Er zijn tijden geweest dat de politiek zich in veler belangstelling mocht verheugen. Wellicht dat ook hier spra ke is van een conjuncturele lijn en dat over tien jaar de zaken er weer heel anders voor staan. Dus moeten wij het niet te dramatisch voorstellen. Burgers komen in veel gevallen ook niet stemmen, omdat ze best tevreden zijn. Feit blijft, dat wij wel kritisch naar ons zelf moeten kij ken en ons blijvend de vraag moeten stellen "Hoe komen wij bij de Leeuwarder burger over" De CDA-fractie wil het niet zoeken in voor de burgers hoge doelen zoals: stadspanels, referendum, een gekozen burge meester, spreiding van gemeenteraadsverkiezingen, enz. Dat zijn uiterlijke zaken die de burger niet echt raken. Na enige tijd zakt ook daarvoor de belangstelling. De meer waarde om de burger dichterbij het gemeentelijk beleid te brengen, kunnen wij bij deze punten niet ontdekken. Het gaat wel om een concrete praktische aanpak, resultaat gericht. Dat begint al bij voor de hand liggende zaken, zoals 1. het op tijd beantwoorden van brieven; 2. helder taalgebruik van gemeentebestuur en ambtelijk apparaat door een zoveel mogelijk persoonlijk benade ren van de burger; 3. overleg en inspraak serieus nemen; 4. de stad schoon houden (inclusief een goede onkruidbe- strijding) 5. de open gemeente dag op 19 september a.s. optimaal benutten 6. en vooral, maar dat geldt voor iedereen en alles: doen wat is afgesproken. Het zit hem ook in een wat bredere aanpak van zaken. Enkele voorbeelden 1. Bij de uitoefening van de eigen bevoegdheden van de gemeenteraad, wordt veelal vooraf door het college een zekere binding bewerkstelligd. Er zijn dan weinig ben- vloedingsmogelijkheden naar het college toe, vooral ook in het kader van de qua omvang toegenomen medebe- windstaken Dit alles leidt er toe dat het college ten opzichte van de gemeenteraad een grotere invloed lijkt te heb ben. De monistische relatie moet in onze ogen eer dui delijker gezicht krijgen, zonodig worden hersteld. De nieuwe Gemeentewet probeert ook bestuursprimaat van de gemeenteraad nieuw leven in te blazen. Bij de reorganisatie is wel over de sturing door de raad gesproken, maar wij zullen er voortdurend op moe ten toezien dat het ook gebeurt. Een suggestie hierbij kan zijn, het geven van een algemene beschouwing door de fracties bij de behande ling van de voorjaarsnotitie. Het college kan de beleidsvisies daaruit meenemen bij de voorbereiding 18 van het beleidsplan en de begroting voor het volgende jaar 2. Wij leven in een tijd van consensusvorming, compromis sen sluiten en collegeprogramma's opstellen en een tijd van een overtrokken vergadercultuur. Je moet je afvragen of dat altijd de nodige duidelijkheid ver schaft Het politieke debat moet terug. De burger moet zich blijven herkennen in z'n politieke groepering, in het beleid 3. Er moet een betere voorlichting zijn. De burgers moe ten tijdig worden geïnformeerd. De besluiten die wij nemen moeten worden uitgelegd. In deze tijd van tal van communicatielijnen is het bedroevend te zien hoe wij ons als gemeente verkopen. Bij de vorige algemene beschouwingen heeft de CDA- fractie een motie ingediend waarin heel concreet werd gevraagd over te gaan tot het benoemen van een pr- functionaris, die als coördinator op moet treden om in Leeuwarden als stedelijk knooppunt een professioneel PR-en voorlichtingsbeleid te voren, die de externe communicatie optimaal vorm geeft, coördineert en pre senteert Wij hebben de motie tijdelijk teruggetrokken, omdat gewacht moest worden op de pr-notitie die toen binnen korte tijd zou verschijnen. Een kostbaar jaar is inmiddels verloren gegaan. De CDA-fractie is uiteraard van oordeel dat de motie nog onverkort van kracht is. Een professionele pr- en voorlichtingsfunctionaris is en absolute noodzaak voor ons gehele beleid. Daar moeten wij beslist het nodige voor over hebben, vooral omdat het ons in het gehele beleid ten goede komt. Wij vinden derhalve, dat los van de notitie, het college met een voorstel moet komen waarin wij de genoemde functionaris kunnen aan stellen. In januari 1992 verwachten wij de genoemd notitie met het daarbij behorende voorstel. 4. Het Buurtbeheer moeten wij serieus nemen en aanpakken. Het moet niet blijven bij alleen maar roepen dat de verantwoordelijkheden door moeten worden gedecentrali seerd. Voorwaar geen gemakkelijke opgave. Het is wel een probaat middel om de burgers bij het bestuur te betrekken en hen mee de verschillende belangen te laten afwegen. Daarbij moet het niet weer gaan om het feit dat de indruk blijft bestaan, dat voor alles geld is. Die tijd ligt achter ons. Ook dat moet duidelijk zi jn 5. Eén van de belangrijkste doelgroepen om de politiek dichter bij de mensen te brengen, zijn de jongeren. Het opkomstpercentage van jongeren bij de gemeente raadsverkiezingen in 1990 was 56 5% lager dan de totale opkomst. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 11