2 dat dat ook mogelijk is. Dat is in feite het standpunt van de PvdA- Verkc fractie: vasthouden aan cluster A, het signaal van het Gymnasium serieus Verw nemen en dat ook als probleem hier in de raad naar voren leggen en als Verw oplossing daarvoor kiezen het college te vragen garanties te bieden dat Verw er een sfeer ontstaat waarin alle fusiepartners op een basis van weder- Ygj-k, zijds vertrouwen en respect met elkaar het fusieproces in kunnen. Ik hoop Verw dat ik wat dat betreft duidelijk ben. Voor ons betekent dat niet dat de yenv clustering dus straks helemaal opnieuw ter discussie staat. Wij gaan er van uit dat dit een probleem is dat wordt opgelost. (Mevrouw Garms: Kan Uuj mevrouw De Haan dan ook even aangeven aan welke termijn zij denkt waar binnen de commissie geïnformeerd moet worden?) Wij hebben aanvankelijk aan een termijn gedacht van een maand, om daarmee aan te geven dat wij ^erw vinden dat dit probleem bij voorrang heel snel moet worden opgelost, omdat het uit de wereld moet zijn voordat je verder gaat. Of die maand haalbaar is, weet ik niet. Wat ik heel duidelijk uit wil spreken is dat wij vinden dat dat eerst en zo snel mogelijk uit de wereld geholpen moet Ontti worden. Of dat dan een maand of twee maanden duurt, dat is het principi ële punt dan niet meer voor mij. (Mevrouw Garms: Het gaat, voor de Or duidelijkheidniet om de bijzondere positie van het Gymnasium waarbij het Gymnasium al aangegeven heeft dat zij problemen ziet, het geldt in Onte principe voor alle fusiepartnersJa, wij vinden dat het fusieproces in pl2 een sfeer moet kunnen verlopen waarin alle partners zich gerespecteerd en gelijkwaardig voelen. Dat daarbij de aparte positie van het Gymnasium uitgewerkt moet worden, heeft daar voor het Gymnasium heel nadrukkelijk wel mee te maken. Dus daarmee wil ik zeggen: je moet die aparte positie helder maken, zorgen dat die afspraken goed komen, maar daarvoor is het ook nodig dat er in een goede open sfeer gepraat kan worden. Wij geloven dat een aantal problemen oplosbaar zijn. Daar moet het nodige in geïnves- er teerd worden. Wij vragen het college dat probleem voor ons op te lossen. (Mevrouw Van Ulzen: Dat wordt dwingend opgelegdanders wordt het eens O1 of ik schiet?) Nee, wij leggen niets dwingend op, wij zeggen als raad dan, college los dat probleem op. Dat is wat wij vanavond besluiten in V die motie. (Mevrouw Van Ulzen: Dat is heel simpel?) Ik zeg niet dat dat simpel is, maar wij geloven dat dat probleem oplosbaar is en dat het Vei college die inspanning moet verrichten als het aan ons ligt. (Mevrouw Om Garms: Mag ik nog één vraag stellen? Het eerste gedeelte, dat punt 2 D wordt genoemd, is een tekstuele wijziging en die komt in het hoofdstuk dat gaat over de positie van het Gymnasium. Punt 3 heeft te maken met de uitwerking van de positie van het Gymnasium. Punt A heeft een veel bredere plek. Waar moet die in de raadsbrief dan terecht komen?) Punt 4 hoeft wat ons betreft niet in de raadsbrief te komen, dat is een opdracht aan het college. (Mevrouw Garms: Punt 3 ook?) Ja, punt 3 ook. Punt 1 is een gedeelte schrappen en daarvoor in de plaats een nieuwe tekst. (De Voorzitter: Voor alle duidelijkheidalleen de tekst onder punt 2 wordt gezien als vervanging voor de raadsbrief?) Ja, wat ons betreft zou de raadsbrief op dat punt moeten worden aangepast. (De Voorzitter: De punten 3 en A zijn punten waar de raad apart een besluit over neemt, die niet opgenomen worden in de raadsbrief, maar worden wel beschouwd als punten Bt waar besluiten over genomen zijn die het college vervolgens uit gaat Er B Ad c I 38 voeren. Dan nog een toelichting op dat eerste gedeelte in de tekst, waarbij ik nogmaals wil wijzen op wat voor ons nu de essentie in dat hele verhaal is. Wat in de commissievergadering bleek, is dat er in de raadsbrief twee regels staan die door mensen verschillend worden geïnterpreteerd. Ik heb gezegd dat er zowel een interpretatieverschil was van wat het Gymnasium daarin wil lezen als wat het college daar naar ons idee mee bedoelde, er ook een interpretatieverschil tussen de CDA- en PvdA-fractie bestond. Wat wij getracht hebben is een tekst te maken waarbij die interpretatie verschillen niet meer mogelijk waren, waardoor er dus meer helderheid kwam en dat die helderheid vanavond ook door de raad gegeven wordt. Daar is belangrijk in dat wij zeggen dat wij er van uitgaan dat er na drie jaar geïntegreerd wordt door het Gymnasium. Wij gaan er van uit dat het Gymnasium in die tijd werkt aan een integratiemodel. Op basis van die inspanning, die wij het Gymnasium opleggen, willen wij bekijken of er meer tijd nodig is, danwel of het nodig is dat het Gymnasium niet meteen over de volle breedte die integratie verwezenlijkt. Er zou in principe ook uit kunnen komen dat het Gymnasium zegt: wij doen dat in stappen, wij beginnen met een verbreding van onze instroom, maar niet meteen over de volle breedte. Wij beginnen bijvoorbeeld met havo, vwo en wij werken dat later uit. Iets in die geest. Als dat er uit zou komen op basis van hun inspanningen, dan zijn wij bereid om daar naar te kijken. Dat is in feite wat wij zeggen. Wij willen dus heel nadrukkelijk de ruimte die er was in die interpretatieverschillen van na drie jaar ligt de hele zaak compleet open, of er al dan niet geïntegreerd moet worden. Die ondui delijkheid daarover willen wij hiermee weg halen. (Mevrouw Garms: Maar wij hebben toch so wie so al afgesproken dat wij ons heel goed voor kunnen stellen dat er een soort van streaming zal ontstaan bij die verschillende instroombreedtesDus den snap ik niet, als wij dat voor het geheel al hebben vastgesteldwaarom dat nu hier specifiek benoemd moet gaan worden.Wij hebben afgesproken dat de eenheden straks voor de basisvorming in principe allemaal de volledige breedte qua instroom krijgen. Hoe ze dat gaan groeperen binnen die school, is aan de scholen. Daar zitten nog verschillende mogelijkheden in. (Mevrouw Garms: Maar dat stelt mevrouw De Haan toch nu ook als mogelijkheid voor?) (De Voorzitter: Ik stel voor dat wij de bilaterale discussie afsluiten. Mevrouw De Haan heeft uitgelegd wat voor haar de inhoud is van de motie die samen met de CDA-fractie ingediend is. Ik heb overigens nog wel een vraag aan mevrouw De Haan. Handhaaft u de motie?) (Mevrouw Van Ulzen: Ik wou vragen of ik goed heb gehoord dat mevrouw De Haan gezegd heeft dat zij het Gymnasium die inspanning wil opleggen?Het college heeft op grond van onze motie gezegd dat zij het qua interpretatie en qua inhoud eens is. Dat betekent dat er voor ons geen reden is om de motie te handhaven. Wij trekken dus de motie in. (De Voorzitter: De motie is overgenomen. De heer Krol: Heel kort voorzitter. De wethouder geeft mij geen aanlei ding tot opmerkingen. Ik constateer tot mijn vreugde dat wij het eens waren en nog zijn. Wat betreft de uitleg van de motie dat heeft mevrouw 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 20