hard cijfer opgenomen, maar zoals aangegeven er is een plus pm. Het is een keuze. Dat betekent dat in de verschillende fondsen en dus ook het Stadsvernieuwingsfonds er sprake is van een beperking van de uitvoerende activiteiten. Dat is juist, maar gelet op de omvang van dat fonds en gelet op de situatie van de gemeente althans, in financiële zin, hebben wij daar toch voor moeten kiezen. Het zal duidelijk zijn dat de vertaalslag daarvan bijvoorbeeld in dit kader zal plaatsvinden in het Verdeelbesluit stadsvernieuwing 1993. (De heer He lasHet is de wethouder bekend, dat mocht de gemeentelijke bijdrage helemaal tot nul komen en het alleen maar gevuld worden met een doeluitkering, dit dan niet meer mag, want het rijk laat dit soort dingen niet toe.) Voorzitter, dat lijkt mij niet geheel juist. De doeluitke ring waar wij het hier over hebben, nog los van de vraag of die doeluitkering straks ook gewoon via de verdeelsleutel naar het Gemeentefonds wordt ondergebracht, mogen de appa raatskosten, begeleidingskosten onderdeel van zijn. Ook bestemmingsplannen worden daaruit betaald. Wij deden dat al voor een deel. De heer Janssen (weth.): Voorzitter, ik wou onderwerpsge- wijs proberen alle sprekers telkens te betrekken. Ik begin met Projecten Mensen Zonder Werk. Ik wil toch nog eens benadrukken dat het hier niet alleen om een bezuiniging gaat, maar ook om een andere wijze van subsidiëren, namelijk er vindt een accentverschuiving plaats van aanbodsubsidiëring naar meer vraagsubsidiëring Ik kan dat ook hard maken, omdat in het 1000-banenplan ook middelen zijn geraamd, ongeveer 8 ton, om nieuwe projec ten op te zetten. De heer Peeters Weem heeft daar ook naar gevraagd. Ook de huidige instellingen die onder de PMZW werksoort vallen kunnen projecten indienen die voor een deel meegefinancierd worden uit die 8 ton. Het is niet alleen een kwestie van bezuiniging, het is ook een kwestie van een hele andere methodiek van aanpak die, dacht ik, wel overeen komt met onze inzet van individuele trajectbemidde ling. Daar bepaal je namelijk wat de vraag aan projecten is en vervolgens moeten de instellingen maar met een aanbod komen, in plaats van het aanbod te subsidiëren. Overigen weten de leden van deze raad die in de Commissie Economische en Sociale Zaken zitten dat onze aanpak er op gericht is dat er in april volgend jaar in de commissie een voorstel komt en daarna in mei in de raad. Dan wat betreft het minimabeleid. Op de eerste plaats heeft de PAL-fractie gezegd dat zij tegen 3 ton bezuiniging is op minimabeleid. Ik hecht er toch aan, voorzitter, om aan te geven dat hier in het geheel geen sprake is van minimabeleid. Ik vind het ook een beetje vreemd dat de PAL-fractie dat zegt. Wij hebben name 204 lijk in de Commissie Economische en Sociale Zaken een noti tie behandeld die heet "De decentralisatie bijzondere bij stand". Daarin hebben wij, los van de bijzondere bijstand, nog eens in zijn totaliteit aangegeven hoe het nu zit met het minimabeleid de komende jaren. Wij hebben daar ook andere activiteiten op dat gebied op een rij gezet. Als u die notitie die vooraf gaat aan het verhaal over bijzondere bijstand leest, dan kunt u zien dat wat betreft financiële inspanning er sprake is in deze tijd van bezuiniging van een uitzetting van de middelen voor minimabeleid. (De heer Brinks: Voorzitter, het enige dat ik gelezen heb in nota is dat er staat: "In tegenstelling tot wat wij eerder gezegd hebben en wat wij eerder van plan waren laten wij een aan tal bezuinigingen niet terug vloeien in het Fonds voor het minimabeleid, maar laten wij dat terugvloeien naar de alge mene middelen"Ik denk dat je kunt zeggen dat je daarmee bezuinigt op het minimabeleid omdat je eigenlijk meer mid delen zou hebben, want dat staat in de nota. Je voegt f 3 ton niet toe. Dat is het enige waar wij tegen zijn.) Wat dan op dit moment spreekt is dat een aantal zaken in de tijd wat langs elkaar heen lopen. De nota Decentralisatie bijzondere bijstand, dat hebben wij ook aangegeven in die nota, is in een later stadium bij de commissie gekomen als deze stukken u bereikt hebben. Er zaten nogal wat vraagte kens rond de kosten van die bijzondere bijstand in. Wij hebben namelijk het beleid dat wij voeren op dat gebied verruimd. Dat kun je wel willen, alleen daar zit een kos tenplaatje aan. Dus dat moet je goed ramen en dat is een vrij ingewikkelde materie. De stukken waar de heer Brinks het over heeft, de herwaarderingsnota's, zijn in een eerde re fase aan de raadsleden toegestuurd vanwege de bijzondere behandeling van beleidsplan en begroting. Maar ik denk dat je dan de laatste nota als uitgangspunt moet nemen. Daarom hebben wij dat daar nog eens heel nadrukkelijk in aangege ven. Wij kunnen er over bekvechten in welk stuk het goed staat, maar waar het materieel om gaat is dat je kijkt naar wat er in de Begroting 1992 aan minimabeleid staat, 1,5 ton meer is als wat in de Begroting 1991 aan minimabeleid staat. Wij hebben het nu over directe maatregelen die zich richten op de financiële positie van minima. Iets heel anders is wat wij in het rapport "Armoede uit de Stilte" hebben gezegd, namelijk dat je meer moet doen aan werkgele genheidsbeleid, aan budgetteringsondersteuning, etc. Daar hebben wij in het kader van de sociale vernieuwing, van de Banenpool, van het 1000-banenplan enz. een groot aantal activiteiten voor ontplooid. Daar kun je ook een prijs kaartje aan verbinden, dat doe ik nu niet, want wij moeten ons beperken tot die directe maatregelen. Maar ik denk dat het gewoon materieel zo is, dat even los van de vraag of de presentatie daar nu uitermate gelukkig bij is geweest. Ik denk van niet, dat ben ik helemaal met de heer Brinks eens. (De heer Brinks: Voorzitter, ik vraag mij dan ook af waar- 205

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 104