eerste bent. Je wordt dan ook als eerste geconfronteerd met
allerlei kinderziektes. En als je niet oppast krijg je mis
schien op termijn wel te maken met de wet van de remmende
voorsprong. Zover zijn wij bij de trajectbemiddeling nog
niet, maar bij die trajectbemiddeling is wel een kans aanwe
zig, loop je het risico bijvoorbeeld dat er doublures optre
den met de intake en de bemiddeling die er al aanwezig is in
de betrokken instellingen. Je loopt misschien het risico dat
er daardoor onduidelijkheid ontstaat over taken en bevoegdhe
den en in het ergste geval zou je ten slotte tot de situatie
kunnen komen waarin ook de klanten niet meer weten waar zij
aan toe zijn. Wij denken dat het ontzettend belangrijk is om
bij de verdere concretisering van het voorstel, met name ook
op die punten, heel alert te zijn.
Voor het overige, voorzitter, gaan wij akkoord met voorge
stelde opzet en uitvoering van de trajectbemiddeling. Wij
hopen in ieder geval dat onder andere door deze individuele
trajectbemiddeling het zal lukken om in Leeuwarden te komen
van een uitkeringsbeleid tot een werkgelegenheidsbeleid.
Mevrouw Oaras: Een jaar na uitgebreide discussies in commis
sie en raad over hoe de individuele trajectbemiddeling van
langdurig werklozen tot stand moet komen en wie de uitvoering
ter hand neemt, ligt er dan nu een uitgewerkt voorstel. In
overleg met het RBA, de gemeente en het veld is dit tot stand
gekomen. Een structureel samenwerkingsverband tussen het RBA
en de gemeente Leeuwarden, die middels een op te richten
stichting samen de spilorganisatie gaan vormen. De PAL-frac-
tie vindt het - en dat hebben wij tijdens de commissieverga
dering ook naar voren gebracht - een goed voorstel. Doelstel
lingen en uitgangspunten zijn helder. De grote klus zal zijn
de komende jaren dre doelstellingen waar te maken. Daarvoor
is het nodig dat er nauw samengewerkt wordt en dat er een
goede communicatie is met instellingen en organisaties die
deel van het traject uitmaken, op welke manier dan ook.
Wij zijn tevreden over het feit dat er is gekozen om de
spilorganisatie onder te brengen in het Arbeidsbureau. In
onze ogen de meest voor de hand liggende plek. Dat was zeker
niet het geval met de Gemeentelijke Sociale Dienst, zoals in
het verleden wel eens door de PvdA-fractie is gesuggereerd.
Wij vinden het een goede zaak dat er gekozen is voor de
stichtingsvorm, omdat je daarmee de eigen verantwoordelijk
heid van de spilorganisatie duidelijk maakt. Hoe gewerkt zal
worden met de adviseurs en hun adviezen zal de praktijk uit
moeten wijzen. Kortom er zijn meerdere redenen om aan de
wethouder te vragen jaarlijks te rapporteren over de voort
gang van het project.
70
De heer Biemans: Voorzitter, sociale vernieuwing is één van
de hoofdprioriteiten van dit college en onze fractie onder
steunt dat van harte. In dat kader is ook het individueel
maatwerk om mensen toe te leiden naar de arbeidsmarkt van
uitermate groot belang, dat zien wij ook weer terug in het
Plan van Aanpak voor de sociale vernieuwing. Voor mijn frac
tie is werkgelegenheidsbevordering van groot belang, daarom
hebben wij ook ingestemd met de accentverlegging van uitke
ringsbeleid naar werkgelegenheidsbeleid. In dit verband
praten wij dan over de trajectbemiddeling en om het werkgele
genheidsbeleid goed tot uitdrukking te laten komen is die
trajectbemiddeling van groot belang. Als je gaat kijken naar
het 1000-Banenplan, waarmee wij hebben ingestemd als raad,
dan kun je zeggen dat de trajectbemiddeling mede bepalend is
of het 1000-Banenplan kan slagen. Tegen die achtergrond, het
geheel van sociale vernieuwing etc., individueel maatwerk,
kunnen wij dan ook instemmen met de trajectbemiddeling.
De spilorganisatie in een stichtingsvorm onderbrengen, met
deelname van de gemeente en RBA, vinden wij een uitstekende
invulling. Het geeft ook aan dat de positie van het RBA in
dit geheel van minstens even groot belang is als de gemeente.
Wij kunnen dan ook met deze invulling akkoord gaan.
Mevrouw v.d. Kloet heeft de vrees voor onduidelijkheid over
taken en bevoegdheden naar voren gebracht. Doordat het stich
tingsbestuur zich kan laten ondersteunen door deskundigen,
door adviseurs die mede ook uit de instellingen en organisa
ties van dit werkterrein scholing en werkgelegenheid gerecru-
teerd kunnen worden, kan voor een groot deel die onduide
lijkheid voorkomen worden.
De heer Janssen (weth.): Mevrouw de voorzitter, ik bloos
haast bij al deze lovende woorden.
Mevrouw v.d. Kloet heeft aangegeven dat het 1000-Banenplan
een ambitieus plan is, maar nodig gezien de werkloosheidspro-
blematiek in onze gemeente. Zij zegt dat het activerend
arbeidsmarktbeleid nu zo langzamerhand behoorlijk handen en
voeten begint te krijgen met Banenpool en JWG en dat de
individuele trajectbemiddeling nog eigenlijk een ontbrekende
hoofdrolspeler in dat activerend arbeidsmarktbeleid is. Ik
kan dat alleen maar onderschrijven. Met name het punt van aan
de ene kant individu-gericht bezig zijn, proberen begeleiding
op maat te leveren, het is zo langzamerhand wel duidelijk
geworden dat dat heel erg nodig is.
Op de tweede plaats is het hoofdelement dat er nu -dat heeft
mevrouw v.d. Kloet ook genoemd - inzicht komt in de vraag en
71