besluit het subsidieverzoek ad 27.143,-- ten behoeve van het driejarig project Nota Bene in ieder geval dit jaar toe te kennen en de subsidie van de twee volgende jaren voort te zetten afhankelijk van de resultaten van de tussentijdse evaluatie in maart 1992, en gaat over tot de orde van de dag." (De voorzitter: Dit is motie nummer 1.) Wij vinden wel, dat als zou blijken dat na de evaluatie de doelstellingen niet gehaald worden, er geen verdere voortgang mag plaatsvinden. Dan heb ik nog iets over wat ons niet helemaal duidelijk is. Op bladzijde 25 wordt gesproken over de muziekvereniging "Druma '90", daar staat bij dat de leden van deze vereniging grotendeels voort komen uit het enkele jaren geleden opgeheven harmonieorkest "Ons Genoegen". Maar op bladzijde 62 staat dat daarvoor alsnog subsidie is gegeven. Dat begrijpen wij niet helemaal. Daar staat 5.520,-- voor Ons Genoegen. Met het overige kunnen wij eigenlijk wel instemmen. Ik wou het hierbij laten. De heer Herrema: Vorig jaar dachten wij bij de behandeling van het Sociaal-Cultureel Programma dat wij met het laatste programma bezig waren, met een historische moment. Toch blijkt de werkelijkheid echter wat anders te zijn. Niettemin gaan wij er van uit dat dit wel dat histo risch moment is, een jaar later weliswaar. Dat heeft alles te maken met de vertraging die opgelopen is bij de deregulering. Wij willen toch met klem vragen de behandeling van die nota in de raad te doen plaatsvinden. Niet alleen omdat wij vinden dat de afstand tussen de nota in inspraak brengen en het uiteindelijk vaststellen niet te groot moet zijn, want dan haal je alleen maar extra werk op de hals. Bovendien zitten heel veel instellingen er ook echt op te wachten om wat uitvoering te gaan geven aan de dingen die daar in staan, zodat zij wat meer beleidsvrijheid krijgen en wat meer armslag hebben om zelf keuzes te maken binnen de budgetten die zij toegewezen krijgen. Dus een verzoek om daar enige vaart achter te zetten. In het Sociaal-Cultureel Programma wordt terecht een duidelijke relatie gelegd met sociale vernieuwing. In de jaren tachtig heeft het Sociaal- Cultureel Programma fors onder druk gestaan. De sociale vernieuwing biedt, denk ik, tevens nieuwe mogelijkheden voor het sociaal-cultureel werk en is wellicht ook een nieuwe inspiratiebron. Wellicht wel heel anders, minder algemeen en wat meer doelgericht en ook meer gericht op specifieke knelpunten. Dat is op zich winst, ook voor de verdere invul ling van het Sociaal-Cultureel Programma. Het blijkt ook wel uit de inspraakreacties in het kader van de sociale vernieuwing dat vanuit het Sociaal-Cultureel Programma, de werksoorten, ook veel ideeën z_jn aange dragen. Wat dat betreft lijkt dit een goede inspiratiebron te zijn geweest 173 Dan naar een aantal werksoorten. Ten eerste met betrekking tot de kinder opvang Daar hebben wij in de commissie uitvoerig over gesproken. De wethouder sprak over het plafond waar het CAO-peuterspeelzaalwerk mee te maken zou krijgen. De wethouder heeft daar toen een koopmansgeest op los gelaten in die zin dat hij de CAO-inschaling van de peuterspeelzaalwerkers niet interpreteerde als zijnde een plafond, maar een uitgangspunt waarbij je iets naar boven maar ook iets naar beneden kan afwijken, gewoon door middel van toepassing. Die koopmansgeest zouden wij graag nog een keer herhaald willen zien in deze raad. Voor de rest komt er straks een discussie over de meerjarenplanning van de kinderopvang. Voor de etnische groepen staan forse veranderingen op het programma. De subsidiëring van de etnische groepen zal fors terug gaan lopen. Het blijft wel op een aanvaardbaar niveau, hetzelfde als buurt en wijken, maar voor deze groepen zal dat fors ingrijpen in de huidige systematiek en ook in hun mogelijkheden wat dat betreft. Er komt een projectenpot waar wij op zich mee in kunnen stemmen. Er is nog overleg geweest over het project Spelvoorlichting. Wij hebben in de commissie nadrukkelijk gezegd dat deze projectenpot pas besteed zou kunnen worden mits de etnische groepen daar ook zelf, zeker in de begin periode, voor kiezen dat deze projecten daar uit komen. Ik ben niet bij die overlegcommissie geweest, omdat wij toen fractievergadering hadden, dus ik wou graag duidelijkheid hebben of die instemming ook verkregen is. Voor het overige gaan wij er van uit dat voor de andere bestedingen ook hetzelfde regime van toepassing is, namelijk alleen tot bestemming over gaan wanneer dat nadrukkelijk de instemming heeft van de etnische groe pen. Waarbij ik ook hoop dat er van hun kant ideeën en suggesties komen. Daarbij had ik nog een ander punt. Ik heb ik de krant gelezen dat het rijk ook extra gelden ter beschikking zal gaan stellen ten behoeve van met name allochtone jongeren om de werkloosheidssituatie daar aan te pakken. Een deel zal landelijk besteed worden, maar een deel zal ook naar gemeenten gaan. Ik wou vragen of al bekend is welk deel er eventueel voor Leeuwarden beschikbaar is en of dat wel of niet via de sociale vernieu wingspot zal gaan lopen. Op zich biedt dat straks in ieder geval wat meer mogelijkheden om ook in de toekomst dat ernstige probleem aan te pakken. Dan het algemene deel van het Project Mensen Zonder Werk. Tot nog toe is helaas de discussie uitgebleven over de moeilijke keuze die wij straks moeten gaan maken door het teruglopen van de middelen voor PMZW. Die keuze is nog uitgesteld omdat de notitie er nog niet is. Verder zijn wij blij dat die 4Z korting, die toch een beetje een kaas schaafmethode was, van de baan is. De commissie heeft zich daar trouwens over uitgesproken. Wij hoeven die discussie hier niet meer te voeren, omdat het college zelf op haar keuze teruggekomen is. Dat maakt het des te meer noodzakelijk dat die keuze wel op korte termijn plaats vindt. Vandaar uit gaan wij de accenten leggen, omdat de druk op die middelen 174

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 89