van de financiële tegenvallers en de herwaarderingsoperatie ben ik het volkomen met hem eens. Ik wil er wel op wijzen dat de hoofdoorzaak daarvan heel duidelijk ligt bij de rijksoverheid. Ten aanzien van de sluitende begroting ben ik het niet met hem eens. Ik kom nogmaals met de toezicht houder, ik zie het College van Gedeputeerde Staten van Friesland nog niet een begroting goedkeuren die niet slui tend zou zijn. Het verhogen van de belastingen lijkt de heer Greving niet een goed uitgangspunt. Het college probeert dat te voorko men, met uitzondering van de retributies, ik ben daar in de commissie duidelijk over geweest. De angst die de heer Greving uitspreekt over het ingrijpen van de rijksoverheid waar het gaat om artikel 12 van de financiële Verhoudingswet, die deel ik bepaald niet, voor zitter. Ik denk dat al zouden wij het willen, wij niet in aanmerking komen voor een artikel 12 status. Daar is name lijk voor nodig dat er structureel verstorende factoren zijn binnen de gemeentelijke huishouding en dat lijkt mij niet het geval Dan heeft de heer Greving nog een paar aanbevelingen gedaan. Het college moet komen voor 1 juli a.s. met een nieuwe nota herwaardering. Ik heb al gezegd dat het die kant zeker zal uitgaan. Hij zegt dan, elke dienst moet als eerste 2% bezuinigen en wij moeten maar doen alsof wij al vast de artikel 12 status hebben. Die 2% bezuiniging vind ik op zich een slechte maatregel. Ik denk dat wij dan weer die kaasschaafmethode hanteren, ik zou daar tegen zijn. Ik denk dat wij veel beter met in de hand de kerntakendiscus sie echt prioriteiten kunnen gaan stellen. Ten aanzien van de artikel 12 status wil ik er op wijzen, dat als wij dat zouden moeten invoeren, dan met name de maatregelen van het rijk de kant opgaan van tariefsverho gingen. In een wat eerder deel van het betoog van de heer Greving heb ik gehoord dat hem dat toch niet zo aanstond. Voorzitter ik kom dan bij een opmerking van de heer Greving over de ESF-middelenHij zegt dat die moeten worden aange wend voor werkgelegenheidsspreidingHet college komt bin nenkort met een voorstel naar de raad over dit punt. Hij heeft ook nog gesproken over een belasting op de ver spreiding van reclame, hij noemt daarbij het artikel 272 e -het kan ook c zijn - van de Gemeentewet. Ik heb daarover informatie ingewonnen en de informatie die ik heb gekregen betreft belasting op openbare aankondigingen voor zover niet door middel van tijdschriften en nieuwsbladen gedaan. De heffing is beperkt tot reclame die vanaf de openbare weg zichtbaar is. Als ik dat zo zie, denk ik dat er voor die belasting niet zo heel veel ruimte is. Het gaat hier om 84 andere zaken, waarbij dan ook nog de heffing via versprei ders in mijn ogen de nodige problematiek zal opleveren. Dan heeft de heer Greving tot slot nog gesproken over de stand van zaken met betrekking tot de christelijke kinder opvang. Momenteel zijn er gesprekken gaande tussen de Christelijke Stichting Kinderopvang en de Algemene Stichting over het realiseren van een gebouw voor dat doel in de wijk CamminghaburenDaarbij wordt eveneens gesproken over de wijze waarop de christelijke opvang geïncorporeerd zou kunnen worden met daarbij de nodige voorwaarden, in de werkzaamheden van die stichting. Ik heb de indruk dat die gesprekken op goede wijze verlopen. Voorzitter, ik ben er even niet zeker van, de heer De Jong heeft een motie ingediend, maar die heb ik, dacht ik, beantwoord. (De heer De Jong: De wethouder heeft gesproken over het feit dat hij in februari in de commissie de voort gang van de reorganisatie zou willen bespreken. Mijn motie heeft duidelijk een andere strekkingIk wil een totale evaluatie in de tweede helft van 1992.) Daarvan hebben wij in het Collegeprogramma aangegeven dat wij die in 1993 zul len houden. Wij vinden dat een reële tijd, dan hebben wij een aantal jaren gedraaid als nieuwe organisatie. Er moet ook wat te evalueren zijn, natuurlijk. Dan kom ik bij mijn laatste opmerking, die gaat in de rich ting van de heer Heins. Hij is zijn betoog begonnen met te praten over de situatie van de Vietnamezen in hongersta king. Hij heeft gesproken over een afschuwelijke situatie die zich voordoet. Ik ben dat met hem eens. Wat zich hier zowel als elders in het land afspeelt is een afschuwelijke situatie, zowel voor de mensen waar het om gaat, als - en ik wil dat toch met nadruk stellen - ook voor de verant woordelijke overheden die in dat opzicht beslissingen moe ten nemen. Ik ben natuurlijk - ik spreek dan namens het college - bereid om bij de regering aan te dringen op een barmhartige behandeling van deze mensen, waarbij ik dan wil aantekenen dat wij daar in ieder geval ook zullen aandrin gen op een correcte toepassing van de desbetreffende voor schriften. Want ik denk dat dat ook van belang is. Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik denk dat ik vrij kort kan zijn. Er zijn een aantal onderwerpen waar vrijwel alle fracties op ingegaan zijn en die zou ik dan ook willen volgen Bijna alle fracties hebben gesproken over maatschappelijke tweedeling, de zorg die wij moeten hebben voor achters tandssituaties, grote verschillen in onze samenleving, etc. Ik ben het daarmee eens. Ik denk dat dat betekent dat het 85

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 44