De Voorzitter: Aan de orde is aanvaarding schenking van de
Arkeltoren op het Blokhuisplein te Leeuwarden van Woningstichting
Patrimonium en Bouwbedrijf de Leeuw en Jellema te Gorredijk.
De heer J.F. Janssen: Sprekende als nestor van deze raad is het
mij een groot genoegen dat ik wederom het woord mag voeren bij het
aanvaarden van een grote schenking. Dit torenpaviljoen afkomstig van
het voormalig Fredericusgesticht (de Leeuwarder volksmond sprak altijd
van het roomse gesticht in de Krüsstraat) zal op de gekozen plaats,
het Blokhuisplein, zeker een goede functie vervullen. Samen met de
witte brug lijkt het mij een goed fotografisch decor dat uit kan
groeien tot mogelijk een toeristische attractie. Hoewel de raadsbrief
aangeeft dat de toren in mei geplaatst zou worden, heb ik kunnen
constateren dat het werk nu al bijna gereed is. Het zou mij niet
verwonderen dat de toren op de dag van de arbeid al kant en klaar is.
U ziet geheel in de stijl van de aannemerswereld is het direct aange
pakt en wordt er binnen de opleveringstijd opgeleverd. In navolging
van uw raadsbrief, mijnheer de voorzitter, zou ik dan nu, ook namens
de gehele raad, de aannemers De Leeuw en Jellema en de Woningstichting
Patrimonium willen bedanken voor deze schenking. Leeuwarden heeft er
weer een nieuwe attractie bij.
De Voorzitter: Wij zullen de waardering ter kennis van Woning
stichting Patrimonium en Bouwbedrijf de Leeuw en Jellema brengen.
Aan de orde is de stemming.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 116).
De Voorzitter: Aan de orde is aanpassing veemarktaccommodatie.
De heer De Beer: Wij spreken hier over aanpassing van de vee
marktaccommodatie. In de afgelopen jaren zijn wij regelmatig aanpas
singen, verbeteringen en achterstallig onderhoud tegen gekomen bij het
Frieslandhalcomplex. Mijn fractie zou het op prijs stellen als zij
binnen niet al te lange tijd eens een totaaloverzicht zou kunnen
krijgen van de situatie waarin het hele complex verkeert.
Mevrouw v.d. Kloet: In de Commissie voor Economische Zaken en
Bedrijven waren er op twee punten nogal wat twijfels bij het voorstel
aanpassingen veemarktaccommodatie. Dit blijkt echter niet uit de
raadsbrief
In de eerste plaats was het onduidelijk of de forse inkrimping op
het egalisatiefonds en het fonds groot-onderhoud voor de veemarkt wel
verantwoord was gezien de toekomst.
In de tweede plaats werd de structurele verhoging van het budget
voor public relations niet door concrete voorstellen onderbouwd.
Er was dus in beide gevallen sprake van onvoldoende informatie
12
voor een goede afweging. De commissie heeft dan ook bij de advisering
aangegeven dat die informatie voorhanden moest zijn voordat er een
standpunt kon worden ingenomen. Die aanvullende informatie is inmid
dels verstuurd, maar dat betekent natuurlijk niet dat dat automatisch
leidt tot instemming. Dat hangt vervolgens af van de inhoud van die
aanvullende informatie.
Wat het eerste punt betreft, de inkrimping van de beide fondsen,
daarover heeft de nagestuurde informatie de twijfels bij ons redelijk
weggenomen. Wij kunnen daarmee dus wel akkoord gaan.
Dat geldt niet voor het tweede punt, de structurele verhoging -
en dat gaat dan om een verdubbeling - van het p.r.-budget. Er is
inmiddels een p.r.-plan, gemaakt door AHoF-studenten, waarin een
duidelijke opsomming staat van wat er allemaal zou kunnen gebeuren in
de sfeer van de p.r. Daarin worden natuurlijk geen keuzes gemaakt, dat
is ook logisch, die keuzes moeten door de dienst gemaakt worden. Voor
een goede afweging moeten wij weten welke voorstellen uit dat plan
zullen worden uitgevoerd en wat dat ons kost. Op grond van dit plan
kan ik op geen enkele manier uitmaken of die p.r.-voorstellen inder
daad voor 50.000,gerealiseerd kunnen worden. Misschien zou dat
bedrag wel 75.000,moeten zijn, maar doen wij het op een koopje,
misschien kan het ook wel voor bijvoorbeeld 35.000,--.
Kortom mijn fractie zou willen voorstellen om nu nog niet te
besluiten tot die structurele verhoging van het p.r.-budget tot
50.000,--. Wij willen de wethouder vragen om in de commissie nog
eens terug te komen op dat p.r.-plan en daarbij dan ook aan te geven
welke voorstellen uit dat plan nu inderdaad zullen worden uitgevoerd;
hoe dat zich dan verhoudt tot die 50.000,-- die het in de toekomst
zal gaan kosten.
Eventueel heb ik daarvoor in tweede instantie zonodig een motie.
De heer Heere (weth.): Beide sprekers zijn ingegaan op de kwestie
van het onderhoud. Mevrouw v.d. Kloet heeft gezegd dat de informatie
die daarover achteraf is verstrekt in ieder geval voldoende is om nu
dit besluit te kunnen dragen. De heer De Beer heeft gevraagd om een
totaal overzicht dat ook voor de toekomst wat meer inzicht biedt. Ik
denk dat ik hem dat kan toezeggen, er aan toevoegend dat het niet
uitgesloten is dat in het kader van het investeringsplan economische
voorzieningen wellicht nog tot een wat verdergaand voorstel kan warden
gekomen. Dat zal daarbij dan in ieder geval wel worden meegenomen.
De vraag van mevrouw v.d. Kloet of de p.r.-kwestie, als ik dat zo
mag noemen, eerst nog eens kan terugkomen in de commissie, opdat wat
gedetailleerder naar de prioriteiten kan worden gekeken en alsdan kan
worden besloten voor welk bedrag er moet worden geïnvesteerd in die
materie - waarbij zij zelfs het hoopvolle geluid laat horen dat het
eventueel 75.000,-- zou kunnen, maar ik neem aan dat dat alleen bij
wijze van voorbeeld was - beantwoord ik eveneens met ja. Hoewel ik dan
wel graag zou willen dat dat op zo kort mogelijke termijn gebeurt. Ik
zal dan ook zelf zorgen dat dat zo snel mogelijk in de commissie komt,
omdat met name bij de ingebruikstelling van de vernieuwde hal een
13