-104 De heer Terpstra Is Inmiddels ter vergadering gekomen. De Voorzitter: Ik zal namens het college een reactie geven. Het lijkt mij dat ik vooral In moet gaan op de opmerkingen over de ogb, omdat de overige In het voorstel aan de orde zijnde wijzigingen uw Instemming hebben. Ik betrek hierbij direct de motie van het CDA. Waarom hebben wij het afgelopen voorjaar tot deze verhoging van de ogb besloten? Daar Is een aantal argumenten voor geweest. Het eerste argument was dat de stand van de algemene reser ve toen zorgen baarde. WIJ dreigden daarmee onder de nul te zakken wat geen goede zaak zou zijn. Verhoging van de ogb zou dat kunnen voorkomen. Het tweede argument, dat toch uiteindelijk volgens mij wel de doorslag heeft gegeven voor veel fracties, Is het lange termijnperspectiefVanaf 1981 zijn er In de orde van grootte van minimaal 25 miljoen gulden bezuinigingen doorgevoerd. In 1982 bij de allereerste bezuinigingso peratie lag een een pakket herwaarderIngsvoorstellen op tafel, Inhoudende ultgavenverlaglng op een aantal punten. Overigens was dat voor een deel nog niet zo heel erg problematisch, omdat het ook toen ging om het terug laten lopen van de veronderstelde groei. Voor een deel waren het dus ook volstrekt pijnloze bezuinigingen. Los daarvan was er ook toen al sprake van een belas tingverhoging van ongeveer 2,5 miljoen gulden, namelijk door middel van de Invoering van de riool retributie met Ingang van 1986. Daarna Is het, vanaf mei 1982 tot mei 1989, stil geweest aan het belastingfront wat be treft echt forse verhogingen. In de tussenliggende periode hebben wij nog wel eens een keer hier en daar iets trendmatigs verhoogd en ook nog wel eens wat aan de leges en tarieven gedaan, maar wat betreft de grote belastingen - de rloolretrIbutle en de ogb - hebben wij geen verhogingen meer doorgevoerd. Dat is de reden geweest voor het college om In mei 1989 te zeggen dat het redelijk Is, het hele lange termijnbeleld overziende, om, als Je minimaal 25 miljoen gulden In ultgavenverlagende zin hebt moeten bezuinigen, nu ook weer eens de belastin gen aan de orde te laten komen. WIJ hebben dat temeer gedaan omdat het naar ons gevoel niet alleen maar meer gaat om bezuinigen. WIJ willen niet een beleid voeren van het simpelweg alleen op de winkel passen, wij willen een wat offenslever beleid voeren. Gisteren Is dat ook door alle fracties tijdens de algemene beschouwingen met zoveel woorden benadrukt. Een offensief beleid gericht op het genereren van groei. Ik heb al eens een keer In ander verband gezegd dat de kost Inderdaad voor baat uitgaat. Je zult eerst moeten Investeren, dan komen er hopelijk meer bedrijven. Dat levert op termijn ook weer winst op simpelweg In de zin van meer belastingen. Er moet dus geïnvesteerd worden. Momenteel zijn wij met Investeringsplannen bezig. Voor nieuw beleid zal straks, maar dat hebben wij nu ook al voor een deel gedaan, geld vrijgemaakt moeten worden. Offensief beleid ook In de richting van ons ambtelijk apparaat: adequater, kIantvrlende- I Ijker, meer bedrijfsmatigerOok daar Is geld voor nodig. WIJ hebben In de Voorjaarsnota aan gekondigd dat wij ons nog beraden op de huisvesting. In dat verband Is onder andere het Burma- nlahuls genoemd. In die nota Is ook aangekondigd dat er meer geld nodig Is - voor een deel Is dat nu al gehonoreerd - voor opleidingen. Het derde argument. Gisteren hebben wij In het kader van de consequenties van het regeer akkoord één- en andermaal geconstateerd dat er voor een groot aantal zaken zoals kinderopvang - dat punt Is het meest uitgediept - arbeidspools, milieubeleid en ongetwijfeld nog veel andere kleinere punten die uit het nieuwe kabinetsbeleid voortkomen, ook geld nodig Is dat wij als ge meente zullen moeten betalen. Argument vier. In de Commissie voor de Financiën heb Ik al gezegd dat, als Je de totale belastingdruk In Leeuwarden vergelijkt met die van andere steden van een vergelIJkbare omvang - dat wil zeggen steden met een centrumpositie In hun regio -, dan blijkt dat de situatie In Leeuwarden zeer gunstig Is te noemen. Zeker als Je kijkt naar wat de woonlasten per woning zijn - de woonlasten dan uitgerekend In de zin van dat Je kijkt wat het wonlngdeel van de ogb en de andere belastingen moeten opbrengen, dus niet het bedrijfsmatige deel - dan zie Je dat Leeuwar den ten opzichte van een groot aantal andere centrumgemeenten In Nederland heel laag scoort. Wij komen op de vierde plaats van onderen. Mede gelet op de andere argumenten die Ik zojuist heb genoemd Is dit argument ook een reden geweest voor het college om te zeggen dat het rede lijk, reëel en gerechtvaardigd Is om op dit moment met dit voorstel te komen. -105 - Ik constateer op zich dat aan die argumenten vrij weinig tot niets Is veranderd. Het enige waarvan Je misschien zou kunnen zeggen dat het Iets anders Is geworden Is de stand van de alge mene reserve. Gelukkig Is de algemene reserve Iets omhoog gegaan en die zit nu zo rond de 4 miljoen gulden. Daar moet overigens de storting van 1 miljoen gulden naar allerlei andere fond sen weer uitgehaald worden, dus dat betekent dan weer een verlaging. Ook al doe Je dat, wij hebben nadrukkelijk de marges aangegeven van 3 tot 10 miljoen. Ik constateer nu toch een beetje de teneur van: wij zitten zo rond de 3 miljoen en laten wij maar tevreden achterover gaan leunen. Door het Indienen van een motie zoals de CDA-fractle heeft gedaan kan er per saldo gewoon minder geld naar de algemene reserve vloeien. Gisteren heb Ik al In de richting van de heer Rozema gezegd dat de marge van de algemene reserve tussen de 3 en 10 miljoen gulden ligt. Het Is natuurlijk duidelijk dat er vanuit de financiële optiek belang bij Is om die algemene reserve eerder in de richting van de 10 miljoen gulden te laten groeien dan die te handhaven op 3 ml IJ oen gulden. Kortom, er is een groot aantal argumenten op grond waarvan het college de motie van de CDA-fractle ten sterkste ontraadt. Ik ben hiermee op alle opmerkingen en vragen Ingegaan. Het beleid en het beheer waar de heer Btjkersma op Is Ingegaan - dat Is toch wel een beetje zijn stokpaardje - Is nu niet aan de orde. (De heer BIJkersma: Dat Is helemaal mijn stokpaardje niet!) Opmerkingen daarover hadden door de VVD-fractle bij de algemene beschouwingen nadrukkelijker naar voren moeten worden gebracht. Het Is In Ieder geval geen onderwerp waar wij het nu over hebben en In die zin ga Ik er niet anders op In dan te tellen dat Ik het met die analyse van de heer BIJkersma In leder geval niet eens ben. (De heer BIJ kersma: Ik heb gezegd dat In de toekomst de heffingen binnen bepaalde marges moeten blijven. Het mag niet zo zijn dat de eff1clencygedachte wat wordt verzacht omdat men denkt dat het geld toch wel bij de burger teruggehaald kan worden. Daar heb Ik uw aandacht voor gevraagd, mijnheer de voorzitter.) Ik ben dat volstrekt met u eens en daar bestaat geen enkel verschil van mening over. Aan de orde Is de tweede termijn. De heer Krol: Voorzitter, een reactie In tweede termijn lijkt ons op zijn plaats. U geeft een aantal argumenten op grond waarvan de ogb zou zijn verhoogd. Op zich zelf kan dat voor u en het college zo zijn, maar ons doorslaggevend argument om destijds akkoord te gaan met die voor gestelde verhoging was en Is nog steeds de financiële situatie van de gemeente leeuwarden. Concreet: de stand van de algemene reserve van min anderhalf miljoen. Op zich was dat veront rustend genoeg om op dat moment met het In onze ogen uiterste middel van de verhoging van de ogb akkoord te gaan. Voor ons gold dus niet dat het van 1982 tot 1989 stil Is geweest, dat wij alleen op de winkel moeten passen maar ook nieuw beleid willen en willen Investeren - op zich zijn wij het daarmee eens en daarom zijn wij ook akkoord gegaan met de voorstellen rondom nieuw beleid en dat Leeuwarden ten opzichte van vergelijkbare steden erg laag zit en dat het dus niet vreemd en raar zou zijn als Leeuwarden de belastingen Iets zou verhogen. In leder geval - u zult dat de afgelopen vier Jaar ook wel hebben gemerkt - leunen wij niet tevreden achterover. Nee, de reden voor ons was de financiële situatie. Alleen daarom vonden wij het naar de Inwoners van Leeuwarden toe te verdedigen om een vrij forse verhoging door te voeren. Daarmee konden wij rechtvaardigen dat wij hadden Ingestemd met de verhoging van de ogb. Nu is er een andere situatie. Niet ontkend kan worden dat het er veel rooskIeur1ger uit ziet dan driekwart Jaar terug. Dan kan Je twee dingen doen. Je kunt zeggen dat wij met de ver hoging hebben ingestemd en dat wij het geld dat is geraamd gebruiken voor allerlei andere op zich zelf leuke en verantwoorde dingen. Ook kun Je zeggen dat wij de Inwoners van Leeuwarden destijds hebben gevraagd mee te werken - dat is ook verdedigd -, maar dat wij, omdat de finan ciële situatie nu iets beter Is, tegen hen zeggen dat wij nu het omgekeerde doen. De CDA- fractle vraagt zelfs niet eens om alles uit te stellen Op dit moment vragen wij een gefaseerde uitvoering om te kijken of de stand van de algemene reserve zich Inderdaad gaat ontwikkelen zo als wij ons dat voorstellen. (De heer Meerdlnk: Betekent dat, mijnheer Krol, dat u bijvoorbeeld de uitgave voor kinderopvang - daarover is weliswaar niet via een motie beslist - voorlopig gewoon niet wilt? De consequentie van uw motie Is eigenlijk dat daar voorlopig geen geld voor Is. Ik wil daar toch wel graag een reactie van u op hebben.) Nee, dat betekent het niet. Collega Bilker heeft al gevraagd om op concrete voorstellen te kunnen reageren en gezegd op dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 53