_100_ d. dat, wanneer bij herwaarderIng als laatste middel verhoging van de belastingen wordt toegepast, het logisch Is wanneer de financiële situatie zich rooskleu riger ontwikkelt de voorgenomen belastingverhoging geheel of ten dele zal wor den nagelaten, bes lult: 1. de voorgestelde verhoging van de onroerend goedbelastlngen, op basis van her waardering en Voorjaarsnota 1989 vooralsnog gefaseerd te laten plaatsvinden te weten: In 1990 f 1.700.000,In plaats van f 2.700.000, 2. Hierdoor kunnen de volgende tarieven worden vastgesteld: - gebrulkersheffIng f 7,38; - elgenarenheffIng f 8,66. (Een stijging ten opzichte van het tarief 1988 van ongeveer 3,5?); 3. Vervolgens kan aan de hand van de Voorjaarsnota 1990 en begroting 1991-1995 worden besloten tot het al dan niet doorgaan van de laatste fase, en gaat over tot de orde van de dag." De motie Is mede-ondertekend door de heer Bilker. (De Voorzitter: De motie Is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) De heer Mink: Ik wil eerst Ingaan op de reinigingsheffingen en rioolrechten. Volgend jaar zullen voor het eerst de reinigingsheffingen kostendekkend zijn. In het verleden hebben wij daarmee Ingestemd en daar zijn wij dus nu ook mee akkoord. De rioolrechten gaan omlaag. Daar gaan wij ook mee akkoord. Dan het punt onroerend goedbelastlngen. Ook onze fractie heeft In de Commissie voor de Financiën een voorbehoud gemaakt omtrent het voorstel tot verhoging van de ogb met 2,7 miljoen gulden. WIJ hebben ook gevraagd of er een mogelijkheid Is voor gefaseerde verhoging, namelijk nu 1,7 miljoen gulden en later 1 miljoen gulden. De algemene reserve van 3 miljoen die mis schien eind 1990 4 miljoen kan bedragen, Is wel Inclusief de ogb-verhoglng van 2,7 miljoen gulden. Dat heeft de heer Krol er zojuist niet bij verteld. Gelet op het feit dat Je voor het milieubeleid in 1990, de arbeidspools en ook de kinder opvang geld nodig hebt, zijn wij van mening dat de ogb-verhoglng van 2,7 miljoen door moet gaan want anders zak Je met de algemene reserve onder de grens van 3 miljoen gulden. Zowel bij de vorige algemene beschouwingen ais bij de Voorjaarsnota heeft bijna elke fractie, ook het CDA, aangedrongen op een algemene reserve van minimaal 3 miljoen gulden. Er Is toch niets mooiers als de stand van de algemene reserve In 1990 al 3 miljoen gulden bedraagt en niet één of twee Jaar later? WIJ zijn niet van plan om de motie die de heer Krol heeft Ingediend te steunen. Tot slot wil Ik nog opmerken dat Ik het wat goedkoop vindt dat in het besluit van de motie wordt gezegd dat de stijging van de tarieven slechts 3,5? Is. Op zich Is dat wel Juist, maar wat de heer Krol er niet bij vertelt Is dat er een hertaxatie Is geweest die niet van Invloed Is op de tarieven maar wel op het uiteindelijke bedrag dat de mensen moeten betalen. Dat vind Ik dus ook niet zo'n sterk argument. De heer Meerdlnk: Ook Ik zal een toelichting geven op het standpunt van onze fractie. Ik heb daar gisteren tijdens de algemene beschouwingen ook al het een en ander over gezegd. BIJ de behandeling van de voorstellen In het kader van de herwaarderIng en de Voorjaarsnota hebben wij om uiteenlopende redenen tegen de verhoging van de ogb gestemd. Eén van de redenen was dat wij toen vonden, met name bij de behandeling van de Voorjaarsnota, dat de bestemming van de gelden van de ogb voor ons te vaag was. WIJ zitten nu in een andere situatie. Het Is In Ieder geval duidelijker waarvoor het geld zal worden uitgegeven. Bovendien zit er nog een aantal uitgaven posten aan te komen. WIJ hebben het vandaag over de kinderopvang gehad maar ook over het milieu, de armoedeproblematiek en de arbeidspools. Dat zijn bel eldsterrelnen die geld vragen. Het lijkt mij op dit moment niet verstandig om het voorstel van de CDA-fractie over te nemen. Wat voor ons In Ieder geval deze hogere tarieven van de ogb acceptabel maakt Is het feit -101 - jat er- een actief kwljtscheldlngsbeleld wordt gevoerd, waardoor met name de groepen die anders toch behoorlijk met deze verhoging geconfronteerd zouden worden In relatieve zin daarvan vrij gesteld worden. De heer Ybema: Voorzitter, Ik zal mij alleen concentreren op de voorstellen voor de onroe rend goedbelast ingen. De hele discussie spitst zich toe op de vraag wat wij doen met de beslui ten die wij eerder dit Jaar hebben genomen over de verhoging van de ogb. Gelukkig zitten wij nu toch In een financieel andere situatie te praten. Het beeld Is wat dat betreft gelukkig wat gunstiger dan toen wij In mei/Juni de principe-beslissingen namen die nu voor concrete effectu ering voorliggen. Blijft de afweging ten opzichte van de stand van de algemene reserve. Ik maak mij toch sterk dat wij, als wij In met/Juni bij die principe-beslissingen hadden kunnen bevroe den dat wij zouden praten over een algemene reserve van zo rond de 3 miljoen gulden, dan niet deze principe-beslissingen In deze vorm hadden genomen. Op zich heeft de heer Mink gelijk dat het bij deze verhoging om meer gaat dan de 3,5? die In de motie van het CDA wordt genoemd. Uit het voorstel van b. en w. blijkt dat door de her taxatie de woningen over de afgelopen vijf Jaar met bijna 12? In waarde zijn gestegen. Dat ver taalt zich natuurlijk ook In hogere belastingen voor de desbetreffende huiseigenaren. In die zin Is er toch een vrij forse belastlngverhoglng aan de orde. Ik vind dat wij deze zaak ook moeten bekijken In het kader van het totale beeld van de af gelopen vier jaar. Het collegeprogramma heeft de verhoging van de belastingen In zijn algemeen heid altijd als laatste mogelijkheid genoemd om de zaak financieel rond te maken. Op zich vind Ik dat een goed uitgangspunt, want het gaat hier natuurlijk om Iets wat de mensen toch wel heel hard raakt. De afgelopen Jaren hebben wij nogal eens moeten beslissen tot behoorlijk forse be lastingverhogingen. Voor een deel kon dat dan niet meer binnen de ogb, maar hebben wij dat bij andere heffingen gevonden. Op dit moment Is mijn taxatie dat het voorstel zoals dat zojuist door de CDA-fractle In een motie Is geformuleerd en daarbij rekening houdend met het beeld van de afgelopen vier Jaar - Ik betrek dat nadrukkelijk In mijn standpuntbepaling - op zich een heel acceptabele middenweg Is. Voordat Ik mij definitief over de motie uitspreek wil Ik toch ook graag de reactie van het col lege horen. De heer Rozema: Voorzitter, Ik wacht graag In eerste Instantie de reactie van het college op de motie van de CDA-fractle af. De heer BIJkersma: Voorzitter, het voorliggende voorstel omvat drie factoren namelijk een verhoging van de reinigingsheffing, een verandering van de rioolrechten en een verhoging van de onroerend goedbelastlngen. Ik wil eerst Ingaan op de door het college voorgestelde reinigingsheffingen. In het verle den hebben wij steeds gezegd dat de reinigingsheffing, waaronder de afvalstoffenheffing, kos tendekkend moet zijn. Iedere manoeuvre van het college om die zaak kostendekkend te maken en te houden zou vanuit mijn fractie steun krijgen. Ik begrijp best dat die maatregel voor sommige mensen pijnlijk kan zijn, maar wij hebben altijd gezegd dat de vervuiler betaalt. Ook reini gingsrechten hebben mijns Inziens met vervulling te maken. Dat Is de reden dat de VVD-fractte voor het voorstel van het college betreffende de reinigingsheffingen Is Inclusief de later aan ons toegezonden wijzigingen. Voor wat betreft de rioolrechten geldt dezelfde argumentatie dat ook hier het kostendek kend aspect een grote rol speelt, alhoewel - wij hebben het daar de vorige raadsvergader1ng ook over gehad - nog niet boven water Is hoeveel de rioolrechten nu precies mogen bedragen. WIJ gaan er echter vanuit dat het college er ook voor wat de rioolrechten betreft naar blijft stre ven de zaak binnen de perken te houden en blijft streven naar het terugbrengen tot een bepaald tarief. Wat dat laatste betreft doel Ik op een belofte uit het verleden. Er Is toen gezegd dat de rioolrechten tijdelijk worden verhoogd om een deflclet In de ogb te elimineren. Als dat wordt rechtgetrokken dan zien wij dat wel. Mede op grond van het Inlossen van die belofte gaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 51