bewust voor kiezen? De Montessorischool wordt ook vergeleken met Jenaplanscholen, Frelnetscho- fen enz., maar dat zijn vaak bestaande scholen dïe hun systeem hebben gewijzigd. De Montessori school Is een toegevoegde school, die destijds tijdelijk Is geplaatst In Bil gaard.) Wat Is het verschil tussen een bestaande school die zijn systeem wijzigt en een Montessorischool dïe Is toegevoegd? (De heer Ybema: Dit Is een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken. Deze openba re basisschool op grond van dit systeem Is destijds toegevoegd en Is tijdelijk geplaatst in BI(gaard. Akkoord?) Ja. (De heer Ybema: Dat geeft toch aan dat het een toevoeging Is aan de situatie daar. Op dit moment Is het zo dat het tijdelijke karakter van plaatsing daar ver dwijnt.) Dat ligt hem niet aan het opheffen In verband met de school. (De heer Ybema: Het wordt een permanente vestiging en voor de mensen In het oosten van Bllgaard blijft er denk Ik weinig anders over dan maar voor die school te kiezen. Ik vraag mij af In hoeverre er dan sprake Is van een bewuste keuze.) Ten eerste kun Je je Inderdaad afvragen of het een slechte keus Is. (De Voorzitter: Ik wil nu een beetje orde In deze chaos brengen, ledereen heeft uit de aard der zaak onderwijs genoten en dus ook het gevoel gekregen er verstand van te hebben, alleen de meningen lopen wat uiteen. Ik geef de heer Heldstra het woord want die was bezig.) Ik krijg het Idee dat er om de Montessorischool een aureool wordt gelegd dat zijn weerga zo langzamerhand niet kent. Als de heer Ybema praat over gedwongen keuzes van mensen uit de Meenthe, dan ben Ik het daar volstrekt niet mee eens. Dïe mensen hebben ook de keus om naar het westen van de wijk te gaan, want daar Is ook een school. (Mevrouw Van Ufzen-Hakker: Ja, voor protestants-christelijk onderwijs!) Tot slot een opmerking In de richting van de VVD-fractle die zegt dat de sftuatle moet blijven zoals die Is: de Ffnne sluiten punt uit en de beide scholen aan de oostkant van de wijk houden. Dan wf'l Ik van de VVD-fractle wel eens antwoord hebben op de vraag hoe zij denkt over het spreidfngsprlncïpe van scholen over de wijk. (De Voorzitter: Dat zal dan voor wat mevrouw Van Uïzen betreft bij een andere gelegenheid moeten gebeuren!) De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, Ik ben altijd blij dat misverstanden uit de weg geruimd kunnen worden. Ik heb begrepen dat er hier en daar nog wel een paar zijn! Uit het antwoord van de wethouder op mijn vraag wat betreft de concurrentiepositie begrijp Ik dat het college bedoelt dat er goed - de wethouder noemde het woord "sterk" - en voldoende openbaar onderwijs gegeven moet worden. Dat staat In de wet en u zult begrijpen dat Ik het daar volledig mee eens ben. Wanneer dat de vertaling Is dan lijkt mij dat uitstekend. De heer Krol: Voorzitter, Ik heb het Idee dat wij hier zeer uitvoerig en op heel kleine detailpunten aan het herhalen zijn wat wij In de Commissie voor het OnderwTJs een- en andermaal heel uitvoerig hebben besproken. Wanneer mensen, bijvoorbeeld van D66, elkaar kennelijk niet goed Informeren dan krijgen wij dit soort herhalingen. Ik voel daar eigenlijk niet zoveel voor- Ik neem aan dat wethouder Vlletstra In tweede termijn nog een keer hetzelfde zal zeggen. Voor zitter, Ik laat het hierbij. (De heer Ybema: Voorzitter, Ik vind dat van een grote fractie een heel flauwe opmerking In de richting van een kleine fractie! Heel flauw!) (Mevrouw Van Ulzen- Hakker: Ja, maar daar Is de heer Krol heel sterk Jn!) De Voorzitter: Ik heb het Idee dat Iedereen In tweede termijn royaal aan z'n trekken Is gekomen. Mevrouw Vlletstra heeft het woord. Mevrouw Vlletstra (weth.): Voorzitter, de heer Ybema en Ik zijn het In Ieder gevat over één ding eens, namelijk ons beider zorg voor het openbaar onderwijs In de wijk Bllgaard. Daar Is het per slot allemaal om begonnen. Wij willen beide de beste toekomst voor het openbaar on derwijs In die wijk. Dus daar hoeft geen verschil van mening over te bestaan. Alleen de weg waarlangs wij daar denken te komen verschilt kennelijk. Ik wil toch even Ingaan op de vrees en twijfel van de heer Ybema, hoewel hij er bij zegt dat dat ook koffiedik ktjkerij Is en dat dat het allemaal niet eenvoudiger maakt. De heer Ybema - 27 - zegt dat het karakter van de Montessorischool wel eens zou kunnen veranderen als de kinderen uit het oosten voor die school kiezen. Ik heb daar toch wel moeite mee, want waarom zou het ka rakter van het onderwijs zoals dat aan de Montessorischool wordt gegeven veranderen op het moment dat daar kinderen uit de Meenthe naar toe gaan? De heer Ybema doet alsof het Iets heel exclusiefs, Iets heel bijzonders Is. Ik denk dat dat volstrekt niet waar is. Er zijn legio Montessorischolen In het hele land. Inderdaad zijn er Montessorischolen waar vooral kinderen zitten van ouders die daar heel bewust voor kiezen. Maar er zijn ook legio Mon tessorischolen die In doodgewone stadswijken staan, net zoals dat het geval Is bij Jenaplan scholen, Frelnetschoïen, Daltonscholen enz. In die zin Is er niets bijzonders aan de hand met een Montessorischool. De suggestie dat ouders van bulten de wijk wel eens niet meer voor de Montessorischool zouden kiezen omdat er kinderen uit de Meenthe komen vind Ik op z'n zachtst gezegd wat misplaatst. De heer Ybema heeft ook nog gezegd dat het risico bestaat dat de nieuwe gefuseerde school wel eens te klein zou kunnen worden, want wij gaan naar een Instandhoudingsnorm van 125. Die kant lijkt het Inderdaad op te gaan. Ik heb dat tijdens de af delIngsvergaderlng ook geconsta teerd en gezegd dat er wat dat betreft de komende tijd nog wel eens het nodige kan gebeuren In het onderwijs van Leeuwarden. Er zijn namelijk meer scholen dïe in de situatie zitten dat men net tussen die 100 en 125 leerlingen terecht komt. Of dat voor deze school ook gaat gelden kan Ik op dit moment niet overzien. Ik heb de heer Ybema gevraagd de situatie eens om te keren en dat heb Ik natuurlijk niet zo maar gevraagd. Op het moment dat je de Montessorischool zou plaatsen op de lokatle de Fïnne, dan krijg Je exact dezelfde situatie. De kans zit er dan In dat ouders aan de westkant van de wijk met name kiezen voor de Montessorischool en niet naar de oostkant van de wijk gaan. De veronderstelling van de heer Ybema dat de school aan de oostkant veel meer voedïngsge- bled heeft dan aan de westkant gaat niet meer op als Je de huidige cijfers ziet. Dan zie je dat de scholen de Ffnne en Tanlaburg elkaar nauwelijks ontlopen. Waar de Tanlaburgschoof In 1988 nog een perspectief had van 140 leerlingen bij de eerstvolgende teldatum, moet Je constateren dat er nu maar nauwelijks 90 leerlingen op die school zitten. Hetzelfde geldt voor de Ffnne. In die zin denk Ik dat de heer Ybema ook op dat punt toch niet een heel sterk verhaal heeft gehouden. Ik kom bij mevrouw Van Ulzen. Het lijkt er een beetje op alsof er geen commissievergade ring Is geweest. Bedoelde passage stond ook In de concept-raadsbrlef die de commissie Is voor gelegd. In de commissie Is hierover uitvoerig gediscussieerd en Ik heb mevrouw Van Ulzen toen exact hetzelfde antwoord gegeven dat Ik zojuist heb gegeven. (Mevrouw Van Ulzen-HakkerMaar als het veranderd Is, waarom staat het hier dan nog zo?) Het verslag van die vergadering Is er nog niet, mevrouw Van Ulzen, dus Ik vind het een beetje flauw om dat op deze manier aan de orde te stellen. In de commissievergadering Is heel nadrukkelijk gediscussieerd over de vraag wat dat nu precies betekent. Toen Is onder andere door de mensen van de Montessorischool uitgelegd dat dat betekent dat het onderwijskundig gezien niet verstandig Is om daar voor te kfezen, maar dat er overigens geen enkel beletsel Is om dfe keuze wel te maken. WIJ hebben zelfs bij het be zoek aan de school gemerkt - Ik zou dat ook tegen de heer Ybema willen zeggen - dat ook nu al ouders op heel verschillende gronden kiezen voor dfe school. Er Is Inderdaad een groep ouders die heel bewust kiest voor Montessorlonderwfjs, maar er Is ook een groep ouders dfe daar voor kiest omdat de school dichtbij Is. Belde redenen zijn legitiem, ook voor de school. Men heeft dat toen duf del Ijk naar voren gebracht. Mevrouw Van Ulzen heeft ook nog gezegd dat het Montessorfonderwijs nu eenmaal duurder Is en dat je dan de plicht als gemeente hebt om dat mogelijk te maken. Ik heb van de kant van de VVD-fractle nog nooit een voorstel gezien om daar ook Inderdaad extra middelen voor uit te trekken. Het Is vind Ik wat een gemakkelijk argument. Toen wij destijds besloten om een Montes sorischool, een Jenaplanschool en een FreJnetschool te starten hebben wij gezegd dat wij daar op zich geen extra middelen In zouden stoppen om de andere scholen niet In een ongelijke con currentiepositie te brengen. Een uitzondering daarop Is gemaakt voor een startbijdrage om een aantal leermiddelen aan te schaffen. De VVD-fractle Is daar toen ook mee akkoord gegaan. Ik begrijp dat zij nu weer een ander standpunt heeft, maar dan zou Ik ook graag concrete voorstel len van die kant willen zien want dan kunnen wij daarover praten. De heren Heldstra, Rozema en Krol hebben mij geen vragen meer gesteld, voorzitter.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 14