uur plaats. Dus wat de dekking betreft kun je hetzelfde principe hanteren als bij twee uur, want het is zo'n gevarieerd bad, daar ben je met vier uur niet klaar mee. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik heb in eerste instantie al gezegd dat ik twee punten graag terug wil hebben in de commissie. Ik ga mij dus op voorhand niet vastleggen op een tijdlimiet. Dat zijn dus niet de hoofdlijnen waar wij het hier over het algemeen over hebben, maar details en die zou ik dus in de commissie willen behandelen. Uit het antwoord van de wethouder is ook duidelijk geworden hoe het zit met de prijsstelling. Wij conformeren ons aan het raadsvoorstel. Mevrouw Dijkstra: Op zich heb ik begrepen van de wethouder, dat wij het eigenlijk allemaal wel eens zijn over een zo zakelijk mogelijk beheer van het zwembad. Gezien de antwoorden die zij op dit gebied gegeven heeft, vertrouwen wij er op dat dit uitvoerig in de commissie terug komt en dat wij dan ook nog voldoende de gelegenheid krijgen om inspraak te hebben omtrent de juiste vorm van het contractmanagement. Met die toezegging kunnen wij leven en kunnen wij ook instemmen met het raadsvoorstel. Wij gaan er dan van uit dat wij al die facetten die dus nu nog wat onzeker zijn, voldoende terug krijgen. Als ik de motie van de PAL-fractie zo lees, dan hanteert de PAL-fractie nog lagere tarieven dan waar wij altijd van uit zijn gegaan en zij wil die voor vijf jaar vastleggen. Dat lijkt mij een beetje een rare situa tie. Wel hebben wij in de herwaardering gepleit om met name het nieuwe zwembad buiten de tariefsverhoging te laten. Dat zou ik hier nog wel graag eens willen noemen. De heer Hiemstra: Even terugkomend op de vraag die ik zonet de wethouder stelde ten aanzien van dat automatisch kassasysteem. Het was eigenlijk de bedoeling dat ik er even op attendeerde dat er ergens anders in een gemeentelijk bedrijf, ik noem de Frieslandhal, problemen zijn geweest met een dergelijk kassasysteem. Ik heb mij dus afgevraagd in de commissie of het niet zinvol zou zijn dat wij daarvan leerden, zodat wij daar nader hand niet weer problemen mee krijgen. Ten aanzien van de moties moet ik eerlijk zeggen, dat ik dat een beetje buiten de orde vind. Wij zijn hier bezig over een principebesluit over het realiseren van het sport- en recreatiezwembad en dat wanneer wij praten over het zakelijk beleid, wij dat aan het management over zullen moeten laten hoe dat de komende jaren zich zal ontwikkelen. Mevrouw Visser: De wethouder heeft de toezegging gedaan dat de zaken die ik aan de orde heb gesteld in de commissie zullen terugkomen. Wat dat 46 betreft akkoord. De heer Brinks is van mening dat de toegankelijkheid voor lagere inkom- stengroepen gewaarborgd moet blijven. Dat vind mijn fractie ook en daarin past ook een tariefafweging welke rekening houdt met die toegankelijk heid. Ik neem aan dat dat ook voldoende terug zal komen in de commissie, zodat wij daarover nog altijd een standpunt kunnen innemen. Wat de motie van de PvdA-fractie betreft, over de minimale zwemtijd, die heeft wellicht ook invloed op diezelfde tarieven. Ik denk wel dat die twee zaken met elkaar te maken zouden kunnen hebben. Als dat terug komt in de commissie dan vind ik dat op dit moment voldoende. De heer Brinks: Ik wil eerst nog even reageren op wat mevrouw Dijkstra in eerste instantie zei. Zij zei namens de CDA-fractie dat dit bedrag van meer dan 17 miljoen een uiterst bedrag was. Wat mij toen opviel is dat dit eigenlijk al de tweede keer is dat het voor de CDA-fractie een uiterst bedrag is. Want bij de behandeling de eerste keer in april kan ik mij herinneren dat de heer Krol heeft gezegd, dat dit een uiterst bedrag was en dat zij daar absoluut niet over heen gingen. Ik vraag mij af wanneer die uiterste bedragen eens een keer ophouden. De wethouder zegt dat de PAL-fractie weer een nieuw argument aandraagt, dit is niet in de commissie niet naar voren gebracht. Ik zou er op willen wijzen dat de PAL-fractie in ieder geval een steunfractie heeft en dat daar wel eens dingen ingebracht worden waar je zelf misschien niet aan gedacht hebt. Dus ik denk dat er altijd nieuwe argumenten aan de orde kunnen komen. Dan zegt de wethouder, de prijzen hier lopen niet uit de pas met de prijzen elders in den lande. Daar gaat het ons ook niet om. Het gaat er niet om of de prijzen niet uit de pas lopen, het gaat ons er om dat iedereen en vooral ook de laagste inkomensgroepen, de mogelijkheid hebben om zo veel mogelijk naar dat zwembad te gaan. Want unieke dingen moet je niet afschijden voor bepaalde groepen, die moet je juist extra openstel len. Een verlaging van de prijs zou wel eens kunnen betekenen dat er nog meer bezoekers komen dan dat er in eerste instantie geraamd zijn. Dus 400.000 bezoekers per jaar, zelfs met een conservatieve raming mag je daarvan uitgaan en als je de tarieven naar beneden gooit mag je daar zeker vanuit gaan. Wat dat betreft is de dekking in orde, dat heb ik in eerste instantie ook al gezegd. Waar het natuurlijk ook om gaat is dat je moet kijken naar de capaciteit van het zwembad, dat het niet zo overvol raakt dat er niemand meer naar toe wil. Dan een opmerking in de richting van de D66-fractie en ook in de richting van mevrouw Visser. Er wordt gezegd dat wij nog een besluit zouden kunnen nemen omtrent de hoogte van de tarieven. Volgens mij ligt er aan het hele voorstel wat er nu voor ons ligt, een exploitatie-overzicht ten grond slag, daarin wordt uitgegaan van 4,50 gemiddeld per bloktijd. 47

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 24