zijn. Het slopen van een duur en bouwtechnisch in goede staat verke
rend gebouw, ook al is het niet zo mooi meer, is niets anders dan
kapitaalvernietiging
De heer Krol: Het raadsvoorstel wat ter besluitvorming voorligt
is in de Commissie voor de Financiën en OPI een aantal malen uitvoerig
besproken. Daarbij is er sprake geweest van goede informatie-uitwisse
ling tussen college en commissieleden. Vanavond is dan het moment om
definitief de balans op te maken omtrent dit in velerlei opzichten
omvangrijke voorstel. Ik wil daar vanavond een aantal dingen over
zeggen en mij daarbij beperken tot de hoofdlijnen.
Voorzitter, de CDA-fractie onderschrijft unaniem het uitgangspunt
van een adequate huisvesting voor het gemeentelijk apparaat. Een rare
uitdrukking eigenlijk, beter zou gesproken kunnen worden over de
huisvesting van de ambtelijke medewerkers, maar goed. Wanneer daarbij
de reorganisatie in overweging wordt genomen, wordt dat uitgangspunt
alleen maar versterkt. Het voorstel gaat uit van een centrale huisves
ting op de plaats van het huidige Burmaniacomplex door middel van
nieuwbouw in eigen beheer. Uitgezonderd een deel van de Bestuursdiens
en het college. Ook daarover, voorzitter, verschillen wij in principe
niet van mening, hoewel wij nog wel de behoefte hebben om duidelijk te
maken dat de voordelen van een centrale huisvesting, die zonder meer
duidelijk zijn, niet opweging tegen een mogelijke verschraling van het
Stadhuis en het Stadhouderlijk Hof. Met andere woorden, wij houden
vast aan de huisvesting van college en een deel van de Bestuursdienst
in Stadhuis en Stadhouderlijk Hof. Verplaatsing van ook deze functies
zou de historische waarde van genoemde panden in gevaar kunnen bren
gen. Een verwerpelijke gedachte vinden wij.
Vervolgens zou ik willen ingaan op een aspect wat met de centrale
huisvesting onlosmakelijk is verbonden, de financiële kant van de
zaak. Voorzitter, dat ligt wat onze fractie betreft wat moeilijker.
Wethouder Kessler heeft in de vergadering van de Commissie voor de
Financiën de opmerking gemaakt die vrij vertaald hier op neer komt:
besturen is ook het nemen van een ingecalculeerd risico. Hiermee had
hij de financiële onderbouwing niet treffender kunnen typeren. Het is
dan maar de vraag hoe ver je hiermee durft te gaan. Een vraag die elke
fractie, maar ook elk individueel raadslid, zich in de afgelopen weken
ongetwijfeld heeft gesteld.
Een paar opmerkingen omtrent die financiering. De zoveel bespro
ken klimfinanciering heeft als voordeel dat de investeringsruimte
wordt vergroot om daarmee de bouw van het kantoor te financieren,
alsook om een deel van het verlies op het Burmaniacomplex te verklei
nen tot uiteindelijk een boekverlies van bijna 4.000.000,--. Een
niet onbelangrijk nadeel is dat voor de toekomst niet in te schatten
is hoe groot de financiële lasten voor de gemeente zullen worden in
verband met de koppeling aan de inflatie met alle onverwachte gevolgen
van dien. De CDA-fractie had graag de beschikking gehad over de
voorjaarsnota. Dat kon helaas niet. Wij hebben ons nu moeten behelpen
met een wat globale momentopname. Daaruit blijkt dat de financiële
58
situatie nog rooskleuriger is dan wij veronderstelden in december.
Onze motie omtrent de fasering danwel achterwege lating van de verho
ging van de onroerend goed belasting had toen meer steun verdiend.
Er wordt ter dekking van een en ander voorgesteld 741.000,-- te
gebruiken uit de ruimte van nieuw beleid vanaf 1991. Ervan uitgaande
dat die ruimte er is, heeft als belangrijk nadeel daarvan nog geen
politieke prioriteitstelling kunnen plaatsvinden. Te denken valt aan
onderwerpen die al eerder genoemd zijn: het milieu, de arbeidspools,
kinderopvang, e.d. Hoewel, beseffen wij, dat kiezen voor dit stadskan
toor op zich natuurlijk ook een politieke keus is.
Er wordt voorgesteld, conform de bijlage, als intergratiewinst
een bedrag op te nemen van 1.000.000,Blijkens rapporten daarom
trent is er meer mogelijk. Een mogelijke invulling dus wanneer een en
ander mocht tegenvallen.
Voorzitter, met het uitvoeren van deze plannen is het mogelijk -
ik noemde dat reeds - dat, door de voorwaarden bij de klimlening wij
te maken krijgen met een verhoging van de exploitatiekosten. Wij
vragen ons daarom in alle openheid af en wij zouden daar graag de
mening van het college over willen horen, of bij eventueel te verwach
ten rekeningoverschotten, die gelet op de financiële ontwikkeling van
dit moment zich best eens voor zouden kunnen doen, die rekeningsover
schotten ook geheel of gedeeltelijk te gebruiken zijn om versneld af
te boeken ten aanzien van die klimfinanciering. Daarmee zouden de
exploitatielasten beter in de hand kunnen worden gehouden. De CDA-
fractie zal daar op voorhand geen tegenstander van zijn.
Als laatste wil ik toch nog even ook hier weer noemen de herwaar
dering die in het hele verhaal is ingevlochten. Wij vragen ons af of
er niet een mogelijkheid valt te bedenken om ook daarvoor een oplos
sing te bieden.
Tot slot voorzitter. In de Commissie voor de Financiën heb ik
namens mijn fractie garanties gevraagd met betrekking tot de financi
ële omvang van de operatie. Daar is de wethouder toen, voor zover in
zijn vermogen lag, positief op ingegaan. Garanties in de sfeer van het
beschikbare budget in relatie tot het bouwen in eigen beheer. Ook hier
onze waarschuwing voor de open eind financiering. Om met wethouder
Vlietstra te spreken: het moet voor dit bedrag kunnen. Ik zet dan maar
weer een streep onder de eerste twee woorden het moet.
Voorzitter, dan kom ik weer terug bij het begin van mijn verhaal,
besturen is het nemen van ook een ingecalculeerd risico. Gelet op het
voorgaande, speciaal gelet op het financiële aspect, gaat een grote
meerderheid van mijn fractie akkoord met het voorliggende raadsvoor
stel. Een kleine minderheid kan, gelet op de financiële risico's,
hiermee niet instemmen.
De heer Bijkersma: Voorzitter, toen wij enige tijd geleden, bijna
enkele jaren geleden, de beslissing namen het gemeentelijke apparaat
te reorganiseren, denk ik dat de meesten van ons daarbij gedacht
zullen hebben: als dat eenmaal gerealiseerd is, moet je toch ook wel
tot een andere huisvesting komen. Niet omdat deze huisvesting traditi-
59