2
Verk
Verw
Verv
Verv
Verk
Verv
Verv
Ru
Verv
Scl
Ontt
Or
Ontt
pU
Zs
Ei
Ver
Uitj
Oi
Vei
On)
D
B
Ad
Ct
f
F
Be
worden. Maar de prognose spreekt van 17 en dan heb je het echt over alle
kinderen, ook de kinderen die kleuter worden en naar do stad zouden
moeten, maar met aangepaste voorzieningen in het dorp zouden kunnen
blijven. Ook dat is op termijn een te smalle basi* om de school in
Hempens open te kunnen houden, afgezien nog van alle financiële conse
quenties die dat heeft. Daar hebben de verdere sprekers ook op gewezen.
Dan begin ik even bij de heer Krol. Hij zegt dat een school een
basisvoorziening is, anderen hebben dat eigenlijk ook gezegd. Het sluiten
van een school doe je niet zo maar, je moet er echt zo lang mogelijk aan
trekken om die school open te houden. Ik denk dat wij dat met z'n allen
gedaan hebben en dat wij nu op het moment zitten dat de mogelijkheden wat
lat betreft op zijn. Natuurlijk kunnen wij tot 1 augustus 1994 doorgaan,
maar terecht is er door de school gezegd: "Wij willen duidelijkheid. Wij
willen ook duidelijkheid kunnen geven aan ouders die nog een besluit
moeten nemen"
In die zin is het terecht dat wij nu een besluit nemen, hoewel wij daar
formeel nog niet aan gehouden zijn. De discussie over de schaalvergrot
ing moet nog in de Tweede Kamer plaatsvinden en vervolgen ook hier nog
z'n beslag krijgen. Dus wij zouden nog een tijdje de discussie voor ons
uit kunnen schuiven. Maar ik denk dat het terecht is dat er vanuit het
dorp aangedrongen is op duidelijkheid en dat wij vanavond ook deze
duidelijkheid geven.
Mijnheer Krol noemt dan als belangrijkste argument de leerlingontwikke
ling en de extra kosten die gemaakt worden. Dat zijn argumenten die ook
in de raadsbrief staan en die voor een belangrijk deel ook de motieven
van het collega vormen.
Vervolgens noemt de heer Krol de schaalvergroting en dan met name de
plannen van staatssecretaris Wallage, die inderdaad voor Leeuwarden
dramatische consequenties hebben. Een instandhoudingsnorm van 137 leer
lingen. Maar op het moment dat wij bijvoorbeeld de scholen in de dorpen
allemaal in stand zouden willen houden, zal die norm nog veel verder
omhoog moeten, omdat wij dan zullen moeten kiezen voor een gemiddelde
schoolgrootte en dan kom je zelfs uit op bijna 230 leerlingen.
Ik heb ook begrepen dat er een alternatief plan ontwikkeld is door de
Wolwêzensriedik heb dat plan zelf nog niet gezien.
De heer Krol vraagt, en anderen hebben dat onderstreept, om in de commis
sie op korte termijn een keer te discussiëren over zowel het pJan van
Wallage met de consequenties voor Leeuwarden, als over het plan van de
Wolwêzensried. Ik wil dat graag toezeggen. Ik denk dat het verstandig is
om in opiniërende zin, want veel meer kan het op dit moment niet zijn
omdat ook de Tweede Kamer de plannen nog moet behandelen, als commissie
de consequenties onder ogen te zien en te kijken welke de mogelijkheden
zijn.
Een laatste punt van de heer Krol, ook daar is door alle andere sprekers
op gewezen, is dat wij de tijd die wij hebben tot 1 augustus 1994 goed
18
moeten gebruiken, zowel voor de kinderen die in Hempens wonen en in
Goutum of Leeuwarden naar school zullen moeten, als voor de kinderen die
nu in Hempens op een hele goede manier opgevangen worden en waar van
voorkomen wordt dat zij naar het speciaal onderwijs moeten worden verwe
zen. Voor die beide groepen moeten wij goede oplossingen zoeken. Ik heb
daarover in de commissie gezegd dat ik mij daar sterk voor zal maken.
Wij zullen ook in overleg met de school bekijken hoe de kennis en erva
ring die daar opgedaan is overgedragen kan worden en aan welke stadsscho
len dat zou kunnen. Er zijn een aantal scholen in de stad waarvan ik weet
dat ook zij in staat zijn, of in ieder geval op redelijk korte termijn
in staat kunnen zijn, om deze kinderen op een goede manier op te vangen.
Mevrouw Dikken zegt in feite hetzelfde, de emotie en commotie is terecht,
want het is nogal wat als een school uit een dorp verdwijnt. Ik ben dat
met haar eens. Zij concludeert vervolgens dat er te weinig redenen zijn
om nu toch te besluiten om de school na 1 augustus 1994 te laten bestaan.
Ook dat ben ik met haar eens. Ik heb net al tegen mijnheer Krol gezegd
dat wij goede oplossingen zullen zoeken, ook in overleg met de school,
om te zorgen dat beide groepen leerlingen na 1 augustus 1994 op een goede
manier terecht komen. Die verantwoordelijkheid blijft terecht bij ons
liggen.
Dan mevrouw Van Ulzen. Voor een deel ben ik op haar ingegaan, denk ik,
bij de vorige sprekers. Zij doet nog een aantal suggesties waar het gaat
om het opvangen van de kinderen die nu vanuit de stad in Hempens op
school zitten. Kunnen deze kinderen op de kleinste scholen geplaatst
worden of kunnen zij als gastleerlingen geplaatst worden? Ik ben geneigd
om dat op dit moment als suggesties te beschouwen en daar geen uitspraken
over te doen. Ik denk dat het verstandig is om eerst eens met de school
in Hempens en de ouders van die kinderen om de tafel te gaan zitten en
te kijken hoe zij daar zelf tegen aan kijken, voordat wij hier oplossin
gen gaan verzinnen. Dus ik wil graag de opmerkingen van mevrouw Van Ulzen
als suggestie meenemen.
Die 50.000,-- voor vervoerskosten, kunnen wij die daar niet aan beste
den? Het voorstel van het college is om die in 1994 te gebruiken om voor
een deel de financiële prob1 emen die wij hebben te dekken. Dat betekent
dat als de raad daarmee akkoord gaat, die 50.000,-- onderdeel uitmaken
van de herwaarderingsvoorstellen. (Mevrouw Van Ulzen: Als de raad er niet
mee akkoord gaat, kan het misschien wel.) De raad heeft het laatste
woord, maar het voorstel van het college is dus om die 50.000,-- te
betrekken bij de herwaarderingsvoorstellen. Als mevrouw Van Ulzen vindt
dat het anders moet, dan zal zij ongetwijfeld tegen die tijd met een
voorstel komen.
Dan heeft mevrouw Van Ulzen nog iets gezegd over de sociaal-culturele
functie van de school. In het verleden waren er een aantal redenen die
wij aangevoerd hebben om de school in Hempens open te houden. Eén daarvan
was dat er vanuit de school nogal wat activiteiten georganiseerd werden
19