- 28 -
De Vocrzftter: Aan de orde Is de stemming.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met Inachtneming van de
toezegging van de wethouder.
Punt 12 (bijlage nr. 271).
De Voorzitter: Aan de orde Is Wijziging benoemingsprocedure directeuren/rectoren openbaar
onderwijs.
Mevrouw Van Ufzen-HakkerIndertijd Is In de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en
Informatiezaken (OPI) akkoord gegaan met de procedure voor de benoeming van het nieuwe manage
ment op grond van de reorganisatie, want dan zou er snel gewerkt kunnen worden. Dat zou weï een
eenmalige zaak zijn. Mijn fractiegenoot, de heer BIJkersma, heeft toen gezegd tegen te zullen
stemmen als het een algemene maatregel zou worden. Toch wordt datgene wat toen eenmalig was
vertaald In een algemene maatregel. De VVD-fractle Is van mening dat benoemingen een bevoegd
heid van de raad Is en Is er op tegen dat b. en w. benoemingen helemaal naar zich toe trekken.
U zult begrijpen dat wij op grond van een eerder Ingenomen standpunt tegen zullen blijven stem
men.
De heer Ybema: Voorzitter, ook mijn fractie heeft op 5 Juni J.l. niet Ingestemd met het
toen aan de orde zijnde voorstel. D66 Is van mening dat dit soort beslissingen aan de raad moet
worden voorbehouden, zeker gelet op het toenemende politieke karakter van benoemingen In dit
soort functies.
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, In de afgelopen tijd heb Ik In een enkel geval te
gengestemd In verband met de benoemingsprocedure. Het ging In die situatie om positieve discri
minatie voor vrouwen. Mijn fractie wil graag de mogelijkheid houden om eventueel vooraf over
benoemingen te praten. Wellicht zou dit kunnen In de Commissie voor het Onderwijs. Ik zou graag
de reactie van de wethouder hierop horen.
De heer Meerdfnk: Onze fractie heeft op 5 Juni ook tegen het voorstel gestemd. Dat stand
punt was met name Ingegeven door het feit dat wij vonden dat de algemeen directeuren van de
diensten door de raad benoemd moeten worden. WIJ hebben toen al aangegeven dat In Ieder geval
de schoolhoofden wat ons betreft door het college benoemd kunnen worden. Wat dat betreft worden
wij eigenlijk door deze raadsbrlef daarin ook nog bevestigd. Er staat namelijk ook dat de raad
nadere regels kan stellen. Volgens onze Informatie zijn die nadere regels neergelegd In de nota
Werving en selectie. In die nota Is een aantal uitgangspunten geformuleerd onder andere met
betrekking tot vragen als: moet er een vrouw worden benoemd, hoe oud moeten de mensen zijn,
welke etnische groepen moeten aan bod komen, enz. enz. WIJ denken dat op die manier gewaarborgd
Is dat In Ieder geval de raad met betrekking tot de benoeming van schoolhoofden aan bod kan
komen wanneer dat nodig Is.
De heer KrofVoorzitter, dit voorstel Is In de Commissie voor het Onderwijs aan de orde
geweest. Op grond van de toezegging toen van de wethouder dat de Commissie voor het Onderwijs
omtrent dit soort benoemingen zal worden ge'Informeerd, kunnen wij akkoord gaan met dit voor
stel
- 29 -
Mevrouw Vffetstra (weth.): Voorzitter, dit voorste? Is een vervolg op het voorstel dat
eerder In de raad Is geweest en waarbij de raad besloten heeft - niet eenmalig maar permanent,
totdat de raad weer een besluit neemt om het anders te doen - de diensthoofden, straks zijn het
de directeuren, te laten benoemen door het college van b. en w. Die wijze van benoeming geldt
niet alleen bij de start van de nieuwe organisatie, maar het Is de bedoeling om het ook In de
toekomst zo te doen. (De heer BÏJkersma: Mijnheer de voorzitter, Ik ben op 5 Juni ook op deze
kwestie Ingegaan. In de Commissie OPI Is vooraf gesproken over de benoeming van de ambtenaren
In verband met de reorganisatie. Toen Is gezegd dat dat een eenmalige zaak zou zijn. In de
raadsvergadering van 5 juni heb Ik een gedeelte uit de notulen van de commissievergadering
voorgelezen. Daar staat In dat In het kader van de reorganisatie de benoemingen door het colle
ge zullen plaatsvinden. Daarom heb Ik toen gezegd: alleen In dit geval en niet verder.) De raad
heeft een aantal maanden geleden het besluit genomen dat het benoemen van directeuren van
diensten gedelegeerd wordt aan het college. (De heer Bfjkersma: Ja, wij hebben daar toen tegen
gestemd. WIJ kunnen toch we! blijven tegenstemmen!) Dat Is weer wat anders. (De Voorzitter:
Laten wij nu maar afspreken dat overeenkomstig datgene waartoe besloten Is zal worden gehan
deld.) Genoemde wijze van benoeming Is dus niet eenmalig maar structureel. In dat kader Is des
tijds vanuit een aantal fracties de vraag gekomen of dat dan ook niet zou moeten gelden voor
directeuren van scholen, want die kun Je ook beschouwen als een soort diensthoofden. Een aantal
fracties heeft daar toen tegengestemd. In die zin kan Ik mij voorstellen dat zij dat nu weer
doen.
De heer Meerdfnk heeft uitgelegd waarom wat hem betreft voor directeuren van scholen toch
een ander uitgangspunt gehanteerd kan worden dan voor directeuren van diensten. Mevrouw Westra
heeft dat In de commissie ook gedaan» Hij merkt ook terecht op dat de regels rond die benoeming
zijn vastgelegd In de nota Werving en selectie. Daarmee Is het benoem!ngs-/wervtngsbeleld heel
duidelijk vastgelegd. Dat beleid Is ook het kader waarbinnen het college zal opereren als het
gaat om benoemingen-
De opmerking van de heer Ybema dat er sprake Is van een toenemend politiek karakter van
deze functies kan Ik eerlijk gezegd volstrekt niet plaatsen. Ik kan daar niet op Ingaan, want
Ik begrijp die opmerking niet.
De heer Krol heeft opgemerkt dat Ik zou hebben toegezegd dat Ik de Commissie voor het On
derwijs zal Informeren over benoemingen. Die toezegging staat nog steeds en wij zullen ons
daaraan houden.
De Voorzitter: Wenst Iemand In tweede termijn het woord? Als dat niet het geval Is dan Is
de stemming aan de orde.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
fracties van VVD en D66 wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punten 13 en 14 (bijlagen nrs. 268 en 267).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 15 (bijlage nr.269).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Activiteitenprogramma 1989/1990 In het kader van de nota
Werkgelegenheld.
De heer Schade: Voorzitter, bij het vaststellen van het activiteitenprogramma 1989/1990 In
het kader van de nota Werkgelegenheid wil Ik namens de PvdA-fractfe enige opmerkingen maken en
een paar vragen stellen.