de Nieuwestad en Wirdumerdijk. Met de regelmaat van de klok heeft onze
fractie dat de afgelopen jaren bepleit en ook weer bij de commissiebehan
deling van het Beleidsplan dit keer.
Dat geldt zeer zeker ook voor de Oude Begraafplaats aan de Spanjaards
laan, ook daar hebben wij in de commissie aandacht voor gevraagd.
Met de suggestie de Westerkerk een andere naam te geven, zijn wij het
volstrekt niet eens. Het is eeuwenlang Westerkerk geweest, een historisch
begrip in Leeuwarden, dat in onze ogen niet moet worden veranderd.
Het is overigens opmerkelijk dat de SGP-fractie een warm pleidooi houdt
voor een goed mediabeleid. Om nog meer mensen voor de t.v. te kluisteren
bepleit deze fractie de finish van de Elfstedentocht op de schaats in de
Prinsentuin te houden. Mijnheer de voorzitter, wij beleven historische
momenten in de raad van Leeuwarden: de PAL-fractie laat het begrip
revolutie en barricaden vallen, de PvdA-fractie neemt het gedachtengoed
van de D66-fractie zeker wat betreft de gekozen burgemeester over en de
GPV/RPF/SGP-fractie pleit voor meer mensen voor de t.v.
Motie nummer 13 van de GPV/RPF/SGP-fractie omtrent het vrijwilligerswerk
is qua intentie sympathiek. Veel vrijwilligers zijn actief in het vereni
gingsleven in buurt- en wijkwerk. Het is bekend dat de CDA-fractie daar
ook extra oog voor heeft. Echter, er is al een nota Faciliteiten Vrijwil
ligerswerk die het een en ander regelt. Wel is het zo dat inderdaad die
nota eens ten uitvoer moet worden gebracht. Wij zouden daarop willen
aandringen. Dan is deze motie niet meer actueel.
Mijnheer de voorzitter, het college is uitvoerig ingegaan op de inbreng
van de CDA-fractie, waarvoor onze dank. Wethouder Timmermans onder
schrijft de visie die de CDA-fractie geeft omtrent de positie van Leeu
warden en wethouder Heere is het daar in principe mee eens. Er zit
verschil tussen de twee benaderingen. Wij hebben nadrukkelijk deze visie
naar voren gebracht om enerzijds Leeuwarden regiogerichtanderzijds
Europees gericht te plaatsen, omdat dat in het vervolg telkens in het
beleid aan de orde is en vanuit die benadering zal de CDA-fractie de
verdere plannen beoordelen. Ik kom dan meteen op de zogenaamde lobbyist
motie, waarvan wethouder Heere zegt dat het college die eigenlijk over
neemt, zeker naar de geest van die motie. Het college onderschrijft het
feit dat eerst aan Den Haag zal moeten worden gedacht, dat verheugt ons.
Het gaat niet meer om een open discussie, zoals de PvdA-fractie voor
stelt. Wij zijn het eens met het college, maar wij hadden gesteld dat ons
eerst een afgerond voorstel moest bereiken. Ik wil er daarom aan toevoe
gen dat dit op korte termijn zal moeten gebeuren, omdat vele zaken die
voor Leeuwarden van belang zijn nu aan de orde zijn. Ik heb daarbij
nadrukkelijk gewezen op de vele gelden die beschikbaar gesteld kunnen
worden. Ik wil nog eens benadrukken wat wethouder Timmermans gezegd
heeft, namelijk dat er geen schijnbare tegenstellingen in Friesland
gecreëerd moeten worden. Dat moet zeer zeker niet door toedoen van Leeu
warden gebeuren.
126
Motie nummer 4 over het Fonds Ontwikkeling Knooppunt Leeuwarden, daarvan
zegt het college, dat beter even gewacht kan worden, omdat er een notitie
onderweg is waarin dit in zijn totaliteit wordt bekeken. Dit is dus op
dit moment nog niet nodig, aldus de wethouder. Wij willen zolang die
motie wel terugtrekken, maar wel met de voorwaarde dat er een duidelijke
keuze komt van wat Leeuwarden er zelf voor over heeft. Ik heb toen een
breed scala genoemd, van onder andere verkeer-vervoercultuur, infra
structuur en ik heb gewezen op de vraag die op ons afkomt van de finan
ciering van bijvoorbeeld straks de N31. Dat zijn zaken die spelen, daar
moet duidelijkheid over komen. Daarom toch nu al een pleidooi voor een
dergelijks fonds. Wij willen best de nadere voorstellen afwachten, mits
die niet te lang op zich laten wachten. Vanwege de toezegging van de
wethouder trekken wij op dit moment motie volgnummer 4 in. (De Voorzit
ter: U wacht de toezegging van de wethouder af?) Die toezegging heeft
hij al gedaan. (De Voorzitter: Dan wordt motie nummer 4 ingetrokken.
Over motie 5 betreffende de pr-functionaris hadden wij nog niet echt een
eindoordeel van het college gehoord. Nu dus inmiddels wel, alhoewel een
en ander in een andere context wordt geplaatst door te zeggen dat gewerkt
wordt aan een pr-plan. Wij willen nadrukkelijk het sein geven welke kant
het op moet gaan dat in dat beleid overgenomen moet worden. Mevrouw De
Haan veronderstelde dat de CDA-fractie de bijdrage niet had geleverd in
die discussie, maar ik had zelfs een hele lange bijdrage en ik heb dit
bepleit. (De Voorzitter: Praten wij nu over hetzelfde?(Mevrouw De Haan:
Er zijn twee vergaderingen geweest.) Deze motie is dus vooral beleidson
dersteunend bedoeld.
Dan kom ik bij het onderwijs, mijnheer de voorzitter. Wethouder mevrouw
Vlietstra is erg verbaasd dat de CDA-fractie een voorwaarde toevoegt bij
de definitieve besluitvorming omtrent één of meer brede scholengemeen
schappen. Ik mag verwijzen naar de handelingen van de gemeenteraad van
6 december 1988 waar onze woordvoerder de heer Krol eindigt met de
woorden "Een belangrijke peiler van het raadsvoorstel is de concept-wet
op de basisvorming die wellicht nog in deze kabinetsperiode (wij spreken
over 1988) zal worden aangenomen door de Tweede Kamer. Wij vinden dat
mocht onverhoopt deze concept-wet niet doorgaan er dan een nieuwe situa
tie ontstaat waarop de CDA-fractie zich alsdan opnieuw wil beraden."
Bovendien stelt de wethouder van onderwijs in haar beantwoording dat zij
het eens is met de CDA-fractie op dat punt. Verlengde brugperiode of
basisvorming, het verschil is miniem, gaat om uitstel studiekeuze.
Ik kom dan bij motie nummer 6 over de opheffingsnorm basisscholen. De
wethouder stelt dat het nu te vroeg is, dat eerst afgewacht moet worden
wat nu echt de voorstellen zijn en hoe het kabinetsbesluit luidt, alhoe
wel zij het inhoudelijk met de intentie eens is. Ook het college zo wordt
gesteld denkt er zo over, alleen is er verschil van opvatting over de
timing. Is dat nu de afweging om deze motie af te wijzen? De PvdA-fractie
wenst deze motie in feite niet vanwege het ontbreken van een alternatief
opheffingsnormgetal van onze kant. Dat is hier op dit moment niet aan de
orde. (Mevrouw De Haan: Wat ik gezegd heb, is dat wij het met het college
127