- 10 -
hufdfge omstandf gheden.
Voorzitter, fn de nota wordt de fnformatfevoorzfentng meerdere malen wat als randver
schijnsel genoemd. Het komt mij voor dat deze informatievoorziening wat versnipperd in de nota
is opgenomen. Wij stellen voor dat de gemeente of bijvoorbeeld de S8L een gerfchter informatie
beleid gaat voeren naar de ouderen. Zo zou bijvoorbeeld in samenwerkfng met de afdeling Bevol
king van de gemeente elke 55-Jarige, elke 60-Jarfge, elke 65-Jarige, elke 70-Jarige een gericht
informatiepakket dienen te ontvangen, waarin duidelijk wordt aangegeven welke mogelijkheden er
bestaan om zo goed mogelijk actief aan de maatschappij deel te kunnen blijven nemen. De infor
matie zal betrekking moeten hebben op het wonen, de sociaal-culturele voorzieningen, hulpverle
nende fnstantfes en dergelijke. Ook zaï duidelijk vermeld moeten zijn waar men terecht kan voor
hulp of verdere fnformatie. Op deze manier zal de mondigheid van de ouderen toenemen en worden
onnodige problemen voorkomen- Graag een reactie van het college op deze suggestie.
Ten aanzfen van de woonvoorziening het volgende. Het gemeentelfjk beleid dient er op ge
richt te zijn in de buurten en wijken zoveel mogelijk een gespreide opbouw van de bevolking na
te streven. Indien bepaalde type woningen met name geschikt zijn voor ouderen bestaat de kans
dat dit beleid doorkruist wordt. Daarom zal ook bfj de woningtoewijzing aandacht besteed moeten
worden aan een gespreide opbouw van de bevolking.
Met het voorgestelde beleid over de rol dfe de buurt- en wijkcentra dienen te gaan spelen
bij de hulp- en dienstverlening kunnen wij instemmen. Een en ander zal echter we! geleidelijk
gerealiseerd dienen te worden. Ook de heer Janssen heeft daarover gesproken. Dit houdt fn dat
ouderen die nu gebruik maken van de dienstencentra en straks formeel naar de buurt- of wijkcen
tra zouden moeten, voorlopig gebrufk moeten kunnen maken van de dienstencentra als zij dat wil
len. Met name dient ervoor gewaakt te worden dat de ouderen hierdoor hun contacten kwijtraken.
Tfjdens de overgangsfase dient hiervoor eventueel tijdelijk extra geld beschikbaar te worden
gesteld.
Voor het overige kan de fractie van D66 fnstemmen met deze nota-
De heer Meerdfnk: De nota Ouderenbeleid fs op een zorgvuldige manier tot stand gekomen.
Het heeft wel enige tijd geduurd, maar dat heeft onder andere te maken gehad met de manfer
waarop er inspraak gepleegd fs. De inspraak heeft goed gefunctioneerd. Het is alleen wel zo dat
belefdsnota's over het algemeen van een dusdanig abstractieniveau zijn dat het voor insprekers
vaak moeilijk is om daar direct op fn te haken. Aan de andere kant kan Je zeggen dat de hoe
veelheid reacties doet blfjken dat in ieder geval de strekking van de nota goed begrepen is.
Wat dat betreft denk ik ook dat de nota zfjn kwaïfteften bewezen heeft.
In zijn algemeenheid wfl ik nog zeggen - de heer Ybema bracht dat zojuist ook naar voren -
dat informatievoorziening een punt van zorg moet blijven. Of het nou moet zoals de heer Ybema
voorstelt weet ik niet, want ik denk dat dat een beetje te veel van het goede is. Wel is het zo
dat de ouderen - maar eigenlfjk geldt dat voor at Ie inwoners - gewezen moeten worden op de mo
gelijkheden die er voor hen zijn.
Wat de fnspraak betreft nog het volgende. Op de actiebijeenkomst in Zalen Schaaf fs een
stevfge reactfe gekomen op datgene wat er fn de concept-nota naar voren is gebracht. Ook daar
uit bleek dat fn feder geval delen van de nota goed begrepen zijn. Men begreep dat er iets ging
veranderen. Gelukkig werd de soep niet zo heet gegeten als ze werd opgediend.
De doelstellingen van de nota, het creëren van voorwaarden/voorzieningen voor mensen van
55 jaar en ouder om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven functioneren en het verbeteren van
de positie van ouderen in de maatschappij door participatie en emancfpatfe waar mogelijk te be
vorderen, kunnen wij natuurlijk van harte onderschrijven. Deze doelstellingen worden op een
heldere manier uitgewerkt ten aanzfen van een aantal beleidssectoren. Uft de beschrijving van
die belefdsectoren blijkt dat de gemeente slechts bfnnen klefne marges een eigen belefd kan
voeren. Ik denk daarbij met name aan de financiële posftie van ouderen en aan het beleid ten
aanzien van een gedifferentieerd aanbod van woon- en zorgvoorzieningen. Wat die woonvoorzienin
gen betreft wfl mijn fractie zfch aansluiten bij datgene wat de heer Janssen daarover heeft op
gemerkt.
De PAL-fractfe kan fn zijn algemeenheid de keuzes die b. en w. de raad voorleggen onder
schrijven, met name ook de functfonele benadertng van het voorzieningenpakket. Toch kunnen ten
- 11 -
gevolge van zo'n benadering fricties ontstaan. Een al te rigide functionele benadering kan ave
rechts werken- Het gaat tenslotte om mensen, dat moeten wij niet vergeten.
De PAL-fractie is verheugd over de getefdelfjke weg die het college voorstaat met betrek
king tot de functieverandering van de dienstencentra. De taak van de wijkcentra op het gebied
van sociaal-cultureel werk voor ouderen zal nog vorm en inhoud moeten krijgen. Wij vertrouwen
er op dat dat zai gebeuren. De taakverzwaring van de vrfjwf11fgers in de dienstencentra dient
met de nodige begeleiding omgeven te worden- Ook daar heeft de heer Janssen al op gewezen-
Met één punt heeft de PAL-fractie moeite. Een functfonele benadering sluit niet uit dat er
op stedelijk niveau een door de gemeente gesubsidieerde instelling voor socfaal-cultureel werk
ten behoeve van ouderen blijft bestaan. Het past niet goed fn de decentrale voorzieningenstruc
tuur, maar er zijn op stedelijk niveau meer voorzieningen die daar niet in passen. Waar wij een
geleidelijke functieverandering van de dienstencentra geheel en al kunnen ondersteunen, vfnden
wij dat er ten aanzfen van de bejaardensoos een andere weg gevolgd moet worden- Pas wanneer de
wfJkcentra hun functie ten aanzfen van ouderen zodanfg vervullen dat de bezoekersaantallen van
de bejaardensoos - dat zouden er meer dan 350 per week zijn - meer dan gehalveerd zfjn, fs de
PAL-fractie er voorstander van om de subsidie aan de bejaardensoos af te bouwen. Zo lang dat
niet het geval is, is PAL er voorstander van de bejaardensoos te handhaven als betaalbaar cen
traal ontmoetingspunt voor ouderen in Leeuwarden- Wij willen het college verzoeken ons stand
punt over te nemen.
Overigens kunnen wij instemmen met het ontwerp-besluft.
De heer IJestra: Mijnheer de voorzftter, alvorens tot een inhoudelijke beoordeling te ko
men van de nota Ouderenbeleid is het goed eerst te kijken naar de marges van het gemeentelijk
belefd. De constatering is dan dat de bevoegdheden van het gemeentebestuur om fnhoud te geven
aan een ge'fntegreerd ouderenbeleid beperkt zfjn- Het is goed dat wij ons dat terdege realiseren
alvorens een waarde-oordeel over de nota uit te spreken. De nota moet dan ook gezien worden als
een beleidsondersteunend instrument waarin fs vastgesteld wat wel tot de mogelijkheden en ver
antwoordelijkheden van de gemeente behoort en hoe zij daarfn kan participeren.
Mijn fractfe wil haar waarderfng uitspreken voor deze nota. Een nota die geruime tijd on
derweg fs geweest en die met zorg fn de commfssfes is behandeld. Door de fntensieve behandeling
van de nota heeft mfjn fractie niet de behoefte er nog diepgaand op te reageren, want dat zou
een herhaling worden van datgene wat al gezegd is.
Wel wfl ik nu nog ingaan op een belangrijk onderdeel van de nota, namelijk het wonen van
ouderen in hun eigen vertrouwde woonomgeving- Naar de mening van de VVD-fractie moet de ouderen
dfe dat wensen met een goed voorzieningenpakket dfe moge!fJkheden ook geboden worden. In de no
ta wordt duidelijk ingegaan op de vraag welke voorzieningen dat zijn en hoe deze worden gecon
cretiseerd nu en fn de toekomst.
De SBL. In de uitvoering en coördinatie heeft de SBL een belangrfjke taak. Een taak die
voor alle betrokken partijen duidelfjk en efficiënt uitgevoerd moet worden. Recentelijk is be
kend dat het SBL-bestuur vervangen gaat worden. Mijn fractie denkt dat dit niet een ongunstig
moment is nu eens duidelijk met de nodige zelfkritiek het eigen beleid op een rfjtje te zetten.
Duidelfjkheid naar de subsidiegever en naar de ouderen is belangrijk.
In de nota, mijnheer de voorzitter, wordt gezegd dat slechts een klein deel van alle oude
ren gebrufk maakt van een vorm van hulp- of dienstverlening. Over de grote groep ouderen die
zich anders redden wordt in de nota niet gesproken. Je zou dfe groep de zelfredzame ouderen
kunnen noemen. Ouderen die vaak nog over goede vaardigheden, kennis en gezondheid beschfkken.
Mijn fractfe wfl het college vragen of het een visie heeft hoe deze groep ouderen betrokken kan
worden bij allerlei nuttige zaken in onze samenleving. Vaardtgheden en vooral kennis kunnen zo,
als zij dat wensen, ten nutte van de samenleving gebracht worden. Het betrekken hierbij van
ouderen kan een stimulerende werking hebben op de Jongeren. Met belangstelling zien wfj de
reactie van het college tegemoet.
In de Leeuwarder Courant van donderdag 9 november J-l- lazen wij dat de gemeenten hun ou
derenbeleid moeten verbeteren. Mijn fractie fs van mening dat de gemeente Leeuwarden met deze
nota een goede voorzet daartoe heeft gegeven.
Tot slot, mfjnheer de voorzitter, met alleen een nota komen wij er niet. De zelfwerkzaam-