q overwegende: Verkc Verw Verw Ontt Or Onte mogelijke situaties. Met name situatie 2 is daarbij interessant. De politie treedt niet op bij een kraakactie, ook niet op verzoek van rechthebbende of eigenaar van het pand. De civiele procedure wordt afgewacht. Ontruiming vindt pas plaats na een gerechtelijke uitspraak. Wij moeten constateren dat de politie dit beleid niet kan/wil uitvoeren. erw Zij komen onmiddellijk in actie als de eigenaar/rechthebbende het pand Verkt vordert. Ik zei daarnet: "niet kan of niet wil". Ik ga er van uit dat Verw hier sprake is van niet kunnen, omdat de gemeentelijke politie alleen Verw, beleid uitvoert. Gebleken is echter dat de politie geen duidelijke instructies heeft om de geschetste tweede situatie uit te voeren, ofte Rui wel in welke gevallen grijpt de politie niet in. Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan alvorens de politie tegen de eigenaar zegt: wij gaan Verv niet tot actie over en wij ontruimen het pand niet. Omdat de politie die instructie niet concreet heeft, grijpt zij altijd in en blijkt in de praktijk dat kraakacties in Leeuwarden nooit getolereerd worden. De PAL-fractie vindt dat daarover meer duidelijkheid moet komen. Langdu rig leegstaande panden betekenen een verloedering voor de omgeving. Het is bekend dat sommige eigenaren moedwillig panden niet in gebruik nemen, omdat zij bijvoorbeeld de kosten van het achterstallig onderhoud of de verbetering niet willen dragen. Laat in dit soort gevallen de rechter maar uitmaken of een kraakactie van zo'n onnodig leegstaand pand beter of slechter is voor de stad in het algemeen en de directe omgeving in het P'£ bijzonder. De PAL-fractie ziet het kraken van langdurig leegstaande panden in een woningmarkt waar duidelijk tekorten zijn in de goedkope Za huursector in principe als acceptabel. Wij vinden het onterecht dat in de uitvoering van vastgesteld beleid hier geen ruimte voor is. Wij hebben Er daarom een motie geformuleerd. Ver De raad van de gemeente Leeuwarden Uitj in vergadering bijeen op 22 april 1991 dat het sinds 1982 vastgestelde beleid ten aanzien van kraken van Y leegstaande panden uitgevoerd moet worden, wat onder meer in houdt, dat bij kraakacties van langdurig leegstaande panden niet in alle gevallen tot onmiddellijke ontruiming behoeft te worden overgegaan; dat het voor de politie bij de uitvoering van dit beleid niet duidelijk is wanneer wel en wanneer niet ontruimd moet worden; besluit B dat er dit jaar een beleidsnotitie wordt voorbereid, waarin de uitvoering van het in 1983 vastgestelde beleid inzake het kraken Ad wordt geëvalueerd en concrete richtlijnen voor de uitvoering zijn c opgenomen. De motie is door mij ondertekend. (De Voorzitter: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen. j Ten overvloede wil ik er op wijzen dat deze notitie in nauwe samenhang met de politie tot stand moet worden gebracht. Naar onze mening voldeed de situatie rond het Maria Annastraatje aan situatie 2 en is de politie Vei On D Bt 24 2 te snel en dus ten onrechte tot ontruiming overgegaan. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik wil het verhaal van de heer Heins wel ondersteunen. Wij hebben de afgelopen keer in de Commissie Openbare Orde concreet gepraat over een ontruiming en het beleid van de politie daarin. De motie vraagt om een evaluatie van het kraakbeleid. Naar ons idee is het vastgestelde beleid ten aanzien van kraken op zichzelf niet ter discussie, maar de manier waarop je het uitvoert en al of niet richtlijnen daarbij. Daar vraagt deze motie naar en ik denk dat daar behoefte aan is. Dus ik wil deze motie wel ondersteunen. De Voorzitter: Ik kan vrij kort zijn. In de commissie hebben wij al helder aangegeven welke drie gevallen er zijn. De heer Heins heeft daar naar verwezen. In het ene geval is er sprake van kraken binnen 24 uur. In dat geval moet er een kortsluiting plaatsvinden naar de bevoegde gezagen of wel of niet zal worden opgetreden. De eerste keer, volgens de rapportage die ik heb gekregen en die tot dusver niet door feiten is weersproken, was er sprake van een dergelijk geval, alleen toen hebben de betrokken krakers zich laten overreden en vrijwillig het pand verla ten. In het laatste geval was er sprake van kraken op heterdaad. Op het moment dat er gekraakt wordt mag, volgens de richtlijnen die indertijd zijn vastgesteld, zonder meer worden opgetreden en dat is ook gebeurd. Dan hoeft niet eerst een kortsluiting naar de bevoegde gezagen plaats te vinden. In de commissie is gezegd, het is onbevredigend wanneer leeg staande panden het straatbeeld verloederen, maar dan zijn wij met een ander hoofdstuk bezig. Wat mij betreft vind ik het uitstekend wanneer binnen de gemeentelijke verantwoordelijkheid er een beleid wordt ontwik keld om wat te doen aan leegstaande panden. Als u zegt: "wij willen het kraakbeleid ter discussie stellen", dan moet ik u er toch wel op wijzen dat dat niet het beleid is geweest van de gemeenteraad, maar het Drie hoeksoverleg heeft dit beleid vastgesteld. U kunt mij best verzoeken om daar in het Driehoeksoverleg nog eens over te praten en ik ben ook wel bereid om dat toe te geven, alleen ik zou dan wel graag van de gemeente als overheid een helder standpunt willen vernemen. Wij hebben het nu net gehad over bestuur en gezagshandhaving die geïntegreerd moeten samenwer ken. Het zou mij een vreugde zijn om dan eerst kennis te nemen van op welke wijze de gemeentelijke overheid omgaat met leegstaande panden en op welke wijze daarbij ook de rechten van eigenaren worden ontzien. Want op dat punt kom je met de bescherming van de rechtsorde. U hebt daar blijkbaar een andere opvatting over dan het Driehoeksoverleg. Al in 1982 stond vast de lijn te hanteren die gehanteerd wordt en die nog eens nader sanctioneerde in 1983. Ik heb persoonlijk wel wat problemen met de benadering van de motie. Dus wat mij betreft vind ik deze motie op de verkeerde plaats op een onjuiste manier geformuleerd. Die suggereert namelijk dat er een eigen gemeentelijk beleid is en dat is er blijkbaar niet. Het komt mij voor dat in een meer daarvoor in aanmerking komende commissie er eerst maar eens gepraat moet worden over hoe je nu met 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 13