bilker: Foarsitter, ik haw yn earste ynstansje sein dat wy fine dat der in helder belied wêze moat. Wol no, dat stelle b. en w. no ut en dêr steane wy achter. De hear Schade hellet de primêre taken fan it LAL oan. Ik praat ek krekt oer de prlmêre taken want dêrfoar wurdt it LAL subsldiearre en net foar saken dêr't wy fan fine dat dy fia de DGGD rinne moatte. Boppedat, de hear Schade hellet dat ek oan, kin de DGGD yn gearwurking mei oare ynstansjes in foar 1 jochtlngsbel ied opstelle. Ek dan lelt de earste ferantwurdl ikheid by dy ynstansje. Wy bliuwe achter it utstel fan b. en w. stean. De heer Kessler (weth.): Ik heb geen aanleiding om in tweede Instantie te reageren. Ik wil nog wel opmerken - dat blijkt ook wel uit de raadsbrief - dat twee leden van het college een minderheidsstandpunt hebben ingenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 13