Or
Er
Verkc
Verw
Verw
Verw
Verkt
Verw
Verw
Rui
Verv
Scl
Ontt:
Ontt
pis
Za
dusdanig zijn dat het effect zou zijn bereikt, dan het moment is om de
afweging opnieuw te maken. Ik denk dat het goed is dat dat hier ook nog
even boven tafel komt.
De heer Timmermans (weth.)s Voorzitter, ik heb er niet zo gek veel meer
aan toe te voegen. Ik heb ik de commissie aangegeven dat naar de beeld
vorming van het college het aantal verkeersbewegingen ten eerste nog
volstrekt onvoldoende is terug gelopen. Wel is duidelijk dat de snelheid,
althans voor wat betreft het deel tussen de Schieringerweg en de rondweg,
aanzienlijk is afgenomen, maar dat is natuurlijk helemaal niet het geval
tussen de tunnel en de Schieringerweg. In die zin denk ik dat wij de
gegevens die gevraagd zijn nog kunnen leveren, maar de overtuiging is
dat wij niet zullen kunnen volstaan met danwel de huidige of de reeds
aangelegde voorzieningen, danwel toevoeging met een minirotonde.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 26 (bijlage nr. 100).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Ver
Uitj
Oi
I
Be
Punt 27 (bijlage nr. 113).
De Voorzitter: Aan de orde is voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de
Wet op de ruimtelijke ordening voor een perceel grond ten zuiden van de
Dokkumer Ee bij Lekkum.
Vei
Onl De heer Ten Hoeve: Het is misschien wel goed, mijnheer de voorzitter, om
D na de behandeling in de commissie toch nog een paar opmerkingen bij dit
agendapunt te maken. Wij hebben daar als fractie gezegd: akkoord met het
B treffen van dit voorbereidingsbesluit, omdat wij niet willen dat wij in
gevaar brengen dat de woonschepen van het Bischopsrak voor een deel
Ad verplaatst moeten worden naar Lekkum.
c Bij de vergadering zijn er allemaal nieuwe argumenten naar voren ge
bracht. De wethouder heeft daar een toezegging gedaan om te onderzoeken
I of het ook mogelijk is de woonschepen te verplaatsen naar het kassencom
plex van de heer Grond. Ik kan mij voorstellen, de meeste fracties zijn
daar overigens zaterdag geweest, dat dat overleg nog niet afgerond is.
In ieder geval moet dat ook goed gevoerd worden en dat is toegezegd. Ik
verwacht dat over niet al te lange tijd dat in de commissie komt en dat
58
2
wij dan opnieuw kunnen bezien welke kant dit uit moet. Maar voor de
zekerheid willen wij dus toch dit voorbereidingsbesluit treffen.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, ik bevestig het verhaal van de
heer Ten Hoeve.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 28 en 29 (bijlage nrs. 92 en 53).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van b. en w.
Punt 30 (bijlage nr. 114).
De Voorzitter: Dit betreft aanvullend voorstel met betrekking tot de
huisvesting van het gemeentelijk apparaat.
Dit punt is ingetrokken.
De heer HeinsWij hebben op onze tafel een blaadje gekregen waaruit
blijkt dat punt 30 terug getrokken wordt. Onze fractie heeft daar wat
moeite mee. Het verdwijnt niet, maar komt over een maand terug. Wat de
inhoud van de brief betreft, wij gaan nog eens een keer de boel na en
bezien hoe wij een betere motivatie voor het stadskantoor kunnen maken,
dat op zichzelf vinden wij een goede zaak. Anders hadden wij een motie
ingediend die in feite diezelfde strekking geeft.
Maar waar ons bezwaar over gaat is het feit dat dit allemaal gebeurt
zonder het openbare debat. Er is dus de afgelopen donderdag en misschien
ook het weekend behoorlijk wat gepraat zo achter de schermen over het
voorstel van b. en w. Dat gepraat, voornamelijk denk ik tussen de CDA-
fractie en de PvdA-fractie en het college daarbij, heeft geresulteerd
in het feit dat dit van de agenda afgehaald is, want het geeft te veel
trammelant. Ik wil graag van de leden van het college horen wat er nu
precies is gebeurd tussen donderdagavond en nu, omdat wij nu opeens
geconfronteerd worden met het feit dat dit punt teruggetrokken is. Ik wil
graag dat men in de openbaarheid hier verslag geeft van dat debat dat men
kennelijk heeft gevoerd.
59