- 30 - Punt 11 van het bestaande activiteitenprogramma betreft het onderzoek naar de mogelijkhe den tot het oprichten van een Vrouwenvakschool In Leeuwarden. Uit de rapportage over de stand van zaken blijkt dat het college de realisering van een Vrouwenvakschool of een dependance daarvan In Leeuwarden niet meer tot de reële mogelijkheden vindt behoren en dat er dienaangaan de geen activiteiten meer ontplooid zullen worden. Volgens het college Is er genoeg gedaan om een Vrouwenvakschooï of een dependance daarvan In Leeuwarden te krijgen. WIJ denken dat het po litieke klimaat ongunstig was om een en ander te realiseren. Onze fractie fs nu echter van mening dat uit datgene wat uit de komende regeringsverkla ring naar bulten komt weieens zou kunnen blijken dat wij In 1990 nogmaals ernstige pogingen moeten wagen alsnog een Vrouwenvakschooï of een dependance daarvan In Leeuwarden te verkrijgen. Volgens ons Is het klimaat nu wel gunstig en we) om de volgende redenen. Uft de komende regeringsverklaring lijkt naar voren te komen dat de huidige CDA/PvdA- regerlng een sterker accent wil gaan leggen op onderwijs voor volwassenen, een prioriteit maakt van het activeren van het arbeidsmarktbeleid en de mogelijkheden voor werkloze vrouwen verruimt om herintreden mogelijk te maken door onder andere arbeidsduurverkorting en een goed scholings beleid. Al met het al lijkt het ons dat dit toch mogelijkheden genoeg schept om nogmaals In 1990 te trachten een Vrouwenvakschool of een dependance daarvan In Leeuwarden te verkrijgen. Met verwijzing naar het geringe aantal Friese vrouwen als deelneemsters In Assen - gegeven de cijfers zou dit aantal hoger moeten zijn - en het aantal deelneemsters aan de onlangs In Leeuwarden gestarte cursus KÏefne Informatiesystemen, TJ kt onze fractie meer mogelijk dan er nu vanuit te gaan dat de aanvragen mislukt zijn. Is het college bereid om In 1990 alsnog actief te trachten een Vrouwenvakschool of een de pendance daarvan naar Leeuwarden te halen? Punt 12 van het bestaande activiteitenprogramma gaat over de versterking van de relatie onderwljs-bedrtjfsleven. Ik had hier ook op In kunnen gaan bij punt 26 van het programma dat gaat over de versterking van de kennisstructuur. Waar het onze fractie om gaat Is dat er vol gens ons uit het bedrijfsleven signalen komen dat de kennisoverdracht, de zogenaamde kennis transfer tussen het bedrijfsleven en het hoger beroepsonderwijs (hbo) In Leeuwarden - met name wat betreft het hoger economisch en administratief onderwijs en het onderwijs aan de hogere technische school - slecht Is geregeld. Onder andere de voorzitters van het Verbond van Neder landse Ondernemers en de Metaal bond hebben hier reeds op gewezen. Dat er op dit gebied veel te weinig gebeurt blijkt volgens onze fractie ook uit het niet van de grond kunnen komen van de Stichting Kennis en Informatie Friesland die zich hiermee bezig zou houden. Volgens ons dient aan deze zaak In het actJvlteltenprogramma 1990 In het kader van de nota Werkgelegenheid alsnog meer aandacht te worden besteed. Kan het college hiertoe een aanzet ge ven? Wellicht kan bij de actualisering van het activiteitenprogramma zichtbaar gemaakt worden wat er gebeurd fs en wat er gaat gebeuren op het gebied van de versterking van de kennisover dracht hbo-bedrIJfsleven vice versa. Tot slot, mijnheer de voorzitter, punt 25 van het activiteitenprogramma betreffende Inves teringsplannen stadsgewest Leeuwarden en dan met name sub d van het Investeringsplan Economi sche Voorzieningen. Onze fractie Juicht het toe dat eind van dit Jaar het plan van de Stuur groep Economische Voorzieningen gereed Is. Wel vragen wij ons af of het nog mogelijk Is voor de presentatie van dit plan In overleg te treden met vertegenwoordigers van werkgevers- en werkne mersorganisaties en andere organisaties van belanghebbenden. Dft overleg dient onzes Inziens als een soort consulteren van deskundigen en belanghebbenden te worden beschouwd. WIJ verwach ten van dit overleg nuttige en goede adviezen. Het kan volgens onze fractie niet zo zijn - en het mag ook niet zo zijn - dat er In het Investeringsplan Economische Voorzieningen teveel staat over hoe de stuurgroep denkt dat het moet, terwijl later belanghebbenden verkondigen dat een en ander onhaalbaar, niet realistisch of fout zou zijn. Wij hebben de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en de belangen organisaties hard nodig bij de realisatie en de vormgeving van dft Investeringsplan. Nogmaals de vraag aan het college of er nog een door ons voorgestelde consultronde kan worden Ingelast en of het college hiertoe bereid Is. Dank u wel, voorzitter. - 31 - De heer Kessfer (weth.): Voorzitter, wat betreft het punt Vrouwenvakschool waar de heer Schade op In Is gegaan wil Ik hem wel toezeggen dat wij nader zullen bekijken of er wellicht als gevolg van het gunstiger geworden klimaat op dit terrein alsnog mogelijkheden zijn om een dependance naar Leeuwarden te halen. Wij zullen daarover de nodige contacten gaan opzetten. De versterking van de relatie onderwfjs-bedrtjfsleven. De heer Schade heeft gevraagd of het college daar nader aandacht aan wil besteden. Het Is overigens niet zo zoals de heer Schade aangeeft dat alleen de Stichting Kennis en Informatie Friesland, die op dft moment trouwens ter ziele Is, op dft terrein een rol speelt. Er Is een groot aantal andere Instellingen, met name ook van de kant van de hogeschool, op dft moment bezig om aan de relatie tussen het onderwijs en het bedrijfsleven meer Inhoud te geven. WIJ zullen daar een InventarIstle van maken en daar ook nader op terug komen In het kader van bijvoorbeeld het Investeringsplan Economische Voor zien! ngen. Tot slot het punt van de consultatieronde. Die suggestie wil Ik wel meenemen naar de stuurgroep. Overigens Is wel de vraag aan de orde hoe uitgebreid je dat wilt gaan doen. Op het moment dat je daar een heel uitgebreide Inspraakronde over gaat houden met werkgevers, werkne mers en andere belanghebbenden, lijkt het mij verstandig om dat pas te doen aan de hand van een In teder geval door het college van b. en w. maar op zijn minst door een commissie vastgesteld plan. Anders ga Je namelijk ergens gesprekken over voeren waarvan het nog maar de vraag fs of binnen het college op diezelfde manier de mening gedeeld wordt. Iets anders Is - en daar zouden wij nog wel een keer over kunnen nadenken - of Je niet In de opstel IIngsfase als stuurgroep een heel snelle consultatieronde Inlast. Je zou dan wellicht een keer 5 of 6 mensen op persoonlijke titel en van wie Je weet dat zij wat hebben te melden op dit terrein om de tafel kunnen uitnodigen. Je zou deze mensen eens kunnen vragen om eens te schieten op onze Ideeën en te komen met voorstellen hoe het anders kan en of zij er wat mee kunnen. Die mogelijkheid wil Ik zeker een keer bespreken In de stuurgroep. De heer Schade: Het moge duidelijk zijn, voorzitter, maar Ik wil het hier nog wel' even bevestigen, dat het onze fractie met name gaat om de mogelijkheid van het schieten op de plan nen die er zijn. Dus een snelle consultatieronde. De Voorzitter: Ik neem aan dat de wethouder geen aanleiding ziet om nader te reageren. Aan de orde Is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met Inachtneming van de toezeggingen van de wethouder. Punt 16 (bijlage nr. 262). De Voorzitter: Aan de orde Is thans Uitvoering nota De horeca In de binnenstad van Leeuwarden/Experiment met vrije sluitingstijden voor horeca-tnrtchtlngen. De heer E.M. Janssen: Mijnheer de voorzitter, dft punt heet Uitvoering nota De horeca In de binnenstad van Leeuwarden. Ik zeg dat zo nadrukkelijk omdat de brief die op onze plaatsen Is neergelegd van Horeca Nederland de suggestie wekt alsof vanavond de horecanota ter discussie staat. Dat 'fs niet zo, want die nota heeft de raad In mei van dft jaar vastgesteld. Toen zijn een heleboel zaken besloten die nu In die brief worden aangevochten. Er Is nogal een uitvoerige Inspraak op de horecanota geweest. Die zaak Is tot twee keer toe In twee commissies behandeld. Er Is overleg geweest en wij hebben een avond meegemaakt In het Oranjehotel waar onder andere ook Horeca Nederland aanwezig was. Daar heb Ik In elk geval andere geluiden gehoord dan In deze brief, nadat de raad een halfjaar geleden de horecanota heeft vastgesteld, verwoord zijn. Ik vind het dus wat moeilijk om daar nu op te reageren. Ik kan mij voorstellen dat daar waar moge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 16