waard it neamd, it Theater aan het Water öf te brekken, de nije filmseal te bouwen, nije beklaaiing fan stuollen ensfh., dat is allegear oan de oarder west. Dêrfan sei de CDA-fraksje hieltyd: moat dit no, dit kostet ek jild. No blykt dat dat eigenlik weismiten jild wie. Dêr giet it my om. Wy hawwe doe as ütgongspunt keazen foar nijbou. De heer Kessler (weth.): Een kort slotwoord, mijnheer de voorzit ter. Die 27,4 miljoen bij punt 2 kan wat mij betreft, dat heb ik ook al in eerste termijn gezegd, er uit. De vraag van de heer De Beer is dan vervolgens, waar het college dan vanuit gaat. Wij gaan uit van het budget van 27,4 miljoen zoals dat in de notitie staat. Alleen beschouw ik dan het feit dat wij dit bedrag strepen als een tegemoetkoming aan de raad in die zin dat de raad zegt dat zij zich op dit moment nog niet willen vastleggen op 27,4 miljoen. Dat kan het wel worden, maar alleen als over de financiering meer zekerheid geboden kan worden. Het andere woorden het college zal nu in de komende maanden moeten bewijzen dat de veronder stellingen die hier in het raadsvoorstel liggen opgesloten ook inder daad kunnen worden gerealiseerd. Als dat onverhoopt dus niet mocht gebeuren, moeten wij of bezuinigen of nieuw beleid. Dat zien wij tegen die tijd wel, maar zoals gezegd wij gaan er van uit dat wij dat halen. (De heer Ybema: Als ik het goed begrijp is dat bedrag van f 27,4 miljoen een soort werkhypothese waarmee men nu verder werkt wat betreft de ontwikkeling van de plannenDe raad is op geen enkele manier daar aan gebonden.De raad is daar niet aan gebonden op dit moment, nee. Dat betekent en dat zullen wij ook meenemen in de stuur groep, dat wij bij de verdere planvorming in ieder geval in het achterhoofd moeten hebben wat de faserings mogelijkheden zijn. De architect zal daar ook enigszins rekening mee moeten houden om bezui nigingen aan te brengen in het plan. Het zal dus niet een plan moeten worden waarbij het een kwestie is van take it or leave it, het is of dit budget of het moet helemaal over de kop. Nee je zal met enig nadenken een plan moeten zien te presenteren waarin ook nog zekere besparingen mogelijk zijn. Als de heer Ybema dan vraagt, zou dat kunnen inhouden dat de toneeltoren moet blijven staan, dan zeg ik: nee, het advies van de rijksschouwburgcommissie was dermate overduide lijk: als je echt een accommodatie wilt hebben die de komende vijftig jaar minimaal mee kan, doe dan één ding niet, en laat die toneeltoren staan. Dat advies hebben wij overgenomen. Dat betekent dus als je echt op forse schaal zou moeten gaan bezuinigen, kom je in bezuinigingen terecht als een kleine zaal niet realiseren, in plaats van een grote en een kleine zaal twee kleine zalen te maken. Ik denk veel eerder dat je in dat type besparingen terecht komt dan dat je nog een keer de discussie zou moeten voeren of je de toneeltoren toch niet zou kunnen laten staan. Dan realiseer je een schouwburgaccommodatie waarvan je nu al zeker weet dat die na tien jaar weer verouderd is. Die kant moeten wij niet op. Het Instituut voor Kunstzinnige Vorming tot slot. Wij zeggen in 50 de raadsbrief niets meer dan dat wij bereid zijn in het kader van nieuw beleid daarover nadere voorstellen te doen. Dat betekent dat de raad nog alle vrijheid heeft om te zeggen wat voor voorstellen dat precies moeten worden en als die voorstellen geformuleerd zijn heeft de raad nog de vrijheid om te zeggen of zij die voorstellen van het college zien zitten of niet. Die zaak ligt in feite nog open en daar komen wij met nadere voorstellen op terug. Ik ben blij met de constatering dat de PAL-fractie na mijn toezeggingen in eerste termijn uiteindelijk akkoord gaat. Dat geldt ook voor de heer Ybema, begrijp ik. Nog één vraag die bij de heer Ybema overblijft is: Zijn de EZ- gelden aan een termijn gebonden? Het antwoord daarop is: ja, ze hebben het op dit moment ingepland in meerjarenplanningen. Het is natuurlijk altijd mogelijk, neem ik aan, om dat nog eventjes naar achteren te schuiven, maar het is duidelijk dat dat een keer ophoudt. Als je hier nog jaren mee bezig zou zijn, komt er een keer een moment dat EZ zegt, die toezegging van toen die geldt niet meer. Wij zijn wat betreft de EZ-gelden in een zekere tijdsklem gemanoeuvreerd en dat is maar goed ook, want tempo is toch geboden. (De heer Ybema: Als ik het goed begrijp geen termijn die al heel snel kritisch wordt?) Nee hoor, dat niet Ik denk dat ik hiermee de resterende vragen heb beantwoord. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 16. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met de aantekening dat de WD-fractie wenst te worden geacht tegen het plan van aanpak te hebben gestemd, met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 17 t/m 22 (bijlage nrs. 118, 119, 117, 124, 123 en 122). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 134). De Voorzitter: Aan de orde is wijziging, instelling en vaststel len van verordeningen inzake commissies. De heer De Beer: Mijnheer de Voorzitter, op het b. en w.-lijstje van 6 maart onder punt 23, punt 3 staat: De gemeenteraad zal een voorstel krijgen waarin de Commissie voor het Onderwijs een aanvulling krijgt met Samenlevingsvormen en er een aparte commissie komt voor Cultuur, Sport en Recreatie. In deze brief staat dat b. en w. inmid dels hebben besloten hiertoe. Mijn vraag is, waarom komt dit niet als voorstel aan de raad? Verder staat er onder punt IV van het besluit dat gaat over de Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal, een opmerking die in tegenspraak is met een eerder door b. en w. genomen besluit. Daarin is 51

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 26