l
verschillende betrokkenen laat zijn geïnformeerd. Bij de uitwerking van
Verk de plannen lijkt het ons noodzakelijk hen zo vlug mogelijk te informeren,
Verw zodat met hun mogelijke wensen rekening gehouden kan worden.
Verw
Verv Tot slot het volgende.
Verk
Verv
Verv
Ru
Verv
Ont<
pl;
Zï
Ei
B
Ad
c
Dit raadsvoorstel geeft het financiële kader waarbinnen het plan gede
tailleerder kan worden uitgewerkt. Wij willen graag op de hoogte gehouden
werden van de detailplannen en ook hoe deze zich verhouden tot de in het
voorstel gegeven financiële opzet. En dan in het bijzonder de uit het bos
voortvloeiende en naar onze indruk lage exploitatielasten. Wij zijn er
bang voor dat een te lage raming van de exploitatielasten tot een schrale
uitwerking van het plan zou kunnen leiden.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, in de vergadering van 11 decem
ber 1989 heeft de WD-fractie zich ook uitgesproken voor de aanleg van
Ontt een bos aan de noordzijde van Leeuwarden. Nadat gebleken was dat er geen
zogenaamd "staatsbos" kon worden aangelegd, is er toch nog een dekkings-
Or plan gemaakt waarmee de WD-fractie kan instemmen. In een brief van de
bewoners, grondeigenaren en gebruikers wordt gesuggereerd dat de wette
lijk verplichte inspraakmogelijkheid niet heeft plaatsgevonden. In de
commissievergadering is dit ook al ter sprake geweest. Ik denk dat het
verstandig is dat de wethouder hier nog even op in zou kunnen gaan. Wel
ben ik van mening dat de informatie tijdens de ontwikkeling van de
plannen zowel in de richting van de raad als in de richting van belang
hebbenden beter kan en dus ook beter moet.
Ver
Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, het Leeuwarder bos past in het
gemeentelijk beleid waarbij de recreatieve voorzieningen in de onmiddel-
üjke nabijheid van de stad geplaatst worden. Ook dit bos past daarin,
hoewel het daar nu ook al mooi is. Wel heeft mijn fractie uit reacties
van toekomstige bosbewoners begrepen dat er nogal wat vraagtekens zijn
geplaatst. Sommigen zien door de bomen het bos niet meer zitten en zij
Vei vragen: "mag het een ietsje minder zijn?". Daarmee wordt vooral gedoeld
Om op de landschappelijke waarde, de ruimtelijke consistentie, de sociale
D veiligheid, maaibij ook met name de kerkepaden in het oog moeten worden
gehouden, de nutstuintjes die misschien wel een sociale controle op de
veiligheid kunnen uitoefenen en de beheerstructuurEen zorgvuldige
afweging moet in de commissie nog ter sprake komen; ik heb begrepen dat
de wethouder dat heeft toegezegd.
Wel is mijn fractie van mening dat ruimtelijk misschien nog meer moge
lijkheden zijn, zodat ook de zaken die passen bij een ruimtelijk en
landschappelijk geheel misschien met wat minder bomen tot stand kunnen
komen.
Een vraag is nog wel of de gemeente in staat is om dit groen te onder
houden zonder technisch in de problemen te komen in de toekomst.
Dan is er nog de reactie, en die werd bevestigd op Radio Fryslfin, dat
8
2
de bevolking van Leeuwarden en omgeving niet helemaal de consequenties
overziet van de dekking die is aangegeven. De indruk is ontstaan dat wij
in deze bezuinigingsronde te veel gaan uitgeven aan het Leeuwarder bos.
Ik denk dat de wethouder ook die zorg met de beantwoording kan wegnemen.
Ik wil nu duidelijk stellen dat de aanleg van dit bos zeker bijdraagt
in het netwerk van recreatieve voorzieningen rondom de stad. Ook juist
voor die burgers die aangewezen zijn op de onmiddellijke omgeving past
dit plan. Wel dringt ook mijn fractie aan op een zorgvuldig overleg met
de betrokkenen. Juist nu wij gemeentelijk beleid propageren waarin
wijkbeheer centraal staat, moet ook de wijk Vierhuis dezelfde positie
kunnen innemen. De beheerstructuur zal een gemeentelijke zorgvuldige
invulling vereisen waarbij ook zij zich wel bevinden.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik begin bij mijnheer Brinks. Hij
heeft terecht gezegd dat er al twaalf jaar gesproken is over het bos. Er
is niet alleen gesproken, wij hebben wel wat meer gedaan in die twaalf
jaar. Maar in ieder geval zijn wij al een hele tijd bezig met dat bos.
Het is nu dan eindelijk gelukkig zo ver dat wij ook over kunnen gaan tot
de aanleg.
De raad heeft al in december 1989 besloten dat zij een bos wilde ten
noorden van Leeuwarden, dus het principebesluit is op dat moment al
genomen. Wij dachten toen nog dat het een staatsbos zou worden, er lagen
ook toezeggingen vanuit het rijk op dat terrein. Drie maanden na het
raadsbesluit bleek dat het rijk die toezeggingen niet meer gestand wilde
doen. Vervolgens zijn wij zo'n anderhalf jaar bezig geweest om te zorgen
dat wij op een andere manier de financiering rond zouden kunnen krijgen.
Nogmaals, gelukkig is ons dat gelukt, met name doordat de Stichting FACE
het laatste gat van 1,2 miljoen heeft gedicht.
De heer Brinks zegt vervolgens dat de PAL-fractie steeds positief heeft
gestaan ten opzichte van het bos (ook andere fracties hebben dat uitge
sproken) - dat is ook duidelijk gebleken bij de discussie daarover in de
raad in 1989 - enerzijds vanwege de recreatieve mogelijkheden, maar
anderzijds ook vanuit landschappelijke overwegingen. Mijnheer Brinks zegt
dat bij de PAL-fractie ook milieu-overwegingen nog een rol hebben gp-
speeld
Er is nogal wat discussie geweest over de inspraak. Alle sprekers hebben
dat ook gememoreerd. De heer Brinks verwijst dan naar een aantal punten
die in de laatste commissie aan de orde zijn gesteld: de woonsituatie en
de sociale veiligheid. Anderen hebben gezegd dat er eigenlijk wat weinig
overleg is geweest in het verleden. Tot op zekere hoogte is dat denk ik
waar, omdat wij jaren bezig zijn geweest in de sfeer van plannen maken.
Het is lang onzeker geweest of het bos er inderdaad zou komen. Er zijn
in het verleden ambtelijk wel gesprekken geweest met mensen in de buurt,
voor zover je daar van een buurt kan spreken, maar xn ieder geval in het
gebied waar het bos komt. Er is steeds gezegd dat op het moment dat het
9