2 gens het raadsvoorstel ingegeven door twee argumenten. Verk Ten eerste was de verwachting dat er hier, op de Hemrik een Ver\ containerterminal zou komen, die ook 's nachts lawaai zou Ver\ maken: een uitgangspunt voor de berekening. Ven Ten tweede dat er optimale mogelijkheden voor nieuwe bedrij- Verl ven moesten komen. yen Wat de containerterminal betreft kunnen wij vaststellen dat deze dus niet in Leeuwarden komt. Velen hadden dit al eerder gezegd, een havenplaats als Harlingen is veel geschikter dan een plaats als Leeuwarden zo ver in het binnenland. Daar hoef je geen deskundige voor te zijn. Maar daarom niet getreurd, de containerterminal in Harlingen is opgenomen als één van de knooppuntprof ilerende projecten en dat is dus ook ter versterking van de positie van Leeuwarden. Zeker is dat de containerterminal niet op De Hemrik komt en dus niet als motief voor deze meest maximale geluidszone kan gelden. Ven Rt Ven Sc Ontl Dan het tweede uitgangspunt: geen belemmeringen voor nieuwe O. bedrijven, ofte wel de categorie A-inrichtingen, de industri ële lawaaimakers zoals zij ook wel worden genoemd. Nu ligt er Ont nog steeds voor 36 miljoen aan grond te wachten in De pl; Hemrik, waar wij nota bene 3 miljoen per jaar aan rente voor betalen. Een ieder begrijpt dat bedrijven hier meer dan welkom zijn. Maar wij hebben ook andere plannen in ons bui tengebied. Ik denk aan de blauwe zone met ideeën voor natuur gj en recreatiegebieden, waar volgend jaar een onderzoek naar wordt verricht. En dan de toekomst van de aangrenzende Fros- kepölle waar hotelplannen voor bestaan en waar overigens de natuurwaarde zwaar van wordt onderschat. Worden die plannen niet gefrustreerd door de vaststelling van deze zone? In dat licht gezien zou toch eigenlijk een integraal beleid als uitgangspunt moeten gelden? Ik wijs nogmaals op vele pogingen van de PAL-fractie om al veel eerder een integrale visie voor het buitengebied te ontwikkelen, in plaats van het "hap-snap-beleid" zoals dat tot nu toe wordt gedaan. Ik wijs op eerdere betogen in deze D raad van milieuzonering en een selectief vestigingsbeleid, waarbij afwegingen tussen de gewenste economische ontwikke- B ling, in dit geval de ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrij ven op een bedrijfsterrein, afgewogen worden tegen natuur en Ad landschappelijke waarde en mogelijke hinder. Met andere C< woorden, zou het niet verstandig zijn dit voorstel nog even terug te trekken, met name nu blijkt dat de containerterminal F niet op De Hemrik komt en onderzoek naar de blauwe zone in voorbereiding is. B ge De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, laat ik vooropstellen dat het belang van het vaststellen van een zonering niet 20 Ver Uit] O Vei Onl alleen is het zo veel mogelijk ruimte creëren voor wat be treft de bedrijvigheid, maar dat het ook heel nadrukkelijk de grenzen vastlegt van de rechten van de omgeving. Dat is minstens zo belangrijk en derhalve denk ik dat er veel waarde moet worden gehecht aan het vaststellen van een zoneringsbe— sluit, omdat dit rechten en plichten, de ruimte voor lawaai en zowel voor degenen die het veroorzaken als degenen die het ondergaan, althans daar eventueel het slachtoffer van zou kunnen worden, aangeeft. Er heeftinderdaad een afweging plaatsgevonden. Enerzijds de belangen van het industrie terrein, maar ik denk dat je dat ruimer moet omschrijven, de mogelijkheden voor werkgelegenheid binnen het stadsgewest Leeuwarden, zo zou ik het willen formuleren. Dan hebben wij het over een niet gering belang. Immers u en ik weten hoe de werkgelegenheidssituatie en met name ook de werkloosheidssi tuatie in deze gemeente is. Wij hebben er alle belang bij om een zodanige randvoorwaarde te scheppen dat inderdaad die bedrijvigheid binnen Leeuwarden een kans van slagen krijgt. Dan kom je op de afweging tussen de verschillende belangen. Ik heb de werkgelegenheidsbelangen enerzijds al aangegeven. Ik denk dat het goed is te constateren dat als wij het hebben over lawaaimakers, het dan zeker niet alleen grootschalige terminals zijn, maar een eenvoudig distributiebedrijf of gewoon vrachtwagens bij een groothandel overschrijden al heel snel grenzen van de normale geluidshinder, althans in relatie tot de woonomgeving. Dus wij hebben het niet, want dat beeld zou ik willen wegnemen, over buitengewoon belastende bedrij vigheid, want die kan binnen deze grenzen niet eens plaats vinden. Wij hebben het over normale bedrijvigheid waar toch altijd sprake is van verkeerslawaai en ook produktielawaai Daar is een afweging tussen met daarnaast de twee maximaal drie bedrijfswoningen waar wij het hier over hebben. Dan hebben wij het over een verhoging met enkele decibellen. Dat is natuurlijk van belang, maar wij hebben het over een verho ging van 52 naar 57 dB(A). Dan denk ik dat het goed is dat wij ons realiseren dat in het stedelijk gebied van Leeuwarden meer dan 5000 woningen zijn die meer dan 60 dB(A) op dit moment hebben. Dat noemen wij dan ook een saneringssituatie, maar daarmee is er toch wellicht een ander beeld van wat hier aan de hand is. Het betekent dat een tweetal woningen in het buitengebied, die theoretisch ook nu al onder die belasting zouden kunnen vallen, een enige mate van verzwaring krijgen, een verzwaring die uit een oogpunt van woonomgeving, woonkwa liteit niet als wenselijk wordt geacht. Maar ik wil wel aangeven dat in het stedelijk gebied van Leeuwarden vele duizenden woningen, en als ik het heb over tot 60 dB(A) ook nog eens een keer vele duizenden, dagelijks een hogere ge luidsbelasting ondergaan als deze drie woningen mogelijk zullen ondergaan. Bovendien is er dan, gelet op de omvang en 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 11