gemeentesecretaris tegenover ons. Het is eigenlijk jammer, burgemees
ter, dat u er nog zit. Het zou wellicht beter geweest zijn voor de
betrokkenheid met de gemeentepolitiek als ook de burgemeester op
21 maart gekozen had kunnen worden. (De Voorzitter: Over 3jaar hebt
u de gelegenheid.) Ik wil er wel gelijk bij zeggen, dat u als meest
bekende figuur van Leeuwarden grote kans had gehad op mijn stem. Ik
zeg dit niet zo maar. Ik zeg dit met name omdat u veel ruimte geeft
voor het politieke debat in de raad. Waar de wethouders nog wel eens
een keertje weigeren om een discussie te herhalen die in de commissie
heeft plaatsgevonden, overkomt het ons raadsleden zelden dat u ons ten
onrechte het woord ontneemt.
Juist op dat politieke debat wil ik even doorgaan. Naar onze
mening is het openbare politieke debat essentieel voor het functione
ren van de lokale democratie. Wij zullen als oppositiepartij het
college en de collegepartijen blijven prikkelen de politieke discussie
in commissie en raad te voeren en niet alleen in fractievergaderingen,
wandelgangen, achterkamertjes en via telefoontjes met de wethouder.
In andere steden worden vandaag racisten en fascisten in gemeen
teraden geïnstalleerd. Dank zij acties van het FAFK zal dit niet in
Leeuwarden gebeuren, al zijn 552 stemmen nog steeds erg veel.
Op grond van het verkiezingsresultaat kan gesteld worden dat de
betrokkenheid van de Leeuwarder bevolking met de gemeentepolitiek
gering is. De lokale politiek strekt niet tot de verbeelding. Het
maakt niet uit of politici of politieke partijen het goed of slecht
gedaan hebben, zou je als conclusie kunnen trekken. Volgens mij ligt
dat niet in de eerste plaats aan de media, al zal lokale televisie,
mits op professionele wijze gebracht, wel wat kunnen verbeteren. Wij
moeten als raadsleden ook de hand in eigen boezem steken. Wij moeten
ons duidelijker presenteren, in taalgebruik en in inhoud. Het moet
duidelijker worden wat de verschillen tussen de partijen zijn. Dat is
één van de redenen waarom wij, evenals 4 jaar geleden, niet hebben
meegewerkt om punten in te brengen in het Collegeprogramma. Wij zullen
deze maand zelf met een oppositieprogramma komen. Wij zullen beschrij
ven wat PAL in het Collegeprogramma 1990-1994 mist en waar wij ons in
de komende vier jaar op zullen richten. Het is nu nog niet gereed.
Drie dagen geleden kreeg ik pas het Collegeprogramma in de bus en dat
is iets te kort voor een goed doortimmerd verhaal.
Alvorens ik op het Collegeprogramma inhoudelijk inga, nog even
iets over het nieuwe college. Het is bekend dat PAL graag aan het
college had willen deelnemen. Met name op het gebied van het milieube
leid durfden wij een dergelijke stap wel aan. Gelet op de reacties van
velen die op ons hebben gestemd is het jammer voor Leeuwarden dat dit
niet zo zal zijn. Nu speelt de uitslag van 21 maar j.l. hierin niet
zo'n belangrijke rol. Het was wel leuk geweest als wij één of twee
zetels hadden gewonnen, maar de sleutel lag, evenals in voorgaande
jaren, bij de PvdA. Het kostte twee vergaderingen, maar toen was het
een ieder duidelijk: 3 2 5De PvdA en het CDA hielden beiden vast
aan het huidige aantal zetels. De keuze lag bij de PvdA, óf een
college met het CDA, óf een college met D66 en PAL. Volgens ons begint
14
de keuze die de PvdA voor het CDA maakt een blijvende te worden. De
conservatieve krachten binnen de PvdA zijn sterk gegroeid in de
afgelopen jaren en de vernieuwende progressieve impulsen komen kenne
lijk niet meer vanuit de partij zelf. Een constatering die vele linkse
Leeuwarders met mij maken. In 1982 lag de keuze voor het CDA binnen de
fractie nog op 8 tegenover 7; in 1986 op 14 tegenover 4 en nu? Voor
zover ik heb gehoord lag het voor 21 maart al vast dat er met het CDA
zou worden doorgegaan. De besluiten na 21 maart hadden dan ook het
karakter van een rituele dans.
De PvdA heeft een historische kans laten liggen om met de keuze
voor een links college met PAL en D66, een vernieuwende progressieve
koers te varen. Het zal u allemaal duidelijk zijn dat de CDA-wethou-
ders onze stemmen niet zullen krijgen.
Als je het Collegeprogramma 1990-1994 leest, zou je denken dat er
een links college in Leeuwarden is. Nu is het wat moeilijk te defini
ëren wat links en wat rechts is. Mijn voorganger, Jan Willen Duijven-
dak, schaarde in 1986 de Leeuwarder CDA onder de linkse partijen. Hoe
links het programma echter ook is, de meerderheid van de Leeuwarder
bevolking zal nooit geloven dat het CDA een linkse partij is of wordt.
Zij geloven eerder dan de PvdA naar rechts opschuift. Als ik praat
over een links college PvdA, PAL en D66, ga ik nog van een andere
aanname uit. Namelijk dat D66 onder de linkse partijen moet worden
gedacht. Onder links versta ik dan progressief, opkomend voor de
zwakkeren in de samenleving en principieel kritisch voor het milieu.
Niet alleen praktisch en pragmatisch, maar met idealen die ook stoelen
op een ideologie. D66 is een partij die met name gedragen wordt door
personen. Als het allemaal Friese zaailingen van de heer Van Mierlo
zijn, verwacht ik dat wij met deze D66 in de komende 4 jaar goed
kunnen samenwerken en een constructieve kritische linkse oppositie
zullen voeren.
Ik heb al een paar keer het woord oppositie laten vallen. Mijn
fractie, die niet deelneemt aan het college heeft in feite in deze
raad een dubbele rol. Aan de ene kant voert zij oppositie, aan de
andere kant bestuurt zij als lid van de gemeenteraad mee. Dat houdt
voor ons in dat wij ons soms principieel zullen opstellen. Wij zullen
kiezen voor de overtuiging dat het anders zal moeten. Soms zullen wij
echter meedenken, mee willen besturen of trachten iets te sturen. Dat
hangt van het onderwerp af.
Ik kom dan op de inhoud van het Collegeprogramma 1990-1994. Ik ga
daar in algemene termen op in. Wij zijn blij dat naast stedelijke
vernieuwing de sociale vernieuwing en het milieu de hoogste prioriteit
hebben gekregen. Die keuze lijkt naadloos aan te sluiten op onze
ideeën en ons programma. Bij sociale vernieuwing wordt onzes inziens
nog erg voorzichtig gedaan. Sociale vernieuwing moet volgens ons
gebruikt worden om de maatschappelijke ongelijkheid en de scheefheid
in de samenleving aan te pakken. Wij missen een expliciete keuze om de
invulling op wijk- en buurtniveau gestalte te geven. Buurtbeheer is
dan ook één van de kernpunten van ons binnenkort te verschijnen
oppositieprogramma
15