toegezegd, krijgt u daarover van de dienst een voorstel. Ik heb net nog even gecheckt of dat op tijd komt, het antwoord daarop is "ja". (De heer Heins: Als ik even vragen mag, is dat een voorstel voor een opzet of een voorstel van.een plan?) Nee, dat is een voorstel over hoe wij de onkruid- bestrijding in 1992 zullen gaan aanpakken, met andere woorden niet alleen maar werken met die 90.000,--, die er budgettair-neutraal is, maar ook een voorstel aan de hand van ervaringen uit de voorafgaande jaren, om te komen tot een toevoeging aan dat budget zodat wij niet weer opnieuw halverwege het jaar in de hobbel raken, om het zo maar eens te zeggen. Dat is voor 1992 de bedoeling. Intussen is men bezig een groenstructuurplan op te zetten en ook dat blijkt, volgens de laatste mededelingen, exact op het schema te liggen dat wij met elkaar hebben afgesproken. Ik zeg dan heel concreet maart 1992 in b. en w. aprJ.1 1992 in de commissie en daarna in de raad als dat nodig zal blijken te zijn. Mevrouw v.d. Kloet verwijst naar een artikel van 2 juli 1983 over de Hendrik-Jan-de-Tuinman-methodeIk heb dat artikel van collega Timmermans een paar dagen geleden ter inzage gekregen. Wat mij het meest opviel was de schrijver van het artikel, niet zozeer de hier al genoemde tuinman, die schrijver is er nog steeds. Maar hoe dan ook, dat genoemde beheersplan komt er en dat komt op de tijd die ik heb genoemd. Mevrouw v.d. Kloet heeft voor alle zekerheid de zaak ook nog wat verder proberen dicht te spijkeren door te zeggen dat ais er vertraging optreedt zij dat wil horen en de gelegenheid wil krijgen om een prioriteitsbepa ling te doen zodat dit tijdig blijft komen. Ik zeg dat toe, dat als er reden voor is wij dat zullen meedelen. De heer Krol heeft gezegd akkoord te gaan, hij verwijst naar vragen die hij daarover namens zijn fractie in juni j.l. heeft gesteld en zegt dat toen ook daar al de uitdrukking "inhaaloperatie" is gebezigd. Wij volgen hem in die zin. Hij zegt ook dat dit niet structureel moet worden, want het moet per definitie niet op die manier. De discussie over wat er in 1992 gebeurt, is geweest. In de commissie en ik heb er daar nog het nodige over gezegd. Hij zegt, ik zeg na al vast dat het met het huidige budget niet kan. Hij verschilt daarbij denk ik toch ietwat van de benadering die mevrouw v.d. Kloet heeft gekozen. Het lijkt mij dat wij een interessante discussie tegemoet gr~n aan de hand van het stuk dat wij zo snel mogelijk zullen produceren. Daar wacht ik de uitkomst dan verder maar van af, mijnheer de voorzitter. De heer Burg: Even een kleine reactie op hetgeen mevrouw v.d. Kloet gezegd heeft. Ik denk dat wij uiteraard eerst moeten praten over een hogere kostenpost voor het komende jaar voor de operatie van het bestrij den van het ongewenst kruid. Ik ben het verder volledig met de heer Krol eens wanneer hij zegt dat inhaaloperaties niet structureel mogen worden, want dan zijn wij op de 28 verkeerde weg. Maar dat bedoelde ik ook niet en dat had mevrouw v.d. Kloet denk ik ook wel begrepen. Dus wat dat betreft denk ik dat de heer Krol en ik op dezelfde lijn zitten. Ik ben het eens met het uitgangspunt van de wethouder om in ieder geval voor het jaar 1992, naar aanleiding van de notitie die daarvoor komt, te bekijken wat wij meer nodig hebben om de stad een relatief aanvaardbare groentoestand te laten innemen. Wanneer ik het afgelopen jaar in andere steden ben wezen kijken, heb ik toch wel met het beeld van Leeuwarden voor ogen geconstateerd dat het hier toch wel heel erg was. Ik vind het een troost, hoewel een schrale troost, om te horen dat er blijkbaar toch nog andere steden zijn waar het minstens zo erg is a1 3 hie*-. Maar daar zijn wij er hier niet mee. Ik hoop inderdaad dat met het groenbeheersplan, dat natuurlijk niet alleen maar over ongewenst groen gaat, wij dan in ieder geval zover zijn dat ook methoden om het ongewenste groen goed te bestrijden dusdanig zijn dat wij met minder kosten een beter resultaat kunnen bereiken. Mevrouw v.d. Kloet: Nog even over of het nu wel of niet wat mag kosten. Wij hebben nooit gezegd dat het absoluut niets mag kosten. Wij zeggen op dit moment ook niet bij voorbaat al dat het wel wat mag kosten. Wij willen de discussie in de commissie afwachten en dan op grond van de plannen die er liggen en de consequenties, die wel of niet extra geld kosten, afwegen of wij dat geld er voor over hebben of dat wij dat geld ergens anders in willen steken. Misschien heb ik niet goed opgelet, maar ik heb even gemist of de wet houder in eerste termijn is ingegaan op mijn vraag over het voorleggen van een prioriteitenlijst op het moment dat er vertraging zou komen. De heer Heere (weth.): Om met dat laatste te beginnen. Ik heb toegezegd dat als er vertragingen zouden komen, wij dat tijdig zullen signaleren en dan zullen aangeven wat bij handhaving van het tempo van dit onderdeel achteruit geschoven zou moeten worden. In de richting van de heer Burg denk ik - misschien dat dat in het alge meen een opmerking is - dat wij natuurlijk ook een beetje moeten oppassen dat wij mekaar het leed niet te vaak en te nadrukkelijk aanzeggen. In een overgangsfase tussen helemaal niet meer spuiten en zoals vroeger dat wel doen, ontstaat er een proces waar iedereen wat moet wennen aan een veran derde situatie, ook de dienst moet daarop inspelen. Maar om daar nu zo'n geweldig stuk dramatiek over op te voeren, zoals zo hier en daar wel eens is gebeurd, past niet in een beleidsmatige aanpak van dit geheel. (De heer Burg: Dan doelt de wethouder op de kranteartikelen die in de vakan tie gepubliceerd zijn?) Ik zeg de dingen precies zoals ik ze gezegd heb en ik richt mij daarbij ook tot de heer Burg. 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 15