Verki Verw Verw Verw Verk Verw Verv Ru Verv Scl Ontt Or Ontt ph Zi Ei Ver Uitj O Vei On C G Ad c Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 5 (bijlage nr. 196). De Voorzitter: Aan de orde is informatievoorziening over en vanuit de Europese Gemeenschap. De heer Bilker: Mijnheer de voorzitter, allereerst dank aan het college dat het de CDA-motie omtrent informatievoorziening zowel politiek als bestuurlijk van en naar Den Haag en Brussel in een voorstel aan de raad heeft willen voorleggen. Wij zijn er van overtuigd dat de vele regelgevingen die in Europa gelden niet altijd even hanteerbaar naar de gemeenten worden vertaald en benut. Daarom kunnen wij de gekozen opzet om een jong en dynamisch bureau te Brussel in te schakelen goedkeuren. Wij hebben er zelfs hoge verwachtin gen van, omdat dit bureau door middel van deze raadsbrief nogal geprezen wordt. Dat zit in de woorden jong en dynamisch, die nogal bij deze tijd schijnen te passen. Of dat een synoniem is van kwaliteit en hoog rende ment, waar de raadsbrief ook over spreekt, zullen wij na een jaar wel licht enigszins kunnen beoordelen. Het college wil daartoe de mogelijk heid verstrekken, dat lijkt ons wel nuttig. Tot zover Brussel, maar dan kom ik bij Den Haag. De CDA-motie van januari j.l. heeft nadrukkelijk ook over Den Haag gesproken. In deze raadsbrief wordt dat onderdeel in het geheel niet uitgewerkt. Wel luidt de laatste alinea van deze raadsbrief, dat de Commissie Algemene Zaken positief geadviseerd heeft. Echter, dat is ten dele waar. De PvdA-en CDA-fractie hebben duidelijk gesteld op 1 juli 1991 in de commissie dat dit het begin is en dat ook het onderdeel Den Haag op uitwerking wacht. Een zinsnede in die richting zou in deze raadsbrief op zijn plaats zijn geweest. Nadrukkelijk willen wij stellen dat er veel lobbywerk richting Den Haag nu al gebeurt en gebeurd is. Desalniettemin is het zaak dat wij in Leeuwarden tijdig moeten weten welke deuren en zelfs achterdeuren geopend zijn of geopend kunnen worden in het gehele Haagse circuit om relevante informatie ten behoeve van Leeuwarden te bemachtigen. In januari 1991 bij de Algemene Beschouwingen heeft de CDA- fractie aan de hand van actuele voorbeelden gepleit voor een ambtenaar vanuit Leeuwarden bijvoorbeeld twee dagen te belasten met het verkrijgen van die nodige gegevens. Die voorbeelden ga ik natuurlijk niet weer opnoemen, maar het zal u duidelijk zijn dat in wezen de CDA-motie wat Den Haag betreft niet wordt beantwoord met deze raadsbrief. Dit raadsbesluit is nog maar het allereerste begin, dus verwachten wij van het college een vervolg conform onze motie. Bt 10 2 De heer De Jong: Voorzitter, het college vraagt een éénjarige proefperio de om in zee te gaan met een consultancybedrijf in Brussel. Er wordt tegelijkertijd gesproken over het feit dat de Commissie Algemene Zaken na één jaar zal moeten evalueren. Dat lijkt mij een prima zaak. Maar als je nu aankondigt dat je na één jaar kunt evalueren, dan lijkt het mij zinvol om vooraf je doelstelling weer te geven. Met andere woorden waar praat die Commissie Algemene Zaken na één jaar over? Is dat een kwestie van, kijken hoe het bedrijf het heeft gedaan? Mijn vraag is welke crite ria het college voor ogen heeft, kwantitatief en kwalitatief? Met andere woorden, wat moet het bedrijf in één jaar waar maken? Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, de heer Bilker heeft gelijk als hij zegt dat als wij het hebben over beïnvloeden en lobbyen en het uitdragen van standpunten van Leeuwarden naar andere overheden, dat dan meer inhoudt dan wat alleen in deze raadsbrief staat. In die zin hebDen wij ons ook uitgesproken in de commissie. In deze raadsbrief staat maar een heel klein onderdeel van het hele totale pakket aan mogelijkheden dat je hebt om te lobbyen. Het is jammer dat de raadsbrief daar niet wat duidelijker op ingaat en niet wat duidelijker gesteld wordt dat ook op dit moment allerhande wegen bewandeld worden door zowel collegeleden maar ook de provincie en de Noordelijke provincies samen. Dat gebeurt ook op dit moment wel degelijk. Met wat alleen in de raadsbrief staat blijft er een beetje een "suterich" beeld over van wat de gemeente Leeuwarden aan lobbyen doet. Ik vind het jammer dat dat niet wat helderder wordt ver meld. Voorts ben ik het met de heer Bilker eens dat je op die weg zult moeten voortgaan en dat dit wel degelijk nog verbetering behoeft. Wij gaan akkoord met de raadsbrief voor wat betreft dit onderdeel. Ik wou daar dan nog één suggestie bij doen. Informatie vanuit Brussel wat van belang is voor Leeuwarden, is naar ons idee op een aantal terreinen ook van belang voor allerhande gemeenten om ons heen. De vraag is of wij niet op de één of andere manier een samenwerking met de VFG kunnen bewerkstelligen waardoor informatie als het gaat om procedures enz. die voor ons van belang is, maar ook voor andere gemeenten, dat die in één moeite door zouden kunnen worden gespeeld. Mevrouw Visser: Voorzitter, akkoord wat de raadsbrief betreft, maar ook mijn fractie is het eens met de aanvulling die de heer De Jong hier aan geeft. Ik denk dat het inderdaad heel zinvol zou zijn om de criteria en de doelstelling nog wat nader te formuleren. Taak- en functie-omschrij ving zal er wel bijhoren, maar het zou ook een goede zaak zijn dat wij dat zo duidelijk mogelijk ook zelf in beeld hebben, zodat ook inderdaad de toetsing daarvan beter gewaarborgd is. 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 6