Ve mee gaan houden bij de volgende opstelling en dat wij aan die wens kunnen
Ve voldoen.
Ve Ik heb ook de stand van zaken betreffende 't Vliet gememoreerd. Wij
Ve hebben verder nog geen duidelijkheid, maar wij blijven alert en zodra er
Ve weer informatie komt zullen wij u die doorgeven.
Ve
Mevrouw Dijkstra heeft gereageerd op de moties, datzelfde geldt voor de
heer De Jong.
Dan heeft mevrouw Garms nog even gesproken over de evaluatie van 4 jaar.
Zij heeft even aangestipt hoe belangrijk evalueren is ook als je in het
vervolg een ander traject kiest. Dat is natuurlijk het geval, alleen heb
ik al gezegd dat dat het nodige aan tijd en menskracht vraagt en dat wil
ik toch echt gaan afwegen.
Over het peuterspeelzaalwerk heeft mevrouw Garms gezegd, de wethouder
O doet geen toezeggingen over de termijn. Ik wil wel toezeggen dat wij een
heel ernstige poging zullen doen om dit jaar met die zaak te komen. Wat
dat betreft zou dat heel goed passen in het ontwerp-program 1992 wat wij
op het eind van dit jaar al weer behandelen.
C Dan de spelvoorlichting. Ik heb u daar verkeerde informatie gegeven. Ik
heb gezegd dat dit uit de sociale vernieuwing wordt betaald, dat is niet
het geval. Inmiddels heeft collega Vlietstra mij daar goed over geïnfor
meerd. Het wordt tot 1 augustus 1991 betaald uit onder anderen gelden van
de SWL, het Nieuwe Stadsweeshuis en een gift uit het bedrijfsleven. De
tweede helft van 1991 zal het vanuit dit program worden betaald en in
1992 gaan wij dan verder. Het komt dus niet in de koelkast.
Dan heeft mevrouw Garms nog gevraagd om bij het plannen van vergaderingen
rekening te houden met fractievergaderingen. Dat doen wij doorgaans ook.
De bijeenkomst van de externe commissie is met veel haast belegd omdat
het van belang was dat de vergadering van de externe commissie voor de
vergadering van de raad zou zijn.
Vervolgens nog even over de motie van mevrouw Garms. Ik heb gezegd dat
i het inderdaad zo is dat organisatiekosten kunnen worden bestreden uit de
gelden die wijken krijgen. Ik geef toe dat de wijk Wielenpölle in de
hoofdcategorie zit, de wijk Lekkumerend zit in de één na hoogste catego
rie. Wielenpölle zit in categorie 8 en Lekkumerend in 4. Dat is de
tweede. Ik geef meteen toe dat het natuurlijk zo is dat door deze vermin
dering van het subsidie van het rijk de zaak er beroerder voor staat. Dat
is zo duidelijk als wat. Alleen ik vind geen vrijheid, ook al gelet de
middelen die wij hebben, om daar op dit moment iets aan te doen.
De heer Kessler (weth.): Twee opmerkingen. Met betrekking tot mevrouw Van
Ulzen hoe het zit met "Ons Genoegen", dat zoeken wij nog uit, ik kom daar
nog een keer op terug.
In de richting van de heer Herrema. Wij nemen de motie over, inclusief
de notitie.
197
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Ik constateer dat motie nummer 1 is ingetrokken.
Motie 2 is overgenomen en kan buiten behandeling blijven.
Hetzelfde geldt voor motie nummer 3.
Dan is aan de orde de stemming over motie 4.
Voor stemmen de leden van de PAL-fractie. De motie is verworpen.
Aan de orde is de stemming over Programma Sociaal-Cultureel Werk 1991.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder.
Punt 2a (bijlage nr. 22).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 3 (bijlage nr. 23).
De Voorzitter: Aan de orde is benoemen van een wethouder.
Wethouder Kessler heeft meegedeeld ontslag te nemen als wethouder. Dat
betekent dat wij aan de orde stellen punt 3, het benoemen van een wethou
der
Mevrouw De Haan: Ik wil graag de heer E.M. Janssen namens mijn fractie
aan de raad aanbevelen voor deze vacature en ik wil daar graag een korte
stemverklaring bij houden.
Binnen de fractie van de PvdA heeft een uitgebreide discussie plaats
gevonden over de nieuw te kiezen wethouder. De gemeenschappelijke visie
op voorhand was dat er een flink aantal geschikte kandidaten voorhanden
bleek. De keuze heeft zich duidelijk toegespitst op een tweetal geschikte
kandidaten, te weten mevrouw Van der Kloet en de heer E.M. Janssen. In
de discussie heeft een belangrijke rol gespeeld het door mijn partij
nadrukkelijk beleden voorkeursbeleid voor vrouwen, waarbij een deel van
mijn fractie dit als algemeen geldend cq. doorslaggevend argument wenste
te hanteren en derhalve, gezien het principe van voldoende geschiktheid,
kozen voor de kandidatuur van mevrouw Van der Kloet. Daarnaast gold voor
een ander deel van mijn fractie dat gelet op de samenstelling van, de
posities binnen de fracties en ook het onderling functioneren binnen de
fractie, gronden zijn om het genoemde voorkeursbeleid minder eenduidig
te interpreteren. Dit verschil in visie is onderwerp van verdere discus
sie in mijn fractie. Dit laat onverlet dat aan een krachtig voortzetten
van het voorkeursbeleid voor vrouwen door ons zeer gehecht wordt. Voor
de keuze van vanavond leidt dit tot de conclusie dat mijn fractie unaniem
de raad adviseert de heer Ernst Janssen, die het volledig vertrouwen
198