Ver gepubliceerd. Ik kan haar wel toezeggen dat ik de meest recente gegevens
Ver daarover in de commissie ter hand zal stellen opdat daar kennis van
Ver genomen kan worden en er misschien daarna nog wat meer mee gedaan kan
Vet worden. Daarin staat precies hoe de groep werklozen er uit ziet, welke
Vei achtergrond zij heeft, hoe lang zij werkloos zijn en allerlei andere
Vei kenmerken.
vei
Mevrouw Garms heeft ook gezegd dat het goed is om de milieu-effecten van
p de diverse projecten nog eens wat nadrukkelijker te bekijken dan tot nu
toe heel globaal gedaan is. Ook anderen hebben daar op gewezen. Ik denk
v dat dat terecht is. Wij zullen het zo doen dat bij projecten waar nadruk
kelijk milieu-aspecten zijn betrokken eventueel, MER-achtige rapportages
per project te doen. Wij zullen een rapportage waarin dus zoveel mogelijk
all.e milieu-effecten zijn meegenomen.
Or Mevrouw Garms heeft opnieuw haar "neen" laten horen tegen de ontwikkelin
gen rond Airport Leeuwarden. Ik vind dat jammer. Wij hebben daar in de
commissie inderdaad met elkaar van gedachten over gewisseld. Ik heb haar
daar kennelijk niet kunnen overtuigen, het zij zo.
Oi
I Mevrouw Garms heeft gevraagd waarom de containerterminal niet naar de
Fonejacht kan. Een aantal anderen hebben die opmerking ook gemaakt.
Hoewel ook weer anderen hebben gezegd dat wat hen betreft die container-
terminal best in Leeuwarden kan komen. In het rapport Stadsgewest dat
is uitgebracht, zijn beide lokaties als potentiële mogelijkheden genoemd
en naar beide is een onderzoek in dat kader geannonceerd. Het ligt dan,
denk ik, redelijk voor de hand dat als je in Leeuwarden een dergelijk
plan maakt, je het Leeuwarder kantje van het verhaal neemt en kijkt of
je binnen je eigen gemeente de aansluiting van water, spoor en weg, die
in Leeuwarden vrij uniek is, op een gunstige plek kunt maken. Wij menen
die in de Hemrik gevonden te hebben en ik denk dat wij daar goede argu
menten voor hebben. Ik zou dan een inhoudelijke discussie over de vraag
wat nu de beste plaats is Fonejacht of de Hemrik ook niet uit de weg zijn
gegaan. Dat was de reden waarom ik met de overige stadsgewest gemeenten
C een gesprek ben aangegaan over het hele investeringsplan, vóórdat de raad
(dus vandaag) het plan accepteert om met hen te kijken of er redenen
zijn om hier en daar op punten nog aan te passen of bij te sturen. Het
wordt ons soms verweten dat wij al besluiten nemen in deze raad voordat
wij de plannen aan andere gemeenten presenteren. Ik heb dat nu eens
andersom willen doen. Alle andere gemeenten vonden dat aardig en hebben
daar erg zinvol met mij over gesproken, ten minste dat vind ik. De
vertegenwoordiger van Tytsjerksteradiel zei dat hij daar geen behoefte
aan had. Het is hem twee tot drie keer aangeboden en twee-drie keer heeft
hij gezegd: ik wil daarover met jou niet praten. Dan houdt het op.
Overigens is het dan niet zo dat het college van Tytsjerksteradiel niet
meer met Leeuwarden praat, dat is toch denk ik een subtiele nuance. In
tegendeel wij hebben onlangs, dat was een bijzondere ervaring, alle
stadsgewest-colleges op onze uitnodiging in het Princessehof bijeen gehad
voor een wat informele bijeenkomst. Ik kan u mededelen dat daar het
26
complete college van Tytsjerksteradiel ook aanwezig was. Wij hebben daar
bepaald ook wel met elkaar gesproken. Dus wij komen over dit soort
hobbels wel heen, denk ik.
Dan de Frieslandhal, met vooral de agrarische invalshoek, waarbij de
privatisering en het investeringsplan naar de mening van mevrouw Garms
gekoppeld zouden moeten worden. Het is inderdaad goed dat wij die twee
dingen aan elkaar verbinden. Wij zouden alleen ook niet in staat zijn om
de grote investeringen die dit vereist te trekken. Daar is inderdaad wat
meer voor nodig.
Een promotieplan is door een aantal sprekers als erg belangrijk aange
merkt. Ik denk dat dat juist is. Er is ook gevraagd of de nadere uitwer
king in de Commissie Economische en Sociale Zaken kan worden gebracht,
opdat daar nog een gedachtenwisseling kan plaatsvinden. Ik zeg dat toe.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om hier nog even een opmerking bij te
maken. Ik heb vanochtend met de directeur Economische en Sociale Zaken
een gesprek gehad over de hele aanpak van deze zaak. Dit zal inderdaad
wel gebeuren via een projectachtige organisatie. Maar in dat gesprek
bleek mij, wat ik al vreesde, dat de beperkte ambtelijke hoeveelheid uren
die ons ter beschikking staan, na aftrek van allerlei reguliere activi
teiten, zo gering is dat wij hoogstwaarschijnlijk veel menskracht van
buiten zullen moeten inhuren, met name als het gaat om het doen van die
haalbaarheidsonderzoeken. Nu hebben wij daar wel een paar centen voor,
een deel van de 170.000,-- nieuw beleid, maar dat is natuurlijk niet
zo'n geweldig groot bedrag. Ik geef hiermee maar aan dat wij waarschijn
lijk bij het uitwerken van het geheel prioriteiten zullen moeten stellen.
Ik kom ook daarover nog wel een keer bij u terug om te checken of de
prioriteiten die wij denken te moeten stellen ook inderdaad de juiste
zijn.
De heer Den Oudsten heeft nog een paar kanttekeningen gemaakt. Hij heeft
met name over de milieu-aspecten gesproken. Ik dacht dat ik daar zoëven
voldoende over heb gezegd.
Hij heeft nog een suggestie gedaan over de containerterminal. Hij heeft
gezegd, probeer daar een zo breed mogelijk draagvlak voor te vinden met
name ook in het Overlegplatform Noorden des Lands. Ik zeg hem dat toe.
De gedeputeerde die in dat platform vanuit Friesland opereert kent onze
plannen. Ik heb daar al verschillende malen met hem over gesproken, maar
ik zal hem nog een keer nadrukkelijk vragen om ook in dit kader ons plan
te steunen.
Ik ben op de promotie en acquisitie al ingegaan.
De heer Bakker sprak over, ik dacht even dat ik het niet goed hoorde,
concentratie van inkomen, kennis en macht. Ik heb ook al eens iets over
spreiding van die begrippen gehoord, maar dat was waarschijnlijk in een
andere context en waarschijnlijk ook bij een andere partij. Hoe dat ook
zij, het is waar dat die concentratie zich op dit moment in de Randstad
bevindt. Maar het is ook zo is dat daar een zekere overconcentratie
27