De Voorzitter: Aan de orde is de installatie van het nieuw
benoemde raadslid de heer J. Greving.
^er'' Ik verzoek de raadsdienaar de heer Greving binnen te geleiden
^en en de raad te gaan staan.
Ver\
Ven Mijnheer Greving, ik lees eerst de tekst voor van de eed van
Ver! zuivering en daarna die van de ambtseed.
Ven
Ven
De heer Greving legt vervolgens in handen van de voorzitter
Ri de voorgeschreven eden af.
Ver
Sc
Ontl
Oi
Ont
pl;
Zi
Deze verzoeken en deze brief worden in handen gesteld van b.
Ei en w. om preadvies.
Ver Sub G tot en met M.
uit]
O Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Vei
Onl
D
B
Ad
c<
Punt 2
Rondgezonden mededelingen.
Sub A, B en C.
Deze brieven en dit besluit worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub D, E en F.
Sub N.
Het bezwaarschrift wordt om advies in handen gesteld van de
Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
Sub 0.
De heer De Jong: Dit gaat over twee brieven van bewoners uit
de binnenstad. Als je die brieven goed leest, wordt er een
flinke opsomming gegeven over de overlast die plaatsvindt. De
schrijvers van de brief leggen een verband met het experiment
F vrije sluitingstijden. Het college antwoord daarop en zegt,
in het eerste kwartaal van 1992 zullen wij de evaluatie laten
B plaatsvinden. Ik ben het daar op zich mee eens. Ik zou de
voorzitter van deze raad, die ook voorzitter is van de Com-
Be missie Openbare Orde, willen vragen om het onderwerp in elk
2
geval zo hoog mogelijk op de planningslijst voor het eerste
kwartaal te willen plaatsen.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik kan mij bij de
woorden van de heer De Jong aansluiten, maar ik zou er nog
wel iets aan toe willen voegen.
Het is maar de vraag of de overlast die op dit moment gecon
stateerd is door de briefschrijvers nu een gevolg is van het
experiment waarmee wij bezig zijn.
Daarnaast zou ik willen vragen of u in overleg met de Commis
saris van Politie in ieder geval - de klachten zijn duidelijk
genoeg, het tijdstip is duidelijk aangegeven, de plaats is
aangegeven - wilt proberen hieraan vanaf nu de nodige aan
dacht te schenken.
Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik wil mij graag
aansluiten bij de woorden van de heer De Beer. Het gaat om
uiterst serieuze klachten, niet alleen een kwestie van ge
luidsoverlast, maar ook als je met de mensen praat over
intimidatie en bedreiging en hele angstige zaken. Wij hebben
deze brief in de Commissie Openbare Orde al even heel kort
aan de orde gehad. Ik kan herinneren dat de heer Diepenhorst
van de politie zei: "Het is zo vreemd dat de klachten vaak
niet bij de politie aankomen". Een van de eerste dingen die
ik wil vragen is om in het antwoord aan de klachtenschrijvers
ook te melden om mensen te stimuleren dat de klachten bij de
politie komen. Ik begreep dat dat in ieder geval een van de
problemen was van de kant van de politie. Dat maakt het
straks bij de evaluatie van het experiment ook mogelijk om
serieus naar de resultaten te kijken.
Ik begreep bij de commissiebehandeling dat de brief naar de
politie was gestuurd voor een reactie. U suggereert hier in
het antwoord dat de reactie pas behandeld wordt als wij het
experiment evalueren. Dat betekent dat de mensen in de bin
nenstad in feite moeten wachten tot begin van het voorjaar.
Ik zou u willen vragen om de reactie van de politie zo snel
mogelijk in de Commissie Openbare Orde te brengen en so wie
so te kijken of het mogelijk is van de kant van de politie
extra maatregelen te nemen om aan de overlast die er nu is
extra aandacht te schenken.
De heer Bilker: Op 28 oktober j.l., toen de commissie verga
derde, heeft de CDA-fractie deze brief aangekaart. Wat dat
betreft kan ik eigenlijk in herhaling vallen. Wij willen daar
de volle aandacht aan besteden en nemen deze klachten zeer
5