nu precies zijn drijfveren en achtergronden en met name ook argumenten zijn. Wij zullen daar de onze tegenover kunnen zetten. Ik denk dat de motie hier brede steun zal vinden en die zal daarbij als uitgangspunt kunnen dienen. Ik vond het toch wel nuttig om die informatie daar aan toe te voegen. Dan heeft de heer Bilker een motie ingediend die een verzoek behelst aan het college om te komen met een voorstel voor een lobbyist. Te komen tot een ambtenaar in Den Haag, danwel Brussel, voor de nodige informatievoor ziening ten aanzien van Leeuwarden en Leeuwarder projecten. Hij weet uiteraard dat er in het Collegeprogramma staat dat wij dat al van plan zijn, zij het dat wij daar nogal nadrukkelijk richting Brussel hebben gewezen en dit bovendien hebben gezet in de context van de samenwerking tussen provincie en andere gemeenten. De woordvoerder van de D66-fractie heeft daar nog wat meer breedte aan gegeven door te zeggen dat dit volgens hem alleen werkt als je het in noordelijk verband doet. De reactie van het college daarop is, dat wij inderdaad met de benadering zoals de heer Bilker nu kiest, als wellicht eerste fase, wel kunnen instemmen. Die accentverschuiving in de richting van eerst maar eens goede bekendheid geven aan onze bedoelingen en ons bestaan in Den Haag en van daaruit wellicht richting Brussel gaan opereren. Dat niet meteen in de volle breedte van het hele noorden des lands en met iedereen en alles en nog wat samen, maar wellicht eerst eens op een wat smallere basis, op basis van onze eigen plannen. Uiteraard niet in tegenstelling of tegenspraak met anderen. Wij zien daar in principe wel iets in, maar dat vereist toch nog wel een zorgvuldige afstemming en nadere uitwerking. Het komt er dus op neer dat het voorstel dat de heer Bilker doet, name lijk het verzoek om met een voorstel te komen, dat wij dat zullen honore ren. Of dat dan exact zo ingevuld wordt dat dat de instemming in brede zin kan wegdragen, moeten wij dan nog even afwachten, maar dat zullen wij dan afzonderlijk kunnen bespreken. (Mevrouw De Haan: Betekent dit dat de motie wordt overgenomen door het college?Ja, daar komt het eigenlijk op neer. Wij hebben gezegd, wij zullen met een voorstel komen. Naar dat voorstel wordt gevraagd. Ik heb daar aan toegevoegd dat wij nog nader terug zullen komen op de exacte invulling, die laat de heer Bilker overigens ook vrij nadrukkelijk in het midden. De heer Bilker heeft nog een opmerking gemaakt over de wenselijkheid van één veemarkt in het Noorden. Daar worden inderdaad pogingen toe gedaan. Er zijn op dit moment al een aantal gesprekken gevoerd tussen zowel de bestuurlijke als de ambtelijke vertegenwoordigers van de veemarkten in Sneek en Groningen. Hen heeft met ons wel begrip voor de wenselijkheid van samenwerking en samenvoeging, maar het opgeven van de eigen markt is uiteraard een heel lastig punt. De markten zijn ook maatschappelijk nogal geworteld in die beide plaatsen. Om dan zomaar te zeggen dat je daar afstand van doet, lijkt op dit moment toch een wat moeilijk haalbare kaart. Er zitten uiteraard ook financiële aspecten aan, die nog vertaald moeten worden, maar wij zijn op weg en wij gaan door. Het is mijn vaste overtuiging dat als wij niet binnen afzienbare termijn komen met een plan 109 dat die eenheid bevordert, wij wellicht met elkaar strijdend ten onder zullen gaan. Dat moge in de Java Zee ooit zo zijn geweest, maar dat sta ik hier toch niet voor. Mevrouw Van Ulzen: Daar hoeft u niet zo om te lachen.) Nee, ik lach er ook helemaal niet om, ik geef alleen even aan dat strijdend ten onder gaan op zich wel een aardige gedachte is, maar niet altijd tot de gewenste resultaten leidt. Daarmee geef ik dan ook aan dat ik zal proberen om op die ene noemer te komen die tot dat goede resultaat leidt. De gedifferentieerde tarifering voor wat betreft de reiniging, met name naar het aanbod van hoeveelheden en aard van het vuil, is de heer Bilker nog eens op terug gekomen. Er loopt een proef in Zaandam die door de directie van de dienst nauwlettend wordt gevolgd. Als daar inderdaad resultaten uit komen die ook voor Leeuwarden toepasbaar zouden zijn dan zullen wij dat ongetwijfeld in de commissie brengen en daar over gaan praten. De discussie over het groenonderhoud is beter in het kader van nieuw beleid te voeren. Er is nog een vraag van de heer Bilker over de positie van het Woningbe drijf en de gelijkwaardigheid van dat Woningbedrijf te zijner tijd met de corporaties. Wij zijn op dit ogenblik bezig fasegewijs veranderingen in die positie te brengen. Het is uiteraard bekend dat er in de Kamer een motie Tuinstra-de Pree is aangenomen die de mogelijkheid biedt om gemeen telijke woningbedrijven eigenlijk dezelfde status als de woningcorpora ties te geven. Wij denken daar een eerste stap te kunnen zetten. Wij zullen binnenkort in de raad komen met een voorstel om binnen het gemeen telijk verband tot een zekere verzelfstandiging te komen via delegatie en mandatering. Vervolgens zullen wij een twee stap nemen als ook wette lijk de daarvoor benodigde maatregelen zijn genomen om die corporatiesta- tus te krijgen. De D66-fractie heeft gevraagd wat de gevolgen zijn van de reorganisatie van de PTT. Ik heb even getwijfeld of met deze vraag nu de sluiting van een paar postkantoren of het veranderen van de status daarvan of de Postbank werd bedoeld. Als dat laatste het geval is, dan is het natuur lijk zo dat dat niet meer PTT is, maar verzelfstandigd. Niettemin hebben wij daarover bij het hoofdkantoor in Amsterdam wat informatie gevraagd. Ik geef maar weer zoals wij dat hebben ontvangen. Er zijn twee aspecten aan de orde. In de eerste plaats de fusie met de NMB. Dat proces, zo zegt men daar, heeft geen of zeer weinig gevolgen voor het kantoor in Leeuwarden. Er vindt op stafniveau een samenvoeging plaats met de afde ling personeelszaken en dat geeft vrijwel geen verschuiving in arbeids plaatsen. De nieuwe indeling van de organisatie als gevolg van de fusie heeft geen consequenties voor het kantoor in Leeuwarden, is de mededeling aldaar. Er is een tweede aspect en dat is de, wat zij dan noemen, pro- ductinnovatiesituatiedat proces loopt tot 1997 en is het gevolg van een wijziging in het betalingscircuit. Wat wel bekend is, naast een aantal 110

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 56