Ei V 2 dit het gemeentelijk beleid vanavond wel degelijk aangaat, maar kennelijk wil zij dat dan niet zien. Verk Verw Naar de heer Heins hoef ik geen nieuwe opmerkingen te maken. Ven* Verw Naar de CDA-fractie wil ik zeggen dat wij het eens zijn over de motie Verk en dat die wat mij betreft zo in stemming mag komen. Verv Verv Wat de heer De Jong betreft blijf ik het onvoorstelbaar vinden dat hij vindt, net als mevrouw Visser overigens, dat het uitspreken van een p dergelijke afwijzing van de landelijke plannen niets zou uithalen. De heer De Jong zegt heel nadrukkelijk "wij spreken ons uit, wij zijn hartstikke duidelijk, alleen wij laten het bij woorden en wij zetten het Verv niet om in daden". (De heer De Jong: Wij zetten dat om in daden via onze Tweede Kamer-fractielaat dat helder zijn. Wij proberen op die manier de plannen nog enigszins ten goede te laten keren.) Laat ik daar nog één slotopmerking aan wijden. Als het over onduidelj.jk- Ontt heid gaat dan is de D66-fractie bezig om die onduidelijkheid hier op te trekken, want voor mij is dit uitermate onduidelijk. (De heer De Jong. Or Dat is voor mij onduidelijk, voorzitter.) Ontt pk De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Gestemd wordt over de motie waarvan ik aanneem dat de goede tekst tot uw Zï beschikking is. Daarin is dus een wijziging aangebracht achter het eerste aandachtstreepje. Die wijziging heb ik net voorgelezen. Zonder hoofdelijk stemming wordt besloten overeenkomstig de motie inge- er diend door mevrouw De Haan en de heer Van Olffen. Met de aantekening dat Ult! de leden van de WD-, D66- en GPV/RPF/SGP-fractie geacht willen worden tegen de motie te hebben gestemd. Punt 20. Vei Oni D De Voorzitter: Aan de orde is onderzoek geloofsbrief van de heer J.J. Hoogcarspel. B Ad c Bt Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, een onderzoekscommissie uit deze raad, waarin de heer Bilker, de heer De Jong en ikzelf zitten, hebben de geloofsbrief van de heer Hoogcarspel onderzocht. Wij zijn tot de conclu sie gekomen dat alles in orde is en dat er overigens geen omstandigheden bekend zijn op grond waarvan de benoemde niet zou kunnen worden toegela ten 1 Wij adviseren de raad de heer J.J. Hoogcarspel toe te laten als lid van de raad van de gemeente Leeuwarden. 30 De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Dat betekent dat wij vanavond afscheid nemen van de heer Herrema, die in 's lands hoofdstad andere belangen gaat dienen. Hoewel niet op alle terreinen andere belangen, voor een heel groot deel spoort het, met name ook met de discussie die hier net heeft plaatsgevonden. De heer Herrema heeft vanaf 1986 deel uitgemaakt van de gemeenteraad. Hij heeft derhalve een termijn van ruim vijf jaar vol gemaakt. Het is eigen lijk jammer dat hij al weer zo spoedig de raad gaat verlaten, temeer omdat wij bij de laatste verkiezingen hebben moeten constateren dat de doorloopsnelheid uitermate hoog moet worden genoemd. Ik geloof dat wij op dit ogenblik iets achter lopen bij het tempo van de vorige periode, wat dat betreft kan het weer even wat lijden, maar ik zou wel graag de wens willen uitspreken dat wij niet weer een dergelijke doorloopsnelheid moeten constateren wanneer de verkiezingen over drie jaar plaatsvinden. Dat zal ik dan gaarne in de krant lezen. De heer Herrema heeft in een aantal commissies zitting gehad. In deze periode was dat de Raadsadviescommissie Emancipatie-aangelegenhe den, de Raadsadviescommissie Onderwijs en Samenlevingszaken, de Raadsad viescommissie Cultuur, Sport en Recreatie en de Overlegcommissie Etnische Groepen. Hij nam tevens deel in de Commissie voor Georganiseerd Overleg, dat sluit ook aan bij zijn toekomstige activiteiten, de raad voor de Regio Noord- Friesland en de Onderzoekscommissie Armoedeproblematiek die nu net weer aan de orde is geweest, waar hij voorzitter van was. Wanneer ik probeer aan te geven waarin de heer Herrema uitblonk, dan was het dat hij uitermate ijverig was als raadslid, zeer gemotiveerd, en dat hij heel hard gewerkt heeft om zijn raadslidmaatschap inhoud te geven. Een man die - althans zo heb ik hem leren kennen - gedreven werd door politieke idealen. Ik denk dat wij dat anno 1991 in toenemende mate nodig hebben in de politiek vertegenwoordigende organen. Ik meen, zonder zijn andere activiteiten tekort te willen doen, te mogen constateren dat met name door zijn voorzitterschap van de commissie die zich met het rapport "Armoede uit de Stilte" heeft bezig gehouden, hij daarin heel sterk gemotiveerd was en dat de dingen die hij daar tegen kwam hem in hoge mate hebben geraakt. Hij is ook cultuurmindedHij had onder andere zitting in het bestuur van Finnisj en zijn belangstelling ging met name ook uit naar de plannen rond de nieuwbouw van de Stadsschouwburg. Hij kan jammergenoeg de vol tooiing daarvan niet meemaken, wel vanuit de verte als toeschouwer en af 31

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 16