een jaarlijkse post, dat bij de afweging nieuw beleid aan
de orde zou moeten komen.
Ten slotte heeft de heer Greving nog een keer gereageerd op
mijn opmerking over de ambtelijke ondersteuning bij het
doorrekenen van verkiezingsprogramma's. Wij moeten daar te
zijner tijd, wanneer dat weer actueel wordt en dat is over
anderhalf a twee jaar het geval, nog maar eens met elkaar
van gedachten over wisselen.
De heer Koopmans (weth.): Voorzitter, mevrouw De Haan heeft
nog eens gereageerd op mijn inbreng over de kerntakendis
cussie. Zij heeft gesproken over de motie die door de CDA-
fractie is ingediend, met name waar het gaat om de crite
ria. Ik denk dat de criteria zoals die genoemd zijn in de
motie van de heer Bilker vrij volledig zijn. Je zou ook nog
kunnen denken aan zaken als minimabeleid, de vraag of iets
extern of niet extern wordt gefinancierd, werkgelegenheids
effecten etc. Ik denk dat wij de motie zoals die hier ligt
kunnen overnemen, dat heb ik gisteren in feite ook gezegd,
en dat wij in de commissie wat betreft de uitwerking van
deze zaak eens zullen kijken of het eventueel noodzakelijk
is die criteria uit te breiden. Ik beschouw dat als een
uitwerking van deze motie. (Mevrouw De Haan: Voorzitter
het gaat mij niet om de vraag of het mogelijk is dat, ik
vind dat gewoon die discussie niet geblokkeerd moet worden
van te voren. Ik vind het uitstekend dat de CDA-fractie een
aantal criteria genoemd heeft, maar als de wethouder zegt
wij zullen daar in ieder geval aandacht aan besteden, dan
vind ik dat ook goed. Als dat maar betekent "ondermeer"Ik
wil gewoon voor alle andere fracties het recht opeisen om
daar een fundamentele discussie over te hebben.) Ik denk
dat het er om gaat dat wij met elkaar tot een formulering
komen waarbij recht wordt gedaan aan de inhoud van dit
belangrijk instrument. Dan moet je met elkaar gaan discus
siëren over wat wij daarin willen. Ik denk niet dat de heer
Bilker deze opsomming als limitatief heeft bedoeld. Hij
ontkent dat
Dan heeft mevrouw De Haan mij nog eens gevraagd om een wat
hardere afspraak te maken over de zogenaamde 10% motie. Ik
heb de motie nog eens even bekeken, daar staat in na de
overweging van de gemeenteraad als hoofd van de gemeente
etc. "spreekt als haar mening uit dat voortaan elke bezui
nigingsoperaties vergezeld moet gaan van een overmaat aan
reële bezuinigingsvoorstellen". Die motie neem ik over. Wat
moet er nu nog harder. (Mevrouw De Haan: U zei gisteren "ik
wil er naar streven"Dat is precies waar ik over viel,
want er naar streven hebben wij nu al gedaan. Maar dan is
het nu ook een keiharde toezegging.) Ik wil er nog dit aan
toevoegen, dat als het ons lukt de kerntakendiscussie op
144
goede wijze af te ronden, dan denk ik dat wij helemaal geen
behoefte meer hebben aan 10% overmaat, omdat wij dan prio
riteiten hebben gesteld en de volgorde kunnen bepalen van
wat het eerste afvalt. Niettemin, zolang wij daar nog niet
uit zijn, neem ik de motie over. (De heer Helna: De wethou
der neemt de motie over met daarbij minstens 10% overmaat,
maar wij hebben gevraagd om te streven naar 20%.) Denk niet
dat ik niet bij de heer Heins kom.
Ik neem er kennis van dat de heer De Beer de motie rond
LOTA heeft ingetrokken.
De heer Bilker spreekt naast de prioriteitsstellingen, waar
wij het net over gehad hebben, over de prioriteitsstelling
met name als het gaat om het welzijnsbeleid. Ik dacht dat
ik dat bij de discussie over het ISP gisteren heb genoemd.
Ik heb daar gezegd, dat als onverhoopt die zaak doorgaat,
wij ons dan in feite opnieuw zullen moeten beraden over het
hele welzijnspakketDan zal het uitgangspunt zijn dat de
allerzwaksten natuurlijk vooraan staan als het gaat om de
schaarse middelen te verdelen.
Dan heeft de heer Bilker mij ook nog gevergd op een uit
spraak over een pr-functionarisVoorzitter, het plan om de
Bestuursdienst te herstructureren is zoals wij de raad bij
brief hebben laten weten, in concept klaar. Dat plan is nog
niet behandeld in het college van b. en w., is nog niet in
de inspraak geweest, is nog niet in het georganiseerd over
leg geweest. Daarin wordt ruimte geschapen voor een pr-
functionaris. Zodra het college van b. en w. daarover een
besluit heeft genomen, zullen wij de raad daarover informe
ren
Ik kom vervolgens bij de heer De Jong. Hij is nog een keer
teruggekomen op zijn motie om de evaluatie rond de organi
satie toch te doen plaatsvinden in het tweede halfjaar van
1992. Voorzitter, in ons Collegeprogramma bij de start van
dit college hebben wij gezegd: laten wij die evaluatie
plaats doen vinden in 1993, dan hebben wij een redelijke
tijd om te bekijken hoe of het functioneert. Bovendien
vergt, als zo'n evaluatie op een goede wijze wordt gedaan,
dat tijd. Wij hebben daarom ook toegezegd, toen er geluiden
in de commissie kwamen van hoe gaat het met incidentele
aanpassingen, dat wij begin 1992 in de commissie zullen
komen met een notitie inhoudende de motivering van een aan
tal aanpassingen aan de reorganisatie zoals wij die hebben
opgezet. Ik denk dat wij er bij moeten blijven de echte
evaluatie in 1993 te doen plaatsvinden.
Mijnheer De Jong heeft ook nog gesproken over de bestuur
lijke informatievoorziening. Dat is een afstudeerproject,
zoals hij weet. Wij zullen bij het opzetten van informatie-
145