2
De Haan op een uitstekende manier gedaan. Ik heb daar niets aan toe te
Verkc
VCIRA voegen.
Verw Er was een vraag van de heer De Jong van de D66-fractie of wij nog eens
Verw even wilden uitleggen hoe het nu precies zat met die aparte status. Wij
Verw doen hetzelfde als wat de heer De Jong ook doet. Hij streeft het haalbare
Verk< na, kijk maar naar de motie van de D66-fractie, dat hebben wij ook gedaan
Verw en dit was het haalbare.
Verw Verder geven de verschillende sprekers mij geen aanleiding tot opmerkin
gen.
Rui
yerv De heer De Jong: Voorzitter, de wethouder is begonnen met een uitvoerige
uitleg over de gevolgde procedure en over de inspraak. Ik kan dat alleen
maar bevestigen. Ik vind ook dat de procedure die gevolgd is zorgvuldig
geweest is.
Het verhaal over waarom brede scholengemeenschappen, heeft mijn fractie
onderschreven, dat heeft te maken met de invoering van de basisvorming,
grotere autonomie van scholen, FBSde dreiging voor het lbo en een
breder aanbod. Ik begrijp nu dat het college de motie van de PvdA- en
CDA-fractie in zijn geheel overneemt. Ik heb in mijn inbreng in eerste
Onte termijn gezegd dat de motie de geest ademt van een compromis. Ik kan mij
pla daar ook wel het nodige bij voorstellen. Het gaat ten slotte om twee
collegepartijen die er toch samen uit moeten zien te komen, daar heb ik
Za alle begrip voor. Alleen, ik heb de heer Krol in de commissievergadering
horen zeggen dat voor hem het uitgangspunt is een open situatie na drie
£r jaar. Nu staat er in de motie: "Het gemeentebestuur gaat er van uit dat
het mogelijk is na drie jaar het Gymnasium volledig te integreren"dat
yer lijkt mij toch een iets ander vertrekpunt.
Ontti
Or
Uit}
Oi
Wat betreft onze motie over het Gymnasium, daar wou ik zo meteen nog even
op terug komen. Wat ik wel vaststel is dat wij nu vanavond met de raads-
uitspraak het categoriaal gymnasium opheffen. Wij hebben in het basison-
v derwijs de afgelopen jaren een aantal keren gezien dat ouders na zo'n
fusiebesluit een bepaald vluchtgedrag vertonen naar andere onderwij sin
ks' stellingen. Je zou in dit geval kunnen denken aan Groningen, je zou ook
Onl kunnen denken aan het bijzonder onderwijs. Dat zou op termijn nog wel
D eens wat leerlingen kunnen kosten en derhalve formatieplaatsen.
B Dan ga ik terug naar onze motie die wij samen met de WD- en GPV/RPF/SGP-
fractie hebben ingediend. De wethouder zegt daarvan, in feite willen wij
Ad één scholengemeenschap over de volle breedte. De wethouder heeft aan de
c hand van onze motie gezegd, dat als je het Stedelijk Gymnasium invoegt
in cluster B, je dan daarmee een onevenwichtige spreiding bereikt. Zij
I zegt daarbij: het zou wel eens zo kunnen zijn dat een sterkere vwo-poot
een sterkere zuigkracht heeft dan een school met een grotere lbo-poot.
I Daar kan ik mij wel iets bij voorstellen, maar als de wethouder dat zegt,
realiseert zij zich dan dat zij in feite de maatschappelijke stigmatise
ring van het lbo daarmee bevestigt? (Mevrouw Van Ulzen: En zelf veroor-
zaakt.) (Mevrouw v.d. Kloet: Het gaat om de zuigkracht van bij de één
40
naar de ene kant en bij de ander naar de andere kant.) Ik heb alleen maar
gezegd dat dat een bevestiging zou kunnen zijn van een maatschappelijke
stigmatisering van het lbo en daar wil ik het wat dat betreft bij laten.
Nog even de positie van de PAL-fractie. Zij verwijt ons een soort poli
tiek opportunisme, datzelfde heeft mevrouw De Haan gedaan. Zij zegt: je
moet politieke helderheid scheppen. Wij hebben inderdaad altijd gezegd,
en dat is geen geheim, dat wij voor een zelfstandig categoriaal gymnasium
zijn. De wethouder heeft gezegd dat eigenlijk in 1988 dat besluit al
genomen is. Ik heb altijd geleerd dat je op een besluit terug kan komen.
Als dan blijkt, na uitvoerig overleg in de afgelopen weken in de commis
sie, zelfs op zaterdag en in het weekend, dat het niet kan, dan behoudt
een politieke partij zich toch het recht voor om een motie in te dienen
die een verregaand compromis voorstelt? (Mevrouw De Haan: Het gaat niet
om het feit dat de D66-fractie dat recht niet heeft, het gaat er mij om
dat zij in haar hart nog steeds vindt, en dat zegt zij ook, dat het
Stedelijk Gymnasium categoriaal moet blijven en dat zij vervolgens hier
een standpunt in neemt dat daar niet mee in overeenstemming is.Dat is
dus mij neerleggen bij de politieke realiteit, mevrouw De Haan. (Mevrouw
De Haan: Ik vind dat de politieke duidelijkheid niet ten goede komen.)
Dat weet ik niet, ik dacht dat ik vanavond behoorlijk helderheid had
verschaft over ons standpunt. (De Voorzitter: In ieder geval bent u
duidelijk geweest over uw motieven voor deze motie. En laat ik nog heel
eerlij!: zijn, mijn fractie heeft zich helemaal niet tegen brede scholen
gemeenschappen opgesteld, waar het ons om ging was de positie van het
Gymnasium en daar blijven wij bij. Ik heb geprobeerd daar iets aan te
doen, dat is vervolgens mislukt en dat spijt mij. (De heer Helns: Na één
jaar kan jullie verkiezingsprogramma dus de prullenbak in.) Nee, ik denk
dat de D66-fractie het beste voor zijn eigen partij kan spreken en ook
het beste voor zijn eigen kiezers. Ik wou dat maar aan ons zelf overla
ten, mijnheer Heins.
Dan nog een tweede vraag aan de heer Krol over de zesjarige status
aparte. Hij heeft volgens mij antwoord gegeven op een vraag over de
driejarige status aparte. Het ging mij om de zesjarige status aparte die
hij in een eerste commissievergadering heeft genoemd. Daar heb ik geen
antwoord op gekregen.
Mevrouw Van Ulzen: Ik wou tegen mevrouw De Haan zeggen dat wij uitdrukke
lijk hebben gezegd dat wij er geen behoefte aan hebben om roomser dan de
paus te zijn, maar dat onze uitdrukkelijke voorkeur uitgaat naar een
zelfstandig gymnasium en dat wij een compromis voorstellen. Wij begrij
pen wel dat zij dat niet zo goed kan begrijpen want zij zal ongetwijfeld
van haarzelf zeggen dat zij consistent is, ik zou daar het woord hals
starrig voor willen gebruiken. Wij hebben daar minder last van, wij zijn
inderdaad compromisbereid. Dat is iets waarin haar partij nooit heeft
uitgeblonken. (Mevrouw De Haan: Het gaat er mij niet om dat de WD-
fractie geen compromissen mag sluiten, ik had het politiek helderder
41