gezien aanleiding voor is, maar dan wel weten wat je doet,
opdat die politieke keuze ook het meest duidelijk is. Dat is
precies wat hier heeft plaatsgevonden. In die zin ben ik het
dus niet met de heer Heins eens als hij de suggestie wekt dat
dat moeilijk tot stand zou komen, want ik denk dat het bewijs
hier geleverd is.
Het betrekken van de buurten bij met name de reconstructie
van het Vliet. De toezegging kan gedaan worden, temeer waar
het de bedoeling is van het college om in algemene zin, maar
dat heeft dan meer betrekking op discussies over communicatie
met buurten, veel meer ook bij het voorbereidingstraject de
buurten al te betrekken. Wij gaan aangeven in de richting van
buurten, wij gaan daar en daar mee bezig met die voorberei
ding. Zodat ook buurten van het begin af aan betrokken kunnen
worden bij dat traject.
Mevrouw Van Ulzen: Het is natuurlijk geweldig aardig om de
wethouder een keer horen uitspreken dat hij mij begrepen
heeft. Ik kan mij desondanks niet aan die indruk onttrekken,
omdat je allerlei stukken onder ogen krijgt, waarin eigenlijk
als vaststaand gekozen is voor een busbaan langs de Ooster-
goweg. Als ik dan van de wethouder hoor dat wij daar nog over
komen te spreken, dan wou ik toch mijn suggestie van december
j.l. herhalen: geef ons een aantal alternatieven, want het
is natuurlijk op zich uitstekend dat er voor de afwikkeling
van de drukte voor het openbaar vervoer gekozen wordt, maar
het is natuurlijk niet voor de eerste keer dat mijn fractie
aandacht wil vestigen op het hele stationskwartier. Wij
zouden graag alternatieven daarvoor zien. En niet zo van: u
mag alles kiezen mits zwart.
Wij zijn het overigens eens met de het Programma Infrastruc
tuur 1992 op dit punt na, maar dat heeft de wethouder begre
pen.
De heer Schreuder: De wethouder heeft alle vragen in principe
beantwoord, alleen ben ik een beetje teleurgesteld over het
antwoord betreffende die voorfinanciering. Ik hecht er toch
aan dat onze fractie graag zou willen zien dat het college
met name op financieel terrein goed beleid in de toekomst
gaat voeren en dat zo gauw mogelijk ongewenste financieringen
ongedaan worden gemaakt. Wij dringen er nogmaals op aan dat
die voorfinanciering in 1996, dat kan nu in de meerjarenplan
ning meegenomen worden, ongedaan moet worden gemaakt. Nood
maatregels moeten zo snel mogelijk opgeheven worden.
18
De heer Heins: Ik denk dat de wethouder en ik kennelijk een
iets andere terugblik van de afgelopen maanden hebben. Toen
de vier buurten met een verzoek kwamen om het Vliet naar
voren te schuiven, was de eerste reactie van de kant van de
dienst en ook van de wethouder zelf afhoudend: het meerjaren
programma ligt vast, het ene project zit gekoppeld aan aller
lei andere projecten. Er was ook niet duidelijk, ook voor de
wethouder niet en ook voor de commissie niet, wat het gevolg
zou zijn. Toen is er als het ware een extra actie gepleegd om
te zien wat de gevolgen waren. Er is een goede politieke
discussie ontstaan, dat ben ik met de wethouder eens. Zodat
wij uiteindelijk dan op het resultaat zijn gekomen waar wij
allemaal, de buurten, het college en de raad, op een gegeven
moment "ja" tegen kunnen zeggen. Ik hoop dat het ook lukt om
dit in de programma's te krijgen en dat het gat alsnog gedekt
kan worden. Binnen een project van 2,3 miljoen moet dat
toch op de een of andere manier te organiseren zijn.
Het punt waar ik mee blijf zitten is het verhaal van de
meerjarenramingen. Alhoewel die dan niet met het programma
worden vastgesteld blijven die toch als een soort heilige
volgorde werken voor de projecten in de toekomst, na het
jaarprogramma dat je vaststelt. Ik zou daar toch op de één of
andere manier wat meer ruimte voor discussie in willen krij
gen. Dus dat er wat beter gediscussieerd kan worden over die
volgorde, in plaats dat het een vaste volgorde is.
De heer Timmeraans (weth.Ik dacht dat ik in eerste instan
tie in de richting van mevrouw Van Ulzen gezegd heb dat wij
binnenkort in de commissie brainstormend over de busbaan
zouden praten. Dat doe je in het algemeen niet over een
oplossing, dus daar zullen een aantal mogelijkheden/conse
quenties worden besproken, als het gaat ovt. die doorstro-
mingsbevorderende maatregelen.
Om het stationsgebied er nu gelijk helemaal bij te betrekken,
is wat mij betreft een iets te ruime formulering. Ik denk dat
in ieder geval voor het openbaar vervoer in de corridor
Leeuwarden-Drachten, dat is dan met name Stationsstraat,
Zuiderplein en Oostergoweg en dan via de Aldlansdyk, dat
traject en dus dat onderdeel van het station er wel bij
betrokken zal worden.
De heer Schreuder geeft aan dat er sprake moet zijn van in
1996 volledig wegwerken van de voorfinanciering. Het program
ma gaat tot 1995, dus is er verder geen uitspraak gedaan over
de aanwending van de middelen in 1996. Er ligt een collegebe-
sluit dat vanaf 1996 de voorfinanciering, zoals die in de
jaren 1993 tot en met 1995 wordt gedaan, ten laste van de
19