het betaalde peuterspeelzaalwerk te willen subsidiëren conform de
CAO-Welzijn (incl. pensioenlasten) en nodigt het college uit hiertoe
voorstellen te ontwikkelen ten einde subsidiëring per 1 januari 1991
mogelijk te maken.
Het gaat daarbij met name, zoals ook uit de motie blijkt, om de
toepassing van de CAO-Welzijn. Wij betalen nu het minimumloon. Wil deze
werksoort zich volwaardig kunnen ontwikkelen dan zal de toepassing van
de CAO-Welzijn, waarin dit werk ook geregeld is, noodzakelijk zijn.
Tevens beletten wij nu de peuterspeelzaalleidsters om economische zelf
standigheid te creëren en met de limiet van 16 uur per week bouwen zij
ook geen pensioenlasten op. In wezen is dat denk ik in strijd met ons
beleid van economische zelfstandigheid van vrouwen. Deze motie is mede-
ondertekend door mevrouw Dikken. (De Voorzitter: De motie is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.
Tot slot de meerjarenplanning. Gelet op de taakstelling van uitbrei
ding en de nog aanwezige knelpunten lijkt het ons wenselijk om tot een
meerjarenplanning te komen. Wij hebben op zich begrip voor het feit dat
het nu nog niet mogelijk was om dit te formuleren door allerlei onzeker
heden die er nog zijn. Maar gelet op de financiële consequenties en de
afweging die wij moeten maken tussen de verschillende vormen van kinder
opvang en de keuze tussen kwaliteit en kwantiteit ook in de toekomst,
willen wij wel streven om tot een dergelijke planning te komen. Daarbij
kunnen dan ook die vormen betrokken worden die nu nog niet in het kader
van de Oort-gelden in beeld zijn, maar wel meegenomen kunnen worden met
de extra gelden uit het regeerakkoord. Dat zijn met name de buitenschool
se opvang en de tussenschoolse opvang. Mijn vraag is dan ook of het
college met deze planning zal komen in het najaar.
Mevrouw Dijkstra: De CDA-fractie heeft als uitgangspunt dat ouders
en verzorgers primair verantwoordelijk zijn voor het opvoeden en verzor
gen van hun kinderen en dat de overheid mede zorg dient te dragen voor
voldoende, verantwoorde en voor iedereen betaalbare en bereikbare kinder
opvang. Wij verwachten dat de behoefte aan kinderopvang de komende jaren
een stijgende lijn zal gaan vertonen en achten de beleidskeuze van zowel
de capaciteitsvergroting en kwaliteitsverbetering binnen de financiële
grenzen wenselijk. Ten aanzien van de fusie SKLSKBL met de Stichting
Gastouderproject (GOP) zien wij dit eigenlijk als noodzaak voor de
toekomst, met dien verstande dat de identiteit van het GOP als kleinere
organisatie gewaarborgd blijft. Met de genoemde uitbreiding voor ogen wil
de CDA-fractie een beroep doen op het college medewerking te verlenen op
korte termijn aan het verkrijgen van een betere huisvesting. Te denken
valt aan leegkomende scholen die voor dit doel geschikt gemaakt zouden
kunnen worden.
Wat betreft de inschaling van de peuterleidsters conform de CAO-
Welzijn zijn wij blij dat deze salariëring in heroverweging wordt geno
men. Wij dringen er bij het college op aan deze heroverweging zo spoedig
mogelijk te doen plaatsvinden. Op zich zijn wij wel voor handtering van
de CAO, maar gezien de hoge kosten die hiermee gemoeid zijn, willen wij
48
graag eerst de resultaten van die heroverweging afwachten, alvorens
hierover te beslissen. Op dit moment is er onzes inziens nog geen dekking
voor. De CDA-fractie wacht in verband met nieuwe initiatieven de ontwik
kelingen af. Als er voorstellen gedaan worden, zullen wij ons hierover
opnieuw beraden.
Mevrouw GarmsDe afgelopen maanden is er veel werk verzet. De
Knelpuntennota opgesteld door de gemeentelijke werkgroep kinderopvang,
geeft een helder beeld van de knelpunten die er zijn. In de Reactienota
worden de gemeentelijke beleidsuitgangspunten geformuleerd, die de PAL-
fractie van harte kan onderschrijven. Wij zijn ook tevreden met het
intensieve overleg dat is gevoerd met de betrokken instellingen. Het is
een goede zaak dat het beleid ten aanzien van kinderopvang in samenspraak
met de betrokken instellingen tot stand komt, waarbij de gemeente natuur
lijk haar eigen verantwoordelijkheid houdt.
Toch zijn er nog wel wat kanttekeningen te plaatsen bij de Reactie
nota. In de commissievergadering van 10 april werd gevraagd nader overleg
te voeren over een aantal punten. Ten eerste over de invulling van het
management; ten tweede de afgebroken fusiebesprekingen tussen de SKL,
SKBI en het GOP en ten derde de knelpunten op het gebied van het peuter
speelzaalwerk. Als het gaat om de invulling van het management bij de SKL
zijn wij tevreden over de aangebrachte wijzigingen. Hoewel in de Reactie
nota staat dat er voorlopig vooral gekozen wordt voor een getalsmatige
uitbreiding, kan er volgens ons alleen maar sprake zijn van uitbreiding
als er ook voldoende voorwaarden aanwezig zijn om de kwaliteit te bewa
ken. Wat niet duidelijk wordt is of de gemeente de visie van de SKL deelt
dat er per 3 4 groepen een leidinggevende moet komen om de kwaliteit
te kunnen waarborgen. Wanneer het college deze visie onderschrijft heeft
dit gezien de forse uitbreidingsplannen de nodige consequenties. Dit
pleit voor een meerjarenplanning zowel financieel als inhoudelijk, maar
hier kom ik later nog op terug.
Wat betreft de fusiebesprekingen tussen de SKL, SKBI en het GOP
vinden wij het een goede zaak dat er nu gezocht wordt naar een onafhanke
lijke bemiddelaar. Op zich is de vrees van het GOP herkenbaar, maar dat
mag volgens ons geen reden zijn om de zaak vast te laten lopen. Wel is
het van belang om het fusieproces goed te doorlopen om te voorkomen dat
in een latere fase de problemen nog veel groter zijn. De PAL-fractie wil
dan ook niet een al te scherpe dead-line stellen. Wel zou overwogen
kunnen worden om alvast verdergaande afspraken te maken, bijvoorbeeld met
betrekking tot de intake.
Over de knelpunten op het gebied van peuterspeelzaalwerk is de PAL-
fractie veel minder tevreden. Alle knelpunten, genoemd in de Knelpunten
nota, worden in eerste instantie in de Reactienota praktisch van tafel
geveegd. Na flinke druk uit de commissie worden dan nu zaken als inscha
ling, aanstelling conform de CAO-Welzijn en pensioenlasten in heroverwe
ging genomen en ook zal het college zich beraden op een aantal ander
knelpunten die door het werkveld naar voren zijn gebracht. De PAL-fractie
vindt dat de gemeente haar verantwoordelijkheid moet nemen om vrouwen die
in dit werk werkzaam zijn die rechtspositie te geven waar zij recht op
49