- 6 - Noord-Fries(and is ter inzage gelegd. Ik heb de moeite genomen dit te bekijken. In het antwoord wordt aangegeven dat beleidswijzigingen op dit terrein een gemeentelijke verantwoordelijkheid zijn en dat de gemeenten dat op een gegeven ogenblik kunnen aankaarten bij de regioraad. Tij dens de iaatste regioraadsvergadering is ook uitvoering gepraat over die verhouding. Wat hier gebeurt is dat de verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de regioraad. Het is een beetje rond spel en. Mijn vraag is - ik wil daar graag een concreet antwoord op hebben - of het college van b. en w. het standpunt deelt van het dagelijks bestuur van de regio dat vooralsnog niet tot een beleidswijziging moet worden overgegaan. Of zegt het college van b. en w. dat de voordelen die het voorstel van het samenwerkingsverband bevat dermate groot zijn dat het in ieder geval nog eens wil nadenken over de vraag of het deze zaak wel aan de regioraad wil voorleggen? De heer Heere (weth.): Voorzitter, de eerste veronderstelling van de heer Meerdink wordt ook door het college gevolgd. Wij zijn van oordeel dat de indicatiecommissie niet de juiste plaats is om de al of niet in regionaal verband verenigde gezinsverzorgingsinstellingen een plaats te geven. Wij zijn van oordeel dat er een nadrukkelijke scheiding moet blijven tussen de indicatiestelling en de uitvoering daarvan die op lokaal niveau moet plaatsvinden. Mijn opvatting is dat met name de gezinsverzorging in Leeuwarden uitstekend in staat is om lokaal te opereren, waardoor er a. geen reden is tot een regionale verbreding van de gezinsver zorging en het b. inhoudelijk niet juist is om de gezinsverzorging dan een plaats in de indica- tiecommissie te geven. Voor Leeuwarden is er wat het college betreft op dit moment geen aanleiding om een derge lijk voorstel in de richting van de regio te doen. De heer Meerdink: Maar als u dat duidelijke standpunt hebt, is het dan niet zaak om dat ook zo duidelijk aan het samenwerkingsverband mee te delen? Of is dat reeds gebeurd? Ik lees het niet uit dit antwoord. De heer Heere (weth.): Dat antwoord heb ik reeds in een mondeling overleg dat ik met de instellingen heb gehad gegeven. Ik heb er echter geen enkel bezwaar tegen om dat nog een keer schriftelijk te bevestigen. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Sub 0» R en S. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub T. De Voorzitter: Aan de orde is thans Brief van de Hervormde Gemeente Leeuwarden-Huizum te Leeuwarden van 28 maart 1989 betreffende de afsluiting van de Pieter Lastmanstraat te Leeuwar den. De heer Boelens: Voorzitter, heb ik met betrekking tot de bereikbaarheid van de ventweg goed begrepen uit voorliggende plannen dat er voorbij de Pieter Lastmanstraat, gerekend vanaf de rondweg, nu een insteek zal komen naar die ventweg? - 7 - Heb ik ook goed begrepen dat er met betrekking tot het bestemmingsverkeer voor de Kurios- kerk de ventweg vanuit de Pieter Lastmanstraat ook bereikt kan worden? Overigens zijn wij tevreden met de mogelijkheid die in het antwoord wordt genoemd dat, als in de praktijk een en ander niet blijkt te voldoen, dan eventueel aanvullende maatregelen gewenst c.q. noodzakelijk zijn. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, op het eerste onderdeel van de opmerking van de heer Boelens kan ik met zekerheid ja zeggen. Het antwoord op de tweede opmerking is vrijwel zeker ja. De laatste opmerking is duidelijk. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub Besloten wordt overeenkomstig het voorste! van b. en w. Sub V. Het bezwaarschrift is om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften. Punt 3a (bijlage nr. 95). Benoeming lid van het bestuur van de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden. Aanbeveling van burgemeester en wethouders: de heer H.S. Pruiksma. Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. Punt 3b (bijlage nr. 96). Benoeming lid van het bestuur van de Stichting tot beheer en exploitatie van de Théskinke- rij Prinsetun en Zalen Schaaf. Aanbeveling van burgemeester en wethouders: de heer R. Burg. Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. Punt 3c (bijlage nr. 97). Benoeming lid van het bestuur van de Stichting Harke Reinders en Doutjen Heeres.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 4