Rui Er Verkc Verw Verw Verw Verk< Verw Verw Verv Sch Ontti Or Ontt pla Za Ver Uit* Oi Vei Oni D B Ad c I I B« andere scholengemeenschap, dat mogelijk weer tot problemen leidt. Mis schien moet zo'n kind wel een inhaalprogramma doen. Je hebt meer mogelijkheden voor een goed personeelsbeleid, bijvoorbeeld minder kleine betrekkingen, geen mensen werkzaam op twee scholen en betere spreiding van het personeel. Er ontstaat geen ongewenste concurrentie anders dan onderwijskundige, dus vanuit die verschillende onderwijseenheden tussen de brede scholenge meenschappen in de jaarlijkse strijd om de leerlingen. Zeker als je van de verwachting uit mag gaan dat het leerlingenaantal nog steeds dalende is Betere en bredere mogelijkheden voor hulpverlening gericht op kinderen die leerbelemmeringen ondervinden. Minder snel problemen naar aanleiding van de minimumomvanggrens bij specifieke groepen, zoals de individueel lerende leerlingen, de interna tionale schakelklas en de zeer begaafden. Geen concentratie van specifieke en probleemgroepen op één van de scholen waardoor er een bepaald en niet gewenst stempel op een van beide scholen kan worden gedrukt. De strijd om het Gymnasium verdwijnt. Ik zou het op prijs stellen als de wethouder in ieder geval in wil gaan op de punten ten aanzien van uitstel van keuze, verschillend invullen van de kerndoelen, de ongewenste concurrentie en het ontstaan van een bepaal de beeldvorming over de scholengemeenschappen. Hiermee kom ik ook op het tweede punt. De uitzonderingspositie van het Gymnasium. Wij zijn bijzonder ongelukkig met het voorstel van het colle ge. Uit de reacties van de fracties van de PvdA en het CDA blijkt al dat, en nu is er dan ook nog een motie bijgekomen, zoals het in ieder geval in de raadsbrief geformuleerd stond op verschillende manieren kon worden ingevuld wat er na drie jaar homogene instroming moest gebeuren. Wat valt er eigenlijk te evalueren als je alleen maar te maken hebt gehad met een homogene instroom? In onze ogen niets. Wat er wel is gebeurd, is dat er in het overige deel van de brede scholengemeenschap basisvorming is ontwikkeld voor heterogene groepen. Die basisvorming ziet er ongetwij feld anders uit dan de basisvorming op het Gymnasium. Je krijgt na drie jaar alsnog een proces van integratie en gewenning, waar andere docenten drie jaar geleden al mee zijn begonnen en dan heb ik het nog niet eens over de leerlingen. De argumenten van het college zijn, het vergroten van het draagvlak en de concurrentiepositie ten opzichte van de andere gymnasia. Eigenlijk is alleen het laatste argument steekhoudend. Gezien het huidige standpunt van ouders, leerlingen, oudervereniging en leer krachten van het Gymnasium valt echt niet te verwachten dat men over drie jaar, waarin er wat het Gymnasium betreft niets is veranderd, overtuigd zal zijn van onze argumenten om het gymnasiaal onderwijs te integreren in de brede scholengemeenschap. Het zal opnieuw een moment van grote onrust worden. In onze ogen dienen wij nu voor alle partijen duidelijk heid te bieden, die niet op verschillende manieren te interpreteren valt. Een duidelijkheid die het college met deze raadsbrief en dit raadsbesluit 22 2 toch voor ogen heeft. Dan kan je niet anders dan kiezen voor directe integratie van het Gymnasium. Dan wil ik nu kort ingaan op de moties en opmerkingen die gemaakt zijn door de verschillende sprekers. De CDA- en PvdA-fractie komen met een motie om in ieder geval in de onduidelijk tekst, waar al zoveel woorden aan vuil zijn gemaakt zowel in de commissie als daar omheen, duidelijkheid aan te brengen. Ik moet u zeggen dat ik vind dat er veel duidelijkheid is gekomen. Wat mij vooral ook daarin aanspreekt is in ieder geval: "Het gemeentebestuur gaat er van uit dat het mogelijk is na drie jaar het Gymnasium volledig te integreren in de brede scholengemeenschap"Dat is duidelijk. Maar wat onduidelijk is en daar zou ik graag duidelijkheid over willen hebben, is wat er dan later bedoeld wordt met de zin: "Blijkt uit opgedane ervaring in de praktijk en uit theoretische voorbereiding van het integratiemodel dat integratie meer tijd vergt, dan wel niet over de volle breedte haalbaar is, dan wordt de situatie op dat moment bekeken." Ik ben met name be nieuwd naar wat ik mag begrijpen uit de zin: "niet over de volle breedte haalbaar" Er wordt ook in het verhaal nog gesproken over dat er geëvalueerd moet worden. Ik denk dat wanneer je het hier hebt over evaluatie en wanneer je kijkt naar welk ingrijpend proces er staat te gebeuren, dat het niet meer dan normaal is dat die evaluatie geldt voor alle scholen. Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat je zo'n ingrijpend proces intensief volgt en evalueert en dat geldt niet alleen voor de situatie brede scholengemeenschap A versus Stedelijk Gymnasium. Dan punt 3 en 4Met name wil ik even ingaan op punt 4 Op zich is het voorspelbaar dat niet alle deelnemende fusiepartners staan te springen om aan het hele fusieproces mee te doen. Ook de directie van mavo Nijlën heeft nog niet zo lang geleden uitgebreide fusiegesprekken gevoerd met de Stedelijke Scholengemeenschap. Ik kan mij voorstellen dat daar ook wel de nodige twijfels zijn of er in goede harmonie gesproken kan worden. Dus geldt punt 4 voor alle betrokken scholen en niet alleen voor het Gymnasium. Het is mij dan ook niet duidelijk wat ik mij precies bij punt 4 voor moet stellen en wat ik met de informatie in de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken moet. Wat betekent het als er allerlei problemen worden gesignaleerd, met name tussen de directie van het Gymnasium en de directie van de Stedelijke Scholengemeenschap? (Mevrouw De Haan: In de motie staat dat ook de fusiepartners en toch niet de SSG en het Gymnasium of zo. In de motie hebben wij het over de fusiepartners Dat hebben wij gedaan naar aanleiding van het signaal dat wij van het Gymnasium kregen.) Dan blijft mijn vraag in ieder geval overeind wat het betekent wanneer er wel allerlei problemen dreigen te ontstaan tussen de verschillende fusiepartners. Staat dan de hele clustering, het besluit dat wij vanavond althans pogen te nemen, opnieuw ter discussie? De D66-, WD- en GPV/RPF/SGP-fractie komen met een motie om in ieder geval het Gymnasium in cluster B onder te brengen. Wat ik hier nu jammer 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 12