- 80 -
Voor wat de ontwikkelingssamenwerking betreft vraagt de heer Meerdink of er ambtelijke on
dersteuning kan worden gegeven bij het Inventartseren van de Initiatieven op dat gebied. Momen
teel houdt iemand zich daar al ambtelijk mee bezig, maar zoals u weet wordt na 1 maart alles
weer anders. De vraag Is of er dan mogelijkheden blijven. WIJ zullen dat dan te zijner tijd
moeten bekijken. Het lijkt mij wat te ver gaan om daar nu al geld voor te gaan ramen. Ik wil
de situatie eerst maar eens eventjes afwachten.
De heer Rozema heeft gevraagd of de zaak-Heechterp en al les wat daaromheen speelt nog een
keer In de Commissie voor Welzfjnsaangelegenheden aan de orde kan worden gesteld. Het antwoord
daarop Is Ja.
Ik wil het hierbij laten, voorzitter.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, het college ervaart de motie over de Kanselarij
als beleidsondersteunend en kan die derhalve onderschrljven. De discussie spitst zich nog even
toe op de vraag of het verstandig Is om de koppeling met een museale functie te leggen. Dat
lijkt mij wel verstandig omdat het, met name als de motie ook bedoeld Is voor de Tweede Kamer,
voor de afwegingen van belang kan zijn dat men weet dat het niet gaat om een commerciële func
tie. Ook In een gebouw als dit met een openbare functie kunnen namelijk commerciële functies
zitten en derhalve kan dan een hogere vraagprijs gerechtvaardigd zijn. Het gaat hier evenwel om
een museale Ideële functie. In die zin lijkt het mij verstandig om dat aspect wel degelijk In
de motie op te nemen.
De heer Koopmans heeft geconstateerd dat mijn antwoord met betrekking tot de woningbouw
zoals die In de structuurvisie stadsgewest Is geformuleerd wat vaag Is. Ik heb geprobeerd de
uiterste duidelijkheid te scheppen. Soms moet dat omslachtig worden geformuleerd en daardoor
kan dan vaagheid ontstaan. Zoals gezegd wordt vrijdag a.s. de nota namens de stuurgroep uitge
reikt aan het college van gedeputeerde staten en aan de colleges van b. en w. van de deelnemen
de gemeenten. WIJ zullen vervolgens als college een voorlopig standpunt vaststellen, waarna on
middellijk bespreking In de daartoe aangewezen commissies, want deze zaak gaat natuurlijk wel
Iets verder dan alleen het terrein van de ruimtelijke ordening, volgt. WIJ zullen In leder ge
val nagaan op welke wijze wij de raad hier zo volledig mogelijk bij kunnen betrekken.
De PAL-fractle heeft aangegeven dat zij de tijdelijk In te stellen commissie zeker niet
alleen wenst te laten functioneren voor de gemeente Leeuwarden, maar dat zij het zinvol en wen
selijk acht om die commissie ook namens de andere gemeenten - en wat mij betreft ook namens de
provincie - te laten functioneren. Ook In de structuurvisie stadsgewest Is een dergelijke wens
om daartoe te komen geformuleerd ten behoeve van de totale stadsgewestfunctie. (De heer Meer
dink: Ik heb wat die motie hierover betreft het college verzocht om, als Je zo'n commissie In
stelt, daar meteen al de betrokken gemeenten en eventueel ook de provincie bij te betrekken.)
Ik beoogde met mijn opmerking te zeggen dat een gelijksoortig voorstel zoals dat In deze raad
wordt gedaan In feite ook vanuit de structuurvisie stadsgewest wordt gedaan, maar dan In de zin
van een "zware" commissie voor het hele stadsgewest.
Tot slot, voorzitter, de heer Rozema. HIJ bepleit een meer radicale oplossing als het gaat
om de fletszones: meer prioriteit voor de fietsers ten opzichte van de andere verkeersdeelne
mers. Het Is gemakkelijk om daar ja op te zeggen - want wie zou daar tegen zijn? -, ware het
niet dat discussies over proflelopbouw altijd ln de Commissie voor Openbare Werken en Milieu
plaatsvinden en daar altijd met name over het aspect fietsers tegenover andere functies heel
nadrukkelijk met elkaar van gedachten wordt gewisseld. Dat het In de werkelijkheid niet altijd
slaagt Is meer een kwestie van onmacht gelet op de feitelijke situatie. De opmerking dat wij
moeten kiezen voor meer radicalere oplossingen vind Ik, als Ik de werkelijkheid bezie en de
discussies naga die daarover In de commissie zijn gevoerd, een onvoldoende Ingevulde kreet.
Mevrouw Vlletstra (weth.): Voorzitter, Ik wil ln de eerste plaats Iets zeggen In de rich
ting van het CDA. Er is kennelijk vanavond op de televisie wat meer bekendheid gekomen over die
landelijke actie. WIJ zullen dat nagaan en bekijken of wij daar een rol In kunnen en moeten
spel en.
De heer Koopmans heeft twee punten genoemd ten aanzien waarvan het volgens hem wenselijk
- 81 -
zou zijn dat de gemeente coördinerend optreedt en Ik heb het dan over het mbo. Wat het punt van
de hulsvesting betreft Is dat denk Ik geen probleem. WIJ hoeven daar echter geen zwaar overleg
met al die besturen voor op te tulgen, omdat wij met de verschillende scholen ook al overleg
hebben over zaken betreffende de hulsvesting. Het andere punt betreft de opmerking van de heer
Koopmans dat het hem bekend Is dat er drie mbo-Horeca aanvragen liggen. Dat Is het college ook
bekend. Het probleem daarbij Is dat wij partij zijn. Als gemeente zijn wij één van de drie aan
vragers. Ik vraag mij dus af of dat nou een punt Is waar wij als gemeente coördinerend In op
moeten treden. Bovendien Is het zo dat het probleem ook niet zozeer binnen Leeuwarden ligt,
maar dat daar ook heel nadrukkelijk de problematiek bij betrokken moet worden van een MEAO In
Drachten en eventueel van een MTS in Heerenveen. Bedoeld probleem kunnen wij hier In Leeuwarden
dus niet oplossen. Dat kan alleen maar In goed overleg, provinciaal, met de verschlI lende
besturen-organlsatles. (De heer Koopmans: Voorzitter, Ik denk toch dat wij er als gemeente erg
veel belang bij hebben dat er een opleiding mbo-Horeca In Leeuwarden komt.) Dat Is ook precies
de reden waarom wij al een aantal Jaren als gemeente daarvoor een aanvraag hebben Ingediend.
(De heer Koopmans: Dat Is ook de achtergrond van onze vraag.) Daar bestaat geen verschil van
mening over, maar als u zegt dat de gemeente coördinerend zou moeten optreden om eruit te komen
omdat er drie concurrerende aanvragen liggen, dan denk Ik dat wij daarin onvoldoende mogelijk
heden hebben omdat deze problematiek veel breder ligt dan alleen in de gemeente Leeuwarden. WIJ
kunnen dat probleem alleen maar oplossen, en daar worden ook pogingen toe ondernomen, In pro
vinciaal verband.
De VVD-fractle heeft een suggestie gedaan om ook eens te kijken naar de bemiddeling bij
stageplaatsen. Het gaat daarbij over het uitwerken van een projectvoorstel op het terrein van
de landbouw tussen Orël en Leeuwarden. Die suggestie zullen wij daarin meenemen.
Tot slot een paar opmerkingen In de richting van de heer Rozema. De suggestie van een stu
dentenpaspoort met korting of misschien zelfs voor niets krijgen als Je Je laat Inschrijven is
wel eens vaker gedaan. In de Overlegcommissie voor studentenaangelegenheden Is de kortlngsrege-
llng voor studenten op een aantal zaken een van de punten die de komende periode wordt uitge
werkt. Het Is de bedoeling dat op een zodanig tijdstip voor elkaar te hebben dat bij de start
van het nieuwe cursusjaar daar gebruik van gemaakt kan worden. Of Je een dergelijke kortingsre
geling moet koppelen aan het Inschrijven Is een lastig punt, omdat a. Je daar een fikse admi
nistratie voor op moet tul gen en b. Je niet na kunt gaan of Iemand zich bijvoorbeeld voor de
eerste keer Inschrijft en zich dan weer uit laat schrijven om vervolgens Jaar op Jaar van zijn
voordelig of gratis paspoort gebruik te maken. Dat zijn problemen waar wij niet een-twee-drle
een oplossing voor hebben. Misschien komt de overlegcommissie daar wel uit of misschien ook
niet, maar dat merkt u te zijner tijd wel.
Dan heeft de heer Rozema nog een suggestie gedaan om Inwoners van Leeuwarden te gebruiken
als stadsglds. Ik vind dat een aardige suggestie die, hoewel die misschien ook al In de 101
toeristische tips van de PvdA zit - de heer Den Oudsten knikt zie Ik - wordt meegenomen.
De voorzitter heeft mij uitgenodigd om nog Iets over de kleine scholen te zeggen. Ik heb
dacht Ik ln eerste Instantie voldoende duidelijk gemaakt dat ook wij de zorgen van de heer
Ybema en anderen delen en dat wij ln deze zeer alert zullen zijn.
De Voorzitter: Dan wil Ik nu de moties ln stemming brengen.
Motie I van de PvdA-fractle over het Instellen van een tijdelijke commissie Is door het
college overgenomen en hoeft derhalve niet In stemming te worden gebracht.
Motie II van de PvdA-fractle over het ml Ileu-actlefonds wordt doorgeschoven naar morgen.
Motie III van de PvdA-fractle over het Instellen van een overlegcommissie Is door het
college overgenomen en hoeft dus ook niet In stemming te worden gebracht.
Aan de orde is motie IV van de VVD-fractle over het maken van een overzicht van de nade
lige effecten van de opgelegde herwaarder 1ngsvoorstellen. WIJ gaan nu over tot stemming over
deze motie.
Motte IV van de heren De Beer en Burg wordt verworpen met 25 tegen 9 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, PAL en GPV/RPF/SGP.)