Collegeprogramma 1990-1994 is vastgelegd dat wanneer de
algemene reserve daalt beneden de bandbreedte van 3 tot
10 miljoen, maatregelen genomen zullen worden om zo spoedig
mogelijk de minimumstand weer te bereiken. Daar houd ik het
college aan. Daarom vraag ik nu aan te geven welke maatrege
len genomen gaan worden, naast de reeds aangekondigde bezui
nigingsronde die voor dit jaar staat gepland. Van de fracties
in de raad kunt u als college verwachten dat nieuwe uitgaven
nog nauwlettender beoordeeld zullen gaan worden. Mijn fractie
houdt staande dat wij de tering naar de nering moeten zetten
en de lasten voor de burgers niet meer mogen stijgen dan de
inflatie. Het geld kan nu eenmaal slechts één keer uitgegeven
worden. Daarom zullen wij bij dergelijke tegenvallers als nu
bij het CEVAN, en ik noem de Westerkerk er meteen maar even
bij, wanneer die aan de orde zijn, pas op de plaats moeten
gaan maken.
De heer Den Oudsten: Voorzitter, ik heb vrij lang nagedacht
over wat er nu nog voor nieuws gezegd kon worden vanavond, na
datgene wat er al over het CEVAN in de afgelopen jaren is
gezegd. Dat is niet veel. Wij hebben in de afgelopen jaren
het CEVAN op z'n minst als een zorgenkindje beschouwd. De
regeling bestaat vanaf 1970, de eerste 15 jaar liep het
redelijk tot goed. Er waren soms jaren bij waarbij er ook
echt sprake was van een heel goede exploitatie. Maar dit is
typisch weer zo'n voorbeeld van een bedrijf dat te laat heeft
gekeken naar veranderingen in markten. Het bedrijf is uitein
delijk toch niet een lang leven beschoren geweest.
Wij heffen het CEVAN op en wij laten de gemeenschappelijke
regeling nog bestaan. Wij stoten in ieder geval de acti
viteiten die wij daarin jarenlang onder ons hebben gehad nu
daadwerkelijk af. Als je dan kijkt waar dat dan precies aan
ligt, dan denk ik dat wij daar niet al te lang bij stil
moeten staan. Maar er zijn wel twee zaken die daarbij in het
oog lopen. Het eerste is dat het inspelen op de automatise-
ringsmarkt veel te laat is gebeurd. Ik wijt dat overigens aan
het te slecht functioneren van het management. Je zag vanaf
1984/1985 al tekens dat het roer om moest. Sindsdien zijn er
vele plannen geweest met de meest prachtige namen die eigen
lijk alle een slechte richting inluiden. Het tweede punt is -
en dat mogen wij ons zelf, denk ik, aanrekenen - dat er ook
in die periode toch te weinig daadkrachtig vanuit het bestuur
van het CEVAN gekeken is naar het functioneren en naar de
toekomst. Dat laatste heeft voor een deel te maken met de
afstand die er is van een gemeenschappelijke regeling waar
een groot aantal gemeenten deelnemen, en voor een deel ook
met de bestuursstructuur die binnen die regeling functioneer
de. Je kunt eigenlijk zeggen, dat daar waar het bestuur het
28
meest sterk en krachtig heeft gefunctioneerd, het inluiden is
van het opheffen van de gemeenschappelijke regeling en het
beëindigen van de taken van het CEVAN.
Het lijkt wel of ik nu even het onderwerp vergeet en vlucht
in een compliment, maar het is wel gemeend, ik wil toch een
compliment uitspreken aan het adres van onze wethouder van
financiën. Ik denk dat de overige commissieleden dat met mij
eens zijn. Hij heeft ons niet alleen uitstekend geïnformeerd,
maar ook is er vanaf het moment dat hij aantrad, bij het
CEVAN een buitengewoon voortvarend en beslist krachtig kli
maat ontstaan. Nu is dat waarschijnlijk niet alleen aan hem
te danken, maar hij zal er in ieder geval aan hebben meege
werkt
Dan kom ik ook zelf nog even tot de gedachte wat je hier nu
van kunt leren. Het feit dat wij nu deze gemeenschappelijke
regeling moeten afbouwen en er ook het geld voor beschikbaar
moeten stellen dat in de raadsbrief staat genoemd, is ook
voor ons niet aan de orde, dat moet gewoon gebeuren. Het
betekent zelfs dat wij er nog gunstiger af zijn gekomen dan
wij wel eens in voorgaande zittingen hebben voorspeld.
Als je dan kijkt naar de leereffecten, dan heb je allereerst
de structuur van een gemeenschappelijke regeling. Ik ben het
volstrekt met de heer Greving eens dat je verschrikkelijk
voorzichtig moet zijn en uit moet kijken als je gemeenschap
pelijke regelingen aan gaat, waar je in stapt. Juist een
gemeenschappelijke regeling waarbinnen als het ware een
commerciële activiteit plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld de
activiteiten bij het CEVAN. Je ziet dan dat wij als eigenaren
tot nu toe ook altijd ons verplicht hebben om bijvoorbeeld de
CEVAN-schulden af te dekken, wat bij een normaal commercieel
bedrijf volstrekt anders geregeld is. Dat functioneert als
een soort vangnet. Dan zie je ook dat daarmee als het ware
een prikkel wordt ontnomen om daadwerkelijk zakelijk en
commercieel zo'n organisatie te leiden. Ik denk dat dat er
hier ook aan heeft geschort.
Een tweede punt is, en daarom noem ik ook even de gemeen
schappelijke regeling als zodanig, dat wij tegenwoordig erg
veel praten over bestuursstructuren die inhouden een grotere
samenwerking tussen de verschillende gemeenten. Wij juichen
dat toe, wij zien ook dat onder veel van die samenwerkings
verbanden gemeenschappelijke regelingen worden gelegd, maar
wij zien tegelijkertijd ook dat je je met samenwerking ook
verplicht in tijden dat het wat minder goed gaat. Het is,
denk ik, goed dat als wij dit soort samenwerkingsverbanden
aangaan, in regelingen zoals deze, wij ons terdege bewust
zijn van risico's die wij ook in dit verband kunnen lopen.
De stand van de algemene reserve, ik dacht dat de wethouder
29