- 26 -
kader van nieuw beleid wordt voorgesteld. Ik heb daarvoor de volgende motie gemaakt.
Motie V.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, In vergadering op 18 december 1989,
behandelende het beleidsplan 1990-1994,
overwegende:
- dat Inzicht In de verbanden tussen armoede In de Derde Wereld en rijkdom
In onze wereld niet vanzelf tot stand komt, maar dat daaraan een bewust
wordingsproces vooraf moet gaan;
- dat het beleid van de gemeente Leeuwarden op het terrein van de ontwikke
lingssamenwerking van de grond begint te komen, doch nog niet In voldoen
de mate de Leeuwarder bevolking bereikt;
- dat daarvoor een zekere beleidsintensivering noodzakelijk Is,
besluit In het kader van nieuw beleid de storting In het Fonds Ontwikke
lingssamenwerking structureel te verhogen met een bedrag van f 20.000,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie Is mede-ondertekend door mevrouw Westra. (De Voorzitter: De motie Is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Het gaat erom dat de feitelijke uitbuitingsrelatie tussen het Westen en de Derde Wereld
wordt opgeheven. Bewustwording van die relatie hier In het Westen Is noodzakelijk om er een
begin van een einde aan te maken. Dat kunnen wij niet aan de markt overlaten, daarvoor Is poli
tieke macht nodig en een overheid die deze ongelijke verhouding wil corrigeren.
De kans Is niet denkbeeldig dat tengevolge van de verscherpte Noord-Zuid tegenstelling het
vluchtelingenprobleem kwalitatief van karakter verandert: minder politieke en meer economische
vluchtelingen. Ons land zal net als andere landen In West-Europa moeten bewijzen dat het het
predikaat "ontwikkeld" met recht draagt. Dat kan het onder andere bewijzen door een ruimhartig
toelatingsbeleid. Lokaal Is die ruimhartigheid er gelukkig al wel, wat zich onder andere uit
drukt In het op suggestie van PAL tijdelijk beschikbaar stellen van het Burmantahuls als cen
trum voor asielzoekers.
En hoe staat het er op nationaal niveau voor? Ook op dit niveau Is er sprake van vergro
ting van de verschillen, althans de verschillen In economische ontwikkeling tussen onder andere
Friesland en het westen en zuiden van ons land worden groter. De economische "boom" waarover In
de media en door politici wordt gesproken lijkt voor een groot deel aan Leeuwarden voorbij te
gaan en gaat In elk geval voorbij aan een groot deel van de Leeuwarders. Hoe zo economische
groei, wanneer een kwart van de bevolking al Jaren op of onder de armoedegrens leeft? Hoe zo
groei van de werkgelegenheid, wanneer 26$ van de beroepsbevolking werkzoekend Is? Het Noorden
van Nederland mag blij zijn als het er economisch niet op achteruit gaat, terwijl de rest van
Nederland geniet van een economische bloeiperiode. De vraag Is zelfs of de werkgelegenheid In
Leeuwarden na verbetering van de Infrastructuur zal groeien.
De rljksoverheld laat het Noorden aan de markt over. De boodschap Is dat het Noorden op
eigen kracht en met gebruikmaking van de eigen potenties er bovenop zal moeten komen. Maar van
een potentie die het Noorden heeft - de winning van aardolie en aardgas - heeft het maar ver
rekt weinig kunnen profiteren. Waarom Is er met de baten van het aardgas zo weinig voor het
Noorden gedaan? Het lijkt wel of de overheid helemaal niet meer stuurt. Het beeld is ontstaan
dat ^d<3 pol It lek _de markt alleen nog maar volgt, althans geen strobreed In de weg legt. De markt
Is In, de overheid Is uit. Het wordt tijd voor een omslag In dit denken.
Het Is nog maar de vraag of de regerIngsdeelname van de PvdA het begin van een trendbreuk
betekent, want dan zullen toch de PvdA-panelen weer een andere kant op moeten gaan schuiven. Of
met zo'n eventuele trendbreuk de perspectieven voor het Noorden In het algemeen en Friesland In
het bijzonder zullen verbeteren Is eveneens zeer de vraag. Volgens een recent artikel In Inter
mediair Is de Invloed van Friese bestuurders op de landspolItlek bijzonder gering. PAL Is be
nieuwd naar de resultaten van de directe relaties, die zowel PvdA als CDA In Leeuwarden met hun
- 27 -
bewindslieden hebben gelegd of zullen gaan leggen. Zijn daar al nadere mededelingen over te
doen door het college?
Wat zijn de perspectieven van een overheid, die bestuurt op afstand, die pas optreedt als
marktpartijen zelf er niet meer uit komen? Het Is niet alleen zo dat de markt - de economie zo
men wil - het politieke domineert; tevens domineert de technologie de Westerse cultuur: steeds
nieuwer, steeds beter, steeds functioneler. De technologie creëert nieuwe ethische en Juridi
sche problemen, waarop onze cultuur het antwoord schuldig blijft. De waarden en normen van de
agrarische en Industriële samenleving, die In onze cultuur en ons recht nog volop aanwezig
zijn, verouderen In een zeer ras tempo. Nieuwe waarden en normen ontwikkelen zich veel langza
mer. Niet duidelijk Is of er In de Informatiemaatschappij nog plaats Is voor waarden als recht
vaardigheid en solidariteit.
De wijze waarop zo links en rechts geschreven en gepraat wordt over de mensen aan de on
derkant van de maatschappelijke ladder doet vrezen dat een waarde als solidariteit aan beteke
nis zal gaan Inboeten. De manier waarop niet alleen door liberalen maar ook door vele christe
nen en sociaal-democraten geschreven en gepraat wordt over welzijnswerk, met name wat betreft
het wegwerken van achterstellingen, doet vrezen dat deze werksoort straks alleen nog bestaans
recht kan hebben wanneer het een bijdrage levert aan de Integratie van achtergestelde groepen
In deze maatschappij. Met emancipatie heeft dit natuurlijk nog maar weinig van doen. En als In
tegreren met de zachte hand niet kan, dan maar met de harde? De groepen die er het slechtst aan
toe zijn, waarvoor In de maatschappij geen zinvol werk Is met een redelijk Inkomen, worden tot
probleem gemaakt In plaats van de maatschappij. Met name werksoorten als sociaal-cultureel werk
en opbouwwerk kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het emancipatieproces van deze
groepen mensen en In het zichtbaar en bespreekbaar maken van de maatschappelijke oorzaken van
Individuele problemen van mensen.
Er Is niet alleen een activerend arbeldsmarktbeleld nodig zoals de regering wil om het
probleem van met name de langdurig werklozen op te lossen. Nodig Is ook de erkenning door sa
menleving en politiek dat met de huidige stand van de produktletechnleken er een structureel
werkloosheidsprobleem Is. Ondanks de behoorlijk grote economische groei daalt de werkloosheid
maar In geringe mate. Met name voor niet en laag geschoolde werknemers zal het steeds moeilij
ker worden een betaalde baan te vinden met een redelijk loon. Veel handarbeid Is weggemechanl-
seerd en -geautomatiseerd uit onze samenleving. Het aantal mensen dat wordt afgekeurd neemt
toe. Het aantal langdurig werklozen neemt eveneens toe.
Wat heeft onze maatschappij mensen te bieden, die om wat voor reden dan ook niet In het
betaalde arbeidsproces worden opgenomen? Weinig Inkomen, veel vrije tijd en weinig tot geen
perspectief. Het Is een continu uitstotingsproces; voor de slachtoffers Is veelal geen andere
betaalde werkplaats beschikbaar. BIJ-, her- en omscholing Is nuttig, maar levert nauwelijks een
bijdrage aan het vergroten van de werkgelegenheid: een nieuwe groep wordt uit het arbeidsproces
gestoten. En ga zo maar door.
PAL staat positief ten opzichte van de zogenaamde arbeidspools, maar ook hierdoor wordt de
werkgelegenheid In kwantitatief opzicht nauwelijks uitgebreid. Over arbeidstijdverkorting en
dergelijke wordt nog maar weinig gesproken, eerder het tegendeel. Wel wordt gesproken over
Europa 92 en dat wij - bedoeld wordt Nederland of nog preciezer het Nederlandse bedrijfsleven -
de boot niet moeten missen. Maar biedt een samenwerkend Europa meer werkgelegenheid voor de
groepen die Ik noemde? Wordt daardoor de tendens van een toenemende arbeldsproduktlvltelt en de
daarmee samenhangende kwalitatieve verandering van de arbeid tegengegaan? Nee dus. PAL - en op
landelijk niveau Groen Links - wil deze tendensen problematiseren. Wat zijn de gevolgen ervan
op nationale, Europese en mondiale schaal? Voor een overheid die wil sturen, die sociaal vei
nleuwend wil bezig zijn, valt er heel wat te doen op dit vlak.
Op lokaal niveau heeft de Commissie Onderzoek Armoedeproblematiek de armoede op hoorbare
wijze uit de stilte gehaald. De problematiek liegt er niet om: één op de vier Leeuwarders maakt
deel uit van een huishouden dat op of onder de armoedegrens leeft. En de perspectieven voor
deze mensen zijn niet best.
Het rapport van de commissie moet nog besproken worden en Ik wil daar dan ook niet al te
zeer op vooruit lopen. Maar een belangrijke vraag die bij ons opkwam naar aanleiding van het
rapport en de toespraak van de wetenschappelijk onderzoeker van de Rijksuniversiteit van Gro
ningen Is deze: In hoeverre wordt door de Investeringen op allerlei gebied In Leeuwarden Indei