projectgroep heeft daardoor niet alert kunnen reageren, men
had vertrouwen in de deskundigen.
Maar, mevrouw de voorzitter, hetgeen ons het meest heeft
geschokt, is het feit dat opdrachten zijn gegeven buiten
medeweten van de wethouder om. Sterker nog, er is geld uitge
geven zodat daarmee de begroting aanzienlijk werd overschre
den, zonder dat dit vermeld werd. Een zeer ernstige fout dus.
Deze gehele geschiedenis mag zich niet weer herhalen. Bij elk
project, groot of klein, moeten duidelijk de verantwoorde
lijkheden vastliggen. Er moet ook duidelijk één persoon met
de eindverantwoordelijkheid wat de uitvoering betreft belast
zijn, met andere woorden dat is dan de projectleider.
B. en w. hebben een notitie vastgesteld waarin vastgelegd is
hoe de organisatie moet zijn inzake bouwkundige projecten.
Een juist antwoord, vindt de CDA-fractie, als daar dan ook
maar strak de hand aan wordt gehouden. Uit de geschiedenis
moet men altijd lessen leren voor de toekomst en dat moet
hier zeer zeker gebeuren.
In april 1991 bij de eerste overschrijding en zeker in okto
ber bij de tweede geconstateerde overschrijding, is aange
drongen op goede informatie ook naar de commissieleden toe.
Het rapport Swint-Vogelaar geeft voldoende inzicht hoe één en
ander heeft kunnen verlopen. Naar aanleiding daarvan is dit
punt grondig in behandeling geweest en wij zien dan nu ook
geen verdere aanleiding om al die punten hier weer diepgaand
te bespreken.
De CDA-fractie stelt vast dat één en ander bijzonder ongeluk
kig verlopen is, hetgeen zelfs genoemd kan worden als knullig
en naïef. Velen zijn daarvoor verantwoordelijk geweest. Ook
bij de Stichting Westerkerk wil onze fractie, zoals gezegd,
kritische kanttekeningen plaatsen. In het beginstadium heeft
de stichting ons als raadsleden telkens goed geïnformeerd. In
de verdere stadia hebben wij niets meer vernomen. Zelfs bij
de uitgebreide commissiebehandeling van deze overschrijding
op 19 februari j.l. was de stichting niet aanwezig. Bij
thuiskomst na de behandeling dezelfde middag, moesten wij als
commissieleden uit de krant vernemen dat de stichting ook nog
de naam van het theater had gewijzigd. De al ingeburgerde en
goed lopende naam Westerkerktheater moest ineens plaats maken
voor een begrip dat geen eeuwenlange relatie met gebouw en
plaats kent. Deze gang van zaken vinden wij niet elegant.
Wat overblijft, voorzitter, is een gerestaureerde kerk en een
professionele kleine theatervoorziening. Dat doel heeft de
CDA-fractie ook altijd nagestreefd, maar de weg die wij daar
50
toe moesten bewandelen, willen wij niet nog eens meemaken.
Op grond van de informatie, het rapport en de discussies in
de commissie waren wij in de laatste commissievergadering ak
koord gegaan, dat blijft ook nu het geval.
De heer De Beer: Mevrouw de voorzitter, wij hoeven er niet
geheimzinnig over te doen en er niet omheen te draaien. Er
zijn fouten gemaakt. In de voorbereidende fase zijn er fouten
gemaakt, grove fouten.
Dat zijn:
1. het niet duidelijk aangeven waar en bij wie de verant
woordelijkheden liggen;
2. het niet juist inschatten van de mogelijkheden/onmoge
lijkheden en de risico's. Waarschijnlijk te wijten aan
slordig en slecht vooronderzoek;
3. het niet opnemen van een post onvoorzien.
In de uitvoerende fase zijn nog meer fouten gemaakt, ook de
heer Bilker heeft daarop gewezen. Men heeft snelheid voor
nauwkeurigheid gekozen, ook al in verband met de sloop van de
Harmonie. Er was een slechte controle op de financiën en het
niet alert reageren van de projectgroep.
Ik blijf het onbegrijpelijk vinden dat de leden van de pro
jectgroep niet hebben aangedrongen op verslagen van het bouw
team, want dat is naar mijn overtuiging de enige juiste
manier om een goed inzicht te krijgen in de voortgang van de
bouw.
Ondanks het feit dat veel vragen nog onbeantwoord blijven, is
mijn fractie van mening dat ook al zouden deze worden beant
woord, dit niets zou veranderen aan de gemaakte constatering
en bovendien geen gevolgen zou kunnen hebben voor personen.
Derhalve gaat de WD-fractie akkoord met dit besluit.
De heer Hiemstra: Het standpunt van mijn fractie omtrent de
Westerkerk-problematiek mag bekend worden verondersteld,
mevrouw de voorzitter. Ik hoef na de uitvoerige inleiding van
de heer Bilker met betrekking tot de voorgeschiedenis dat
niet nog een keer te herhalen. Hij is daar uitstekend in
geslaagd
Wat voor ons als fractie essentieel is geweest om tot de
stellingname te komen ten opzichte van het voorliggende
conceptbesluit nr. 3657, zijn de volgende punten:
a. het proces van delegatie en mandatering wordt door het
college nog onvoldoende beheerst;
b. bedrijfsmatig handelen is kennelijk voor een overheids
organisatie minder gemakkelijk dan verwacht;
c. de marketing-principes die men tracht te introduceren
hebben nog geen inhoud. Deze affaire kan als voorbeeld
51