-108 - de andere kant toch ook een gebaar willen maken voor wat betreft de lastendruk naar de burqers toe. Ik moet eerlijk zeggen dat Ik de discussie over allerlei nieuw beleid dat nu In gevaar zou komen niet helemaal onderschrijf. Als wij praten over kinderopvang dan hebben wij het over het realiseren van structurele voorzieningen, waarvoor een structurele dekking zal moeten komen. Voor wat betreft de algemene reserve hebben wij het bepaald niet over een structurele dekking. Dus In die zin zijn ook die zaken niet goed op elkaar te herleiden. Er zijn natuurlijk wat de reservepositie betreft altijd veel onzekerheden In het geding. WIJ hebben met elkaar het afge lopen Jaar kunnen constateren dat In een zo korte periode de zaak nu gelukkig zo zeer Ingrij pend Is verbeterd. Met de heer Krol wil Ik er nog een keer op wijzen dat het voorstel In zijn motie niet een afstel Inhoudt van de ogb-verhoglng van 2,7 miljoen gulden, maar dat er uitsluitend sprake Is van een fasering van een bedrag van 1 miljoen gulden. Het lijkt mij dat het In de gegeven situ atie ook financieel verantwoord Is om die 1 miljoen gulden uit te stellen en In de loop van volgend jaar te kijken of wij dat bedrag In 1991 alsnog toe moeten voegen aan de ogb. Wat dat betreft ondersteun Ik de motie van de CDA-fractle. De heer E.M. Janssen: Mijnheer de voorzitter, Ik vind het opzienbarend hoe meningen kunnen veranderen tegen de tijd dat de verkiezingen eraan komen. Ik herinner mij dat Ik destijds de tranen In mijn ogen kreeg als Ik de heer Ybema hoorde spreken over het gezond maken van de financiële positie van onze gemeente. Met onze burgers zou het niet goed gaan, als wij niet fors In ons eigen vlees gingen snijden. WIJ zijn denk Ik de afgelopen Jaren wat genuanceerder bezig geweest om dat te doen. (Mevrouw Van UI zen-HakkerDat werd tijd ook!) Dat heeft als re sultaat gehad dat wij gisteren tijdens de algemene beschouwingen van bijna alle fracties hebben kunnen horen dat zij uitermate tevreden zijn over hoe de situatie nu gelopen Is. Het Is natuur lijk zo dat éen vogel nog geen lente maakt. Er zal het komende jaar een aantal zeer goede voor nemens moeten worden uitgevoerd met name - dat weten wij allemaal - daar waar rljksgeld In het geding Is. Ik vind het echt heel bewonderenswaardig dat zowel CDA als D66 daar de ogen voor sluit. De heer Koopmans: Voorzitter, Ik wil de heer Janssen eraan herinneren dat, toen deze raad aantrad, wij In het eerste Jaar werden geconfronteerd met een aanzienlijke herwaardering ge paard gaande met een aanzienlijke belastingverhoging. Ook toen heeft mijn fractie uitermate haar best gedaan om dat tegen te houden en allerlei voorstellen Ingediend. Ik meende dat wij In die tijd wel acht moties hadden om te ontkomen aan die belastingverhoging. En waarom? Wel, a. omdat het In het verkiezingsprogramma van het CDA stond - wij hadden dat dus aan onze kiezers beloofd - en b. omdat het In het col legeprogramma stond als laatste mogelijkheid om aan mid delen te komen. Ik vind het een beetje flauw om, nu deze zaak aan de orde Is en er werkelijk redenen zijn om aan die verhoging te ontkomen - de situatie Is beter -, te zeggen: Ach, de ver kiezingen komen eraan en het CDA gaat nu aan de kiezers zeggen enz. enz. Ik vind dat dat niet aan de orde Is. De Voorzitter: Het kunnen nog spannende tijden worden de komende maanden. Ik wil nu toch maar beginnen met de beantwoording namens het college In tweede termijn. (De heer Ybema: Voor zitter, Ik vind dat Je, als Je wordt aangevallen, ook recht hebt op een weerwoord.) (Mevrouw De Haan-Laagland: Dat kan ook na de raadsvergaderIng.Inderdaad en bovendien krijgen wij ook nog de verkiezingsstrijd. Goed, nog een korte reactie van mijn kant. De heer Krol zegt dat Indertijd voor zijn frac tie alleen de financiële situatie van de gemeente heeft meegespeeld en niet argumenten als nieuw beleid, het acht Jaar stil geweest zijn rond de belastingen enz. Ik wil nadrukkelijk namens het college stellen dat - zo hebben wij het ook altijd gepresenteerd - het voor ons wel degelijk een Integraal pakket aan argumenten Is geweest op grond waarvan wij de raad dit voor stel toentertijd hebben gedaan en op grond waarvan wij dat nu ook handhaven. -109 - Een ander punt dat Ik naar voren wil brengen, en In die zin sluit Ik mij aan bij opmerkin gen van andere fracties In de raad, Is dat de CDA—motie per saldo het effect heeft dat er 1 miljoen gulden minder In 1990 beschikbaar Is. Dat Is de 1 miljoen gulden die wij in de algemene reserve hebben gestort, maar dat kan dan dus niet meer. Op het moment dat Je In 1990 Inciden teel geld nodig hebt dan Is er maar een manier om dat echt te betalen namelijk door bij de komende Voorjaarsnota - Ik heb namens het college de toezegging gedaan dat die ruimte er op zich Inzit en dat wij wellicht met nieuwe voorstellen zullen komen - alsnog de storting van die 1 miljoen gulden In de algemene reserve ter discussie te stellen. Dat Is de enige manier om In 1990 Incidenteel geld vrij te maken voor zaken waar Je In het komend Jaar mee wilt beginnen. In die zin onderschrijf Ik het standpunt van de heer Mink en ook van anderen dat de motie van het CDA het voor het college des te moeilijker maakt om In 1990 zaken als kinderopvang en dergelijke te gaan betalen. Je kunt natuurlijk altijd nog een greep doen In de algemene reserve want die zit nog niet onder nul en die kan ook best onder nul, maar Ik zou dat mede gelet op het feit dat wij met elkaar van mening zijn dat de algemene reserve zo snel mogelijk een fors eind omhoog moet ten sterkste willen ontraden. Met andere woorden, ook dit Is voor de korte termijn een argument om de CDA-motle niet over te nemen. Het college blijft derhalve bij zijn standpunt en ontraadt de motie. Ik denk dat hiermee de standpunten voldoende duidelijk zijn en dat wij over kunnen gaan tot de stemming. Aan de orde Is de stemming over de motie Ingediend door de heer Krol. De motie van de heren Krol en Bilker wordt verworpen met 27 tegen 7 stemmen. (Voor de motie stemmen van de CDA-fractle mevrouw W1llemsma-de Jong en de heren Bilker, Jacobse, Koopmans, Krol en SIJbesma alsmede de heer Ybema van de fractie van D66.) De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over het voorstel van het college. a De heer BIJkersma: Voorzitter, Ik heb de argumenten aangedragen waarom onze fractie tegen de verhoging van de ogb is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van het college met Inachtneming van de door de voorzitter genoemde wijzigingen en met aantekening dat de VVD-fractle wenst te wor den geacht te hebben gestemd tegen het voorstel met betrekking tot de onroerend goedbelasttn- gen. Punt 3 (bijlage nr. 303). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1990. De heer Schade: Mijnheer de voorzitter, het voor ons liggende Programma Sociaal-cultureel Werk en de daarbij behorende Nadere standpuntbepaling kan In deze vorm wel eens het laatste programma zijn dat wij op deze manier behandelen. Immers, per 1 januari 1989 is de rljksultke— ring krachtens de Welzijnswet vervallen. Deze brede wel zijnsultkerIng en enkele andere speci fieke uitkeringen zijn per 1 Januari 1989 overgeheveld naar het Gemeentefonds. Door het opnemen van deze uitkering In het Gemeentefonds Is deze ook vrij besteedbaar. De noodzaak om een com pleet sociaal-cultureel programma In te leveren Is hiermee komen te vervallen. Er hoeft geen planningsregime meer te worden gehanteerd voor allerlei activiteiten die gerekend worden tot het sociaal-cultureel werk. Met belangstelling wachten wij dan ook de resultaten af van de In spraakronde op de beleidsnotitie Herwaarder 1ngsonderzoek deregulering subsidiebeleid. Met name hopen wij hiermede te komen tot kortere procedure 11jnen en tot een snellere afdoening van de subsidieverzoeken. Wanneer kunnen wij genoemde beleidsnotitie, na de Inspraakronde, In de com-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 55