stromen naar het gymnasiaal onderwijs.
Op basis van het ECN-advies hebben wij inderdaad in de raadsbrief het
voorstel opgenomen om drie jaar die aparte positie te creëren.
Mevrouw Garms heeft gelijk als zij zegt dat het draagvlak vergroten
daarmee niet gerealiseerd is. Nee, dat heb ik ook geconstateerd, dat is
jammer, ik had dat graag anders gezien, maar het andere argument blijft
overeind staan. Ik denk nog steeds dat het verstandig is om dat pad op
te gaan.
Dan heeft mevrouw Garms een aantal vragen gesteld over de moties. Ik denk
dat dat meer op de weg van de indieners ligt om daar op in te gaan. Wat
mij betreft neem ik de eerste motie graag over.
Dan kom ik ten slotte bij mevrouw Visser. Zij zegt twee brede scholenge
meenschappen sluit beter aan bij wat de scholen willen. Op zich zou zij
het college kunnen volgen in haar uitgangspunten mits naast twee brede
scholengemeenschappen ook categoriaal onderwijs kan blijven bestaan. Ik
heb in het begin proberen uit te leggen dat wat ons betreft die brede
scholengemeenschappen geen doel in zich zijn, maar een middel om een
aantal uitgangspunten te realiseren. Wij denken dat die uitgangspunten
ook valide zijn waar het gaat om potentiële gymnasiumleerlingen, om die
reden is er geen enkele aanleiding om een apart categoriaal gymnasium te
laten bestaan.
Dan heeft mevrouw Visser mij nog gevraagd om een reactie op de keuze van
het Gymnasium voor scholengemeenschap B. Ik heb proberen uit te leggen
wat bij ons de overweging is geweest om te kiezen voor de clustering
zoals die staat in de raadsbrief. De eigen identiteit en de homogene
instroom willen wij voor drie jaar nog apart vastleggen en ook garande
ren. Wij denken dat het mogelijk moet zijn om in die drie jaar toe te
werken naar een integratie. Blijkt in die drie jaar dat dat niet mogelijk
is of niet volledig mogelijk is of meer tijd vergt, zoals ook de motie
van de PvdA- en de CDA-fractie zegt, dan zijn wij denk ik met z'n allen
verstandig genoeg om dan op dat moment te kijken welke oplossing wij
binnen die scholengemeenschap voor dat probleem kunnen verzinnen.
Zorg voor de werkgelegenheid en de speciale groepen, heeft mevrouw Visser
nog uitgesproken, daar ben ik op ingegaan bij de andere sprekers.
Ten slotte heeft mevrouw Visser gezegd dat zij alleen voor dit intentie-
besluit kan stemmen als er een aparte positie voor het Gymnasium wordt
gecreëerd langer dan die drie jaar. Het zal haar duidelijk zijn dat het
college daar niet voor pleit. Haar conclusie is dan, zo heb ik begrepen,
dat zij dan tegen het voorstel zal stemmen.
Daarmee heb ik de eerste termijn gehad. Ik stel voor dat wij nu eerst
pauzeren.
De Voorzitter schorst, om 21.25 uur, de vergadering voor de pauze.
36
De Voorzitter heropent, om 21.50 uur, de vergadering.
Mevrouw De Haan: Mevrouw de voorzitter, ik wil mijn tweede termijn kort
houden, omdat ik denk dat je niet langer moet praten dan strikt noodzake
lijk. Ik wil op twee dingen ingaan. Dat is de motie die door de D66-,
WD- en de SGP/RPF/GPV-fractie is ingediend en ik wil proberen nog enige
toelichting te geven op de standpunten die wij in de motie hebben ver
woord
In de eerste plaats de motie van de D66-, WD- en SGP/RPF/GPV-fractie
Zij stellen voor om te besluiten in te stemmen met de vorming van twee
brede scholengemeenschappen en het Stedelijk Gymnasium in te voegen in
scholengemeenschap B. Daarmee kunnen wij constateren dat eigenlijk alle
fracties unaniem zijn in hun streven naar twee brede scholengemeenschap
pen en unaniem in hun standpunt dat het Gymnasium bij die fusie betrok
ken zou moeten worden. Dat is op zichzelf heel opmerkelijk, want deze
drie partijen die nu de motie indienen hebben tot op de dag van vandaag
er altijd voor gepleit het Stedelijk Gymnasium categoriaal te houden.
Eerlijk gezegd vind ik om nu in de raad nog een soort onderhandelingspo
sitie te creëren waardoor je je eigen standpunt in feite loslaat, uit
politieke helderheid niet erg gewenst. Het is op zich een hele opmerke
lijke constatering die ik niet voor mogelijk had gehouden.
Het enige waar nu dus op dit moment verschil van mening over is, is de
clustering. Ik wil daar voor wat mijn eigen fractie betreft proberen nog
wat meer duidelijkheid over te geven.
Onze fractie is van mening dat wij goede argumenten hebben om het Gymna
sium bij cluster A in te voegen. In feite sluiten wij qua argumentatie
aan bij wat wethouder Vlietstra heeft gezegd. Het inhoudelijke argument
bestaat uit het feit dat wij door deze cluster een volledig brede scho
lengemeenschap krijgen. Wij hebben daar in de commissie aan toegevoegd,
dat je daardoor probeert scholengemeenschappen op termijn in ieder geval
zo gelijkwaardig mogelijk te maken. Volledige gelijkwaardigheid kunnen
wij niet willen, dat is de consequentie van het feit dat wij voor twee
brede scholengemeenschappen hebben gekozen, maar in ieder geval zo
gelijkwaardig mogelijk. Dat is een inhoudelijk argument. Wij hebben daar
aan toegevoegd dat de Stedelijke Scholengemeenschap van het begin af aan
ook heeft geopteerd voor zo breed mogelijk en dat de Stedelijke Scholen
gemeenschap ervaring heeft opgedaan met heterogenisering in de brugklas.
Dat vormen mee argumenten om aan die keuze vast te houden. Dat zijn wat
ons betreft inhoudelijke argumenten. Wij houden aan die clustering vast.
Wij Lebben ook geen voorstel ingediend om die clustering ter discussie
te stellen. Wat wij gezegd hebben is, dat blijven bij onze keuze voor
cluster A voor wat betreft het Gymnasium blijven. Wat wij tegelijkertijd
opmerken is dat wij een signaal gekregen hebben van het Gymnasium en dat
wij dat signaal dermate belangrijk vinden dat wij dat als probleem hier
naar voren hebben gebracht. Wat wij aan het college gevraagd hebben is
er voor te zorgen dat dat probleem opgelost wordt. Wij gaan er van uit
37