het provinciaal bestuur bij elkaar zijn geweest om toch
eens even verder te praten en ook kennis te nemen van hoe
je nu tegen dat stadsgewest aankijkt.
Mevrouw De Haan heeft een andere suggestie gedaan, een
stadsgewestelijke delegatie naar een ander stadsgewest te
laten gaan om eens te kijken hoe of het daar werkt. Dat is
nog niet uitgevoerd, het staat wel op het programma en er
wordt op dit moment aan de voorbereiding van zon excursie
gewerkt. Mevrouw De Haan heeft de suggestie gedaan voor de
ambtelijke samenwerking, uitwisseling. Los van een aantal
feitelijk technische problemen daaromtrent, moet geconsta
teerd worden dat dit nog niet heeft plaatsgevonden. Wel is
het zo dat wij in het kader van de projecten die ik genoemd
heb, nu al een aantal werkgroepen hebben waar ambtenaren
van al die gemeenten in zitten, dat zijn er vijf a zes. Ik
denk dat het op zichzelf al een hele goede start is om te
kijken hoe die verschillende gemeentes nu op die verschil
lende beleidsterreinen functioneren.
Mevrouw De Haan heeft een suggestie gedaan naar de meer
waarde van samenwerking per beleidsterrein. Ik denk dat dat
op velerlei terrein ook de inzet is van het gemeentebe
stuur, waarbij weliswaar het verschil tussen de regio en
het stadsgewest ieder keer naar voren komt, moet ik consta
teren. Ik constateer dat waar de bestuurlijke optuiging van
de regio wat sterker gegrondvest is, dat veel van die
samenwerkingsverbanden eerder in regionaal verband tot
stand komen - met name op het terrein van milieu is dat
herkenbaar - dan in het kader van het stadsgewest. Maar ik
heb al genoemd dat het volkshuisvestingsplan toch een voor
beeld is dat in feite dadelijk in beide bestuurlijke forums
zal moeten gaan plaatsvinden.
Ten slotte heeft mevrouw De Haan gezegd, dat een belangrijk
agendapunt pas naar buiten gebracht moet worden nadat ande
re overheden daarvan op de hoogte zijn gesteld. Ik denk dat
dat nog niet het sterkst uitgewerkte punt is. Ik constateer
dat, hoewel wij alle kopies over en weer naar elkaar toe
zenden, dat die manier van werken binnen de stadsgewest
gemeentes -maar ik denk ook bij de provincie - nog niet
echt tot een vanzelfsprekendheid is gekomen.
Vervolgens zijn door de PvdA-fractie maar ook door de CDA-
D66 en GPV/RPF/SGP-fracties vragen gesteld met betrekking
tot het stedelijk knooppunt. Wethouder Heere heeft daar al
een paar van beantwoord. Met name de vraag of de financiële
medewerking van het rijk zich nu beperkt tot de nutri-busi-
nessIk denk het van niet, de Minister van Economische
Zaken heeft bij de opening van de derde fase van de
Postbank aangegeven dat niet alleen de nutri-business als
subsidiabel in het kader van bedrijfsomgeving zal worden
gesteld, maar ook het bank- en verzekeringswezen. Ik con
stateer, om andere voorbeelden te geven die weliswaar niet
102
rechtstreeks of uitsluitend verklaard kunnen worden vanuit
het gegeven dat Leeuwarden stedelijk knooppunt is geworden,
ook de investering van het rijk in het kader van Rijksweg
31, de beperkte middelen beschikbaar gesteld voor de elekt
rificatie en de gedeeltelijke verdubbeling van de spoorweg
Leeuwarden-Groningenhet contact met Economische Zaken,
het subsidiebureau voor een aantal onderzoekingen met name
ook voor de blauwe zone. Dat zijn allemaal elementen die
mede verklaard kunnen worden door het gegeven dat
Leeuwarden de positie van stedelijk knooppunt heeft. Ik
moet constateren dat dat allemaal nog erg incidenteel is,
maar van de andere kant denk ik dat waar nog steeds gewerkt
wordt aan een verdere verbreding van dat begrip - ook bij
de verschillende departementen - dat toch zaken zijn waar
je blij mee kunt zijn, zonder dat wij daarvan zeggen dat
wij daar tevreden over zijn.
Mevrouw De Haan heeft gesproken over de zorg die binnen
haar fractie bestaat met betrekking tot het openbaar ver
voer. Ik denk dat dit een rooi punt is om over te gaan naar
de heer Bilker die namens de CDA-fractie hierover een motie
heeft ingediend, waarvan de strekking is dat in het kader
van de vervoerregio binnen deze provincie een aantal zinni
ge plannen worden ontwikkeld. Maar tegelijkertijd leiden
rijksbezuinigingen op het terrein van het openbaar vervoer
tot de conclusie dat die twee dingen volstrekt haaks op
elkaar staan. Dat is geen goede startpostitie voor de uit
werking van de plannen in het kader van de vervoerregio.
Het college is het daarmee eens, ik denk dat de inhoud van
die motie geheel wordt onderschreven. Ik zou willen voor
stellen om in samenspraak met de indieners de tekst van de
motie op een aantal punten nog even te bezien, zodat een
perfect verhaal bij het rijk kan worden neergelegd.
De heer Bilker heeft ook gesproken over de regionale volks
huisvesting en dan met name in het kader van het stadsge
westelijk beleid. Ik heb daar al iets van aangegeven.
Hij heeft daarna gesproken over de zorgelijke ontwikkeling
met betrekking tot de provinciale contingenteringHet is
inderdaad zo dat hoewel de provincie meer contingent heeft
gekregen dan vorig jaar, Leeuwarden voor het belangrijkste
budget, dan heb ik het over het budget waarin zijn besloten
de sociale huurwoningen, de premie-A-koopwoningen en de
ingrijpende verbetering van de particuliere vooroorlogse
huurwoningen, gehalveerd is ten opzichte van vorig jaar. De
redenen zijn erg onduidelijk, de rekenexercities op grond
waarvan de provincie dit gedaan heeft zijn niet natrekbaar,
niemand kan daar achter komen. Dat is natuurlijk lastig.
Men heeft stomweg vergeten dat er een bepaald deel van het
budget bij besloten zou moeten worden, met name de ingrij
pende woningverbetering was men vergeten erbij te betrek
ken. Er heeft één correctie plaatsgevonden. Het rijk had
103