later uitgevoerd wordt is niet echt verstandig. Want dan zul
je zien dat je op het moment suprème opnieuw moet gaan pra
ten, omdat er dan toch weer dingen veranderd zijn.
Kortom, voorzitter, ik denk dat er nu geen aanleiding is om
anders te besluiten dan in het besluit zoals dat hier voor
ligt staat.
Ten aanzien van de project- en contactgroepen denk ik dat de
opmerking terecht is. Hier is bedoeld te zeggen, voor zover
het specifiek in het kader van de stadsvernieuwing betreft de
systematiek zoals wij die moeten hanteren weliswaar niet
perfect is maar toch in hoge mate aansluit bij de mogelijkhe
den en de gewenste noodzakelijkheid daarvan.
De heer Heins: Ik heb hier verder niets aan toe te voegen.
De heer Ten Hoeve: Toch een anderssoortige opmerking, want
wij hebben over dit punt in de commissie ook gesproken. Waar
nu over gesproken wordt is met name het punt van de openbare
ruimte. Daar gaan wij in de commissie verder over praten,
maar in het raadsvoorstel worden ook de functionele en ruim
telijke ontwikkelingen van het Vliet besproken. Wij hebben
daar bestemmingsplannen voor opgesteld en, denk ik, goede
beslissingen genomen. Maar het komt nu aan op de uitvoering
en voor een deel zijn wij afhankelijk van derden. Dat neemt
niet weg dat wij daar ook initiatieven kunnen ontplooien.
Maar één van de kritiekpunten, en dat wil ik toch met opzet
nog een keer noemen, is het eigen gemeentelijk terrein dat
aan het Vliet ligt. Daar hebben wij een bestemming voor
vastgesteld en daar zijn wij zelf eigenaar van, daar kunnen
wij zeker zelf actief optreden. Het is één van de vier slech
te gebieden. Ik doel op het gebied tussen de Rembrandtstraat
en de Franklinstraat. Daar ligt een behoorlijk gemeentelijk
terrein wat nu een zeer negatieve uitstraling op het Vliet
heeft. Ik wil graag nog eens bepleiten dat wij als gemeente
daar zelf stappen gaan ondernemen, om daar een begin van
herstel te bewerkstelligen. Mogelijk kan dat ook andere media
over de streep trekken om in dat deel wat te gaan doen.
Verder denk ik dat het toch heel belangrijk is, dat is er dan
al van alles is geregeld, dat er voor het Vliet een beeldplan
ontwikkeld wordt.
De heer liuermans (weth.Voorzitter, de heer Ten Hoeve
constateert inderdaad dat planologisch gezien het Vliet, en
dan met name ook de opstanden en de functies die daarbij
betrokken zijn, zijn vastgelegd in recent goedgekeurde be
24
stemmingsplannen. Hij heeft terecht aangegeven dat de gemeen
te zelf in actie kan komen, zeker waar het het eigen terrein
betreft. Dan heeft niet alleen betrekking op de openbare
ruimte, maar met. name ook over deels de kaalslaggebieden die
in de zone zitten die hij heeft aangegeven. Vanavond hebben
wij daar het bestemmingsplan voor vastgesteld. Dat is een
goede basis om vervolgens in de discussie met de verschillen
de andere grondeigenaren in de slag te gaan. Binnenkort komt
bovendien in de commissie en in de raad een voorstel om een
niet onbelangrijk verstorend complex in het kader van de
stadsvernieuwing aan te schaffen opdat er daarna ook een
goede ruimtelijke en functionele invulling voor een stuk van
de wand van het Vliet kan worden gerealiseerd. (De heer Ten
Hoeve: Op zich begrijp ik dat van "het geeft een goede gele
genheid" Maar ik vraag heel concreet of het gemeentebestuur
nu actief met het eigen terrein, nu de bestemmingen vastge
legd zijn, wil gaan handelen, stappen wil gaan ondernemen.)
Het is verleidelijk om te zeggen, natuurlijk gaan wij heel
actief aan de gang, ik denk alleen dat ik op dit moment niet
precies weet wat dat betekent. Is dat de komende maand of is
dat over een half jaar? Ik stel voor dat wij het antwoord op
die vraag gewoon in de commissie nader onderbouwen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 26, 27, 28 en 29 (bijlage nrs. 29, 30, 26 en 45).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 30 (bijlage nr. 48).
De Voorzitter: Aan de orde is wijzigen van de concernbeleids
begroting voor het dienstjaar 1991 en 1992.
De heer Brinks: Voorzitter, het gaat even over de begrotings
wijziging bij de Dienst Welzijn, onder 2, het verstrekken van
een extra toelage aan een interim-directeur van een mavo hier
in Leeuwarden. In de commissie is daar uigebreid op ingegaan.
25