pas je, dacht ik, hoor en wederhoor toe. Dan komt hierna een MER. Als dan blijkt dat de keuze niet kan, wordt er een gewijzigd besluit genomen. Dit is een wat merkwaardige constatering. Als u zegt in een conclusie dat het niet aanvaardbaar is, omdat deze strijdig is met andere beleidsvoor nemens van Leeuwarden, slaat dat dan op het knooppunt zijn of op het zijn van stadsgewest? Naar de PvdA-fractie toe moet ik zeggen dat ik met genoegen consta teer dat de toon toch aanmerkelijk gematigder is dan in de commissiever gadering. Naar de CDA-fractie toe zou ik willen zeggen dat het heel "flinks" klinkt wat zij zeggen. De kamerleden van de VVD en de PvdA hebben een heleboel in stelling gebracht, dat klopt, het CDA hoefde dat in wezen niet te doen, omdat de statenleden van het CDA zich al ondubbel zinnig hebben uitgesproken. Ik neem aan dat zij dat verder intern gaan oplossen. Voor de duidelijkheid. De VVD-fractie is van mening, evenals ande ren, dat ten behoeve van natuur en landschap - want daar hebben wij het over - er in Nederland geen nieuwe wegen behoeven te komen, tenzij bij hoge uitzondering. Wij zijn van mening dat er hier sprake is van zo'n uitzondering. Ook zijn wij het eens met de wethouder die in de commissie heeft gezegd dat de argumentatie binnen het college niet gericht was op Leeuwarden zelf. Je vraagt je inderdaad af, waarom. Met betrekking tot deze weg is er eigenlijk van milieuproblematiek in engere zin nauwelijks sprake. Iedereen zegt dat hier. Het gaat hier voornamelijk over natuur en landschap. Landschapselementen bevatten altijd subjectieve elementen. In de visie van de VVD-fractie wegen in dit geval de eventuele schade aan natuur en landschappelijke elementen niet op tegen de economische voordelen van de ontsluiting van Noord-Oost Friesland en van Leeuwarden als knooppunt. Wij hadden dat zelf als beleidsvoornemen iets anders geschat. In de commissie zijn, en dat is ook door mij gebeurd, twijfels geuit aan de realiteitswaarde van de aanleg van deze weg. Nadere informatie leert. aJe krijgt pas geld als je een plan indient. b. De weg is opgenomen in een provinciale begroting. c. Er bestaan 5-B gelden - dat is een of andere pot uit Brussel - en Noord-Oost Friesland is een van de weinige gebieden in Nederland die uit deze pot kan meedelen. Mocht een en ander te krap uitkomen dan is het niet onmogelijk dat Leeuwarden om een bijdrage gevraagd zal worden. Misschien zal dat zelfs te zijner tijd ook wel het geval zijn ten aanzien van de verdubbeling van de weg naar Drachten. Het zal de verhoudingen zeker verbeteren als Leeuwarden daarin meegaat. Regeren is vooruitzien. Ik zou aan het college willen vragen of men bij de verdubbeling van de rijksweg naar Drachten ook van plan is de Grontmij een milieu-effect rapportage te laten ver richten. Deze rapportage heeft ongeveer 80.000,gekost, niet gering. Bij iemand die aanmerkelijk minder goedgelovig is dan ik, zou de gedach ten kunnen opkomen dat met zo'n rapport in de hand het gemakkelijker is te weigeren mee te betalen. Ik zelf geloof zoiets absoluut niet. Dan is er voor mij toch een vraag overgebleven. In de commissiever gadering is door mevrouw Jongedijk gezegd en gevraagd: of het een verkie 20 zingsstunt zou zijn.Ik heb daar nogal over nagedacht. Ik dacht eerst natuurlijk, hier wordt het CDA bedoeld, maar dat is kennelijk niet het geval, want de CDA-fractie ging daar helemaal niet op in, dus is het natuurlijk ook niet voor hen bedoeld. Dan blijft de mogelijkheid over dat het voor de PvdA bedoeld is als verkiezingsstunt. De weg afwijzen ten behoeve van de eigen milieu achterban, was het dat dan? Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, in de commissie zijn wij al uitvoering ingegaan en hebben een uitvoerig betoog gehouden over de ontsluiting van Noord-Oost Friesland. Die ontsluiting moet wel na een zeer zorgvuldige afweging van alle belangen tot stand komen. Ook voor de belangen van Noord-Oost Friesland, dat is de strekking van ons verhaal. Dat ontbreekt nu juist bij de verkeersstudie. Het economisch belang wordt nu alleen bekeken vanuit een optiek van bedrijfsvestigingen voor Dokkum. Het economisch aspect van cultuur en recreatief beleid wordt niet meege nomen in de verkeersstudie. Ook de geplande ontwikkelingen in het kader van het stadsgewest wordt letterlijk en figuurlijk doorsneden in het kader van het westtracé. Mijn fractie heeft in de commissie een pleidooi gehouden voor het laten meewegen van de economische waarde van toeris tisch recreatief beleid. Onze conclusie in de commissie was en is ook nu nog, dat de beeldvorming nog niet is afgerond en dat bij die beeldvorming de aspecten van milieu, landschap en vooral toeristisch recreatief beleid meebepalend zijn voor de ontsluiting van Noord-Oost Friesland en de keuze voor het tracé. Nog een aanvullende vraag op grond van onze conclusie. Denkt de wethouder nog een bijdrage te kunnen leveren aan die beeldvorming? Dat is tot nu toe te weinig aan de orde gekomen. De beantwoording van de vragen van de andere fracties, op grond van de genoemde aspecten, wacht ook mijn fractie af. Alle voor- en nadelen zijn nog niet op een rij gezet, daar wachten wij op. Wij zijn het eens met de raadsbrief die spreekt van "vooralsnog", juist omdat een keuze voor een verkeersontwik- keling geen akkefietje is, maar een serieuze discussie behoeft. De heer Heins: Tijdens de bespreking van de nota Stadsgewest en ook van het Recreatief Investeringsplan heeft de PAL-fractie haar bezorgdheid uitgesproken over eventuele aantastingen van het kerngebied, zoals dat heet, het gebied van de Giekerker en Oenkerker polder, Bullepolder en Grote Wielen. De PAL-fractie is het dan ook eens met het besluit om niet in te stemmen met plannen voor een weg dwars door dat open landschap. Overigens is onze stelling dat het woordje "vooralsnog" in het besluit overbodig is, dat had ons inziens achterwege kunnen blijven. Als deze raad een besluit neemt, dan doet zij dat op grond van het dan beschikbare materiaal. Mochten er nieuwe feiten aan het licht komen, en misschien levert de MER dat op, dan kan de raad een nieuw besluit nemen of er nu wel of niet "vooralsnog" bij staat. In de raadsbrief is met recht geschreven dat bereikbaarheid één van de belangrijke factoren is voor een goede economische ontwikkeling. Niet de belangrijkste, want je moet andere factoren als de noodzakelijke investeringen, effecten op de omgeving en de potentie van een plaats ook 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 11