Zij heeft verder gesproken over de discussie vorig jaar. Zij heeft gezegd dat zij grote zorgen had en ik die wegge wimpeld zou hebben. Als het gaat om de rioolrechten, hebben wij in die zin niet zulke grote zorgen omdat wij menen dat ons rioolstelsel er vrij redelijk uitziet. Wij ontwerpen op dit ogenblik een rioolbeheersplan en wij denken daarmee de kosten ook naar de toekomst toe op een goede wijze in de hand te kunnen houden Zij verbaast zich erover dat wij voor de invordering van de OGB dezelfde kosten moeten maken als het rijk. Daar verbaas ik mij dan weer over, want waarom zouden wij dat voor min der geld kunnen doen? Wij hebben daar ongeveer dezelfde mensen voor nodig, dezelfde apparatuur enz. Je zcu zelfs kunnen zeggen dat het rijk door de grootte van de instel ling het goedkoper kan doen. Wij gaan voorlopig uit van de kosten die het rijk heeft gemaakt. Dus wordt het voor ons voorshands een budgettair neutrale operatie. Zij heeft toen nog gesproken over het afschaffen van kwijt schelding als het gaat om de afvalstoffenheffing. Het col lege is daar niet voor. Zij zegt, dat gedeelte dat wordt kwijtgescholden moeten de anderen dan opbrengen. Dat is nu eenmaal de systematiek. Dat heeft iets te maken met de sterkste schouders enz. Dat is inderdaad het uitgangspunt. Ten slotte heeft zij nog even gesproken over de kosten van het rioolbeheersplan en de heffing voor 1992. Ik heb al gezegd dat die ten laste komen van de heffing voor 1992. De heer Schadé: Voorzitter, ook wij vinden, in navolging van de heer Greving, het overhevelen van kapitaallasten van nog niet gedane investeringen uit 1991 - mede nu 1991 bijna is afgelopen - te gaan versleutelen in tarieven voor 1992, niet geheel correct. Eigenlijk moet je bij zo'n ingrijpende systematiekwijziging dit niet met terugwerkende kracht doen, maar voor de toekomst regelen. Wij kunnen na de uit leg van de wethouder toch akkoord gaan met de voorgestelde tarieven voor de rioolrechten. In de commissie hebben wij er ook reeds voor gepleit, en ik zou toch ook graag bij deze gelegenheid nogmaals willen doen, er komen forse verhogingen van de rioolrechten, er komen forse verhogingen van de afvalstoffenheffingen (ik heb de percentages genoemd)maak de burgers duidelijk waarom deze forse verhogingen nodig zijn en waar deze voor gebruikt gaan worden. Ik zou daar toch nadrukkelijk op wil len wijzen, omdat hier absoluut niet sprake is van trendma tige verhogingen, maar systeemwijzigingen het "de vervui ler betaalt" systeem. 244 De heer Greving: Voorzitter, ik heb mij een beetje verbaasd over het antwoord van de wethouder ten aanzien van de stel post waar wij eigenlijk vanuit gaan bij de rioolrechten. De wethouder heeft eigenlijk gezegd: jaarlijks gaan wij gewoon bijboeken wat onze investeringen zijn geweest, althans de kapitaallasten daarvan. Als wij even kijken naar de afschrijvingsperiode van de riolen of althans de afboe kingsperiode van ongeveer 40 jaar, dan betekent dat dat wij de komende 40 jaar eigenlijk alleen maar verhogingen tege moet kunnen zien en dat er niet afgeboekt gaat worden op de stelpost waar wij mee zijn gestart. Ik denk dat daar jaar lijks een bepaald percentage, misschien 2 1/2 (ik doe maar een voorzet) op afgeboekt moet worden om niet alleen bij- boeking te krijgen, maar in feite ook een aantal vrijval lende kapitaallasten mee te nemen. Ik wou verder nog een opmerking maken over wat de wethouder heeft gezegd over de samenvoeging op één aanslagbiljet. Ik zou er de wethouder op willen wijzen dat er wat dat betreft in de Gemeentewet helaas een beperking zit in artikel 286.aDaar staat dat burgemeester en wethouders bevoegd heid hebben om aan eenzelfde belastingplichtige opgelegde belastingaanslagen van dezelfde soort die betrekking hebben op verschillende belastingen op één aanslagbiljet te combi neren. Daar lees ik uit dat bijvoorbeeld reinigingsrechten en onroerend goedbelasting niet gecombineerd zouden kunnen worden, want dat zijn belastingen van verschillende soort. Maar dat kan meegenomen worden bij het verdere onderzoek dat de wethouder heeft toegezegd. Ik wacht nog graag het antwoord van de wethouder af over of er wordt afgeboekt op de stelpost, ja dan nee. Mevrouw TiemersmaIk wil de opmerkingen die de heer Schadé heeft gemaakt over goede voorlichting naar de burgers toe nog wel even onderstrepen. Ik denk dat door de grote stij gingen die ons nu en in de komende jaren waarschijnlijk nog te wachten zullen staan, het belang van goede voorlichting alleen maar toeneemt. Mevrouw WaalkensTen aanzien van de invordering van de onroerend goedbelasting. De wethouder kan zich niet voor stellen dat het goedkoper kan, dan denk ik dat hij moet kijken naar de rekening die de Frigem stuurt voor het invorderen van de afvalstoffenheffing. Dan ziet hij dat het een eind goedkoper kan. Wat dat betreft zijn er dacht ik wel mogelijkheden. 245

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 124