daartoe in ieder geval nog in de loop van dit jaar, het kan zijn net voor of net na de zomervakantie, aan u voor zullen leggen. Overigens zeg ik er meteen maar bij, dat wij de mogelijkheid van de gemeente op dat punt niet moeten overschatten. Er hangt heel veel af van wat de hogescholen zelf aan initiatieven ontwikkelen. Er hangt heel veel af van hoe het bedrijfsleven in staat is om de vraagkant de formuleren. Als gemeente kunnen wij daar wel een stimulerende rol in vervullen, hetzij via onze vertegenwoordiger in het RBA, hetzij rechtstreeks naar instellingen hier in de stad. Dan het OETC, ook dat is een discussie die wij vaker hebben gevoerd met de WD-fractie. Ik denk eerlijk gezegd, voorzitter, dat het niet zo zinvol is om de discussie over OETC binnen of buiten schooltijd hier opnieuw te gaan voeren. Wij hebben dat nog kortgeleden gedaan, naar mijn idee. De raad heeft daar een duidelijk standpunt over geformuleerd. Ik denk niet dat er reden is om daar op dit moment op terug te komen. Dan de D66-fractie, die is eveneens ingegaan op de schaalvergroting in het basisonderwijs. Ik ben het eens met de D66-fractie dat zodra die plannen duidelijk zijn, wij zo spoedig mogelijk zullen moeten toewerken naar een nieuw spreidingsplan. De constructie van de lespuntscholen zal ook in dat kader heel nadrukkelijk aan bod moeten komen. Het voorstel voor twee brede scholengemeenschappen heeft de D66-fractie verrast. Ik hoop dat hier sprake is van een blijde verrassing, want het is altijd prettig als je iemand blij kan maken. Dan kom ik bij de GPV/RPF/SGP-fractieZij heeft ook een opmerking gemaakt over brede scholengemeenschappen. Ik begrijp dat het college standpunt voor hen reden is om positiever tegenover het geheel te staan, uiteraard ben ik daar weer blij mee. Dan heeft mevrouw Visser een aantal opmerkingen gemaakt over onderwijs en sociale vernieuwing. Zij heeft aandacht gevraagd voor het belang van scholing en een goede coördinatie op het terrein van de volwasseneneduca tie. Dat ben ik met haar eens. Wij zullen nog dit voorjaar werken aan een geactualiseerde nota Volwasseneneducatie, waarin met name de planning en de afstemming van de verschillende onderdelen heel uitvoerig aan bod zal komen. Wat dat betreft wordt mevrouw Visser op haar wenken bediend. Zij heeft opgemerkt extra aandacht voor kinderen in achterstandssituaties te willen geven, beperking van de verwijzing naar speciaal onderwijs. Dit wil ik van harte ondersteunen, evenals haar opmerking over het belang van samenwerking met het bijzonder onderwijs. Dat wordt één van de zaken waar wij ook het komende jaar in het kader van sociale vernieuwing, convenant met bijzonder onderwijs, veel aandacht aan zullen moeten geven. Dan heeft mevrouw Visser ten slotte nog de wens uitgesproken om financi ële steun te verlenen aan de bijzondere begeleidingsdiensten. Zij zal begrijpen dat ik die wens niet kan honoreren. De raad heeft eerder besloten om die subsidie stop te zetten. Zowel de landelijke gereformeer de begeleidingsdienst als de begeleidingsdienst van de vrije scholen zijn daartegen in beroep gegaan bij de Raad van State en beide keren is de 93 gemeente in het gelijk gesteld. Dus ik denk niet dat er aanleiding voor ons is om die zaak nu opnieuw aan de orde te stellen. Daarmee ben ik aan het eind gekomen, voorzitter. De Voorzitter: het is nu pauze. De Voorzitter schorst, om 22.00 uur, de vergadering. De Voorzitter heropent, om 22.20 uur, de vergadering. De heer Timmermans (weth.): Mevrouw De Haan heeft namens de fractie van de PvdA met betrekking tot het milieubeleid nog een keer gewezen op de randvoorwaarden die voor haar fractie gelden als het gaat om de ontwikke ling van de verbetering het vestigingklimaat hier in Leeuwarden. Die randvoorwaarden hebben dan vooral betrekking op de duurzame ontwikkeling. Ik denk dat ik mag verwijzen naar de stellingname die het college in het Beleidsplan heeft geformuleerd en die daar volstrekt mee in overeenstem ming i s Ik kom daar overigens nog even op terug bij de beantwoording van de opmerking die door de PAL-fractie op dit terrein zijn gemaakt. Mevrouw De Haan informeerde naar de plannen die in het kader van de vervoerregio bestaan ten aanzien van onder meer het lokatiebeleid en dat heeft weer te maken met het vestigingsklimaat. Wij hopen binnenkort het Plan van Aanpak zoals dat in de stuurgroep is vastgesteld in de raad te behandelen, uiteraard eerst in de desbetreffende raadsadviescommissie Ik denk dat ik nu al kan aangeven dat in een groot aantal studies die in het kader van de vervoerregio wordt voorgesteld, aandacht wordt gegeven aan het aspect van het vestigingsbeleid en wel op verschillende manieren. Niet alleen wordt het Plan van Aanpak lokatiebeleid voor zowel wonen als voor bedrijfsvestigingen uitgewerkt, er wordt ook een studie gedaan naar de relatie tussen mobiliteitsbeleid en het ruimtelijke ordeningsbeleid, een niet onbelangrijk gegeven in dit verband. Er wordt gewerkt aan het stimuleren van bedrijfsvervoersplannen. Ik wil opmerken dat het project dat wij al eerder in de Hemrik opgestart hebben, integraal onderdeel uit zal gaan maken van die uitwerking. Zo zijn nog wel wat van dit soort daarop afgestemde onderzoeken aan te geven. Kortom, ik denk dat het aspect milieu zeer uitvoerig invloed heeft gekregen op de ideeën die binnen de vervoerregio spelen. Er wordt geconstateerd, voorzitter, dat de milieunota vrijwel gereed is. Althans de behandeling hopen wij binnenkort hier in de raad te doen plaatsvinden. Het eind van dit jaar, wanneer het milieu-uitvoeringspro gramma gereed zal zijn, zullen wij met elkaar uitsluitsel moeten geven, keuzes moeten gaan maken over de vraag welke middelen daarvoor nodig zijn en met name ook, waar halen wij die middelen vandaan. Nieuw beleid? Of ook uit verhoging van heffingen? In dat verband is natuurlijk buitenge woon belangrijk dat wij de relatie die iedereen onderkent, tussen de I 94

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 48